Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-27

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Middenstand en Landbouw (Middenstand)

Vraag nr. 3-1646 van de heer Dedecker d.d. 20 oktober 2004 (N.) :
Zelfstandigen. — Pensioenen. — Aanvullende verzekering tegen kleine risico's. — Aftrek.

Tot op vandaag verlenen de sociale bijdragen die door zelfstandigen voor de verplichte verzekering inzake de gezondheidszorg worden gestort, hen geen enkel recht op de terugbetaling van de zogenaamde kleine risico's. Dit zou pas in 2006 veranderen. Voorlopig moeten zij hiervoor een aanvullende verzekering afsluiten. Gepensioneerde zelfstandigen kunnen wel de ziekenfondsbijdragen die zij storten in het kader van de verzekering tegen « kleine risico's », als sociale bijdragen aftrekken. Toch stelt men vast dat deze bijdragen zeer hoog zijn ten opzichte van het eigenlijke pensioen. Een verhouding van een derde is niet ongewoon.

Ik had van de geachte minister willen vernemen of kan overwogen worden deze bijdrage wettelijk te beperken tot een bepaald, aanvaardbaar percentage van het uitgekeerd pensioen, zonder dat de rechten hierdoor zouden verminderen.

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Het voorwerp van de vraag heeft betrekking op de mogelijkheid van een plafonnering van de bijdragen van de vrije verzekering inzake kleine risico's voor de gepensioneerden.

Wij vinden dat deze vraag volledig relevant is, maar waarschijnlijk achterhaald, gezien de voorziene integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering. De facto, zal deze problematiek derhalve worden opgelost zelfs indien de integratie gepaard zou moeten gaan met een persoonlijke bijdrage van de gepensioneerden of in elk geval van diegenen die nooit tot de vrije verzekering inzake kleine risico's bijgedragen zouden hebben. Het voorgeschreven kader van deze verzekering nu wijzigen, lijkt ons niet meer gepast.

Laten we eraan herinneren dat het gaat om een « vrije verzekering » en dat de algemene Vergaderingen der ziekenfondsen soeverein zijn voor de bepaling van de bijdragen voor zover het financieel evenwicht van de dienst verzekerd is (gecontroleerd door het Controlebureau der ziekenfondsen).

De ziekenfondsen hebben verschillende « beleiden » ter zake gevoerd. Sommige hebben de voorkeur gegeven aan het « verzekeringskarakter » van de kleine risico's door de bijdragen nauw met het sinistraliteitscijfer (noodzakelijkerwijze hoger bij de ouderen) te verbinden of door verlaagde bijdragen voor de jongeren te hanteren teneinde hun bestand te hemieuwen of hun marktaandeel te vergroten. Andere ziekenfondsen daarentegen hebben de voorkeur gegeven aan intergeneratiesolidariteit. Tegenover deze situatie was er op een bepaald ogenblik sprake de ziekenfondsen een « maximumspanningsfactor » tussen de hoogste en de laagste bijdrage (2/1) op te leggen, maar dit project kende geen succes.

Laten we ons er echter aan herinneren dat de aangeslotene de vrije keuze heeft inzake zijn/haar ziekenfonds en dat, ontevreden over de door zijn/haar ziekenfonds gebruikte tarieven, hij/zij de mogelijkheid heeft op om het even welke leeftijd te veranderen, voor zover welteverstaan, hij/zij reeds tot de kleine risico's van zijn/haar vorig ziekenfonds bijdroeg (de leeftijdsgrens bedraagt 50 jaar voor een nieuwe inschrijving).