3-91

3-91

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 23 DECEMBER 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Stefaan Noreilde aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat over «veilig internetverkeer» (nr. 3-520)

De heer Stefaan Noreilde (VLD). - De staatssecretaris zal ongetwijfeld met veel interesse het veiligheidsplan voor het internet van SP.A-kamerlid Philippe De Coene hebben gelezen. Hij zegt dat de inspanningen die vandaag gebeuren, te versnipperd zijn, dat er nagenoeg geen sprake is van een eenvoudige en consumentgerichte aanpak, dat de gebruiker zich in een labyrint bevindt als hij zoekt naar een overheidsorgaan om zijn klachten te uiten of om veiligheidsinformatie te verkrijgen. Volgens hem heeft België daarom nood aan een geïntegreerd beleid voor een veilig internet, waarvan de regie in handen moet zijn van de overheid en onder de voogdij moet staan van één beleidsmaker.

Dit alles valt onder de bevoegdheid van de staatssecretaris. Zijn beleidsnota maakt ons echter niet veel wijzer. Het kan nochtans niet anders dan dat hij hierover een duidelijke mening heeft.

Erkent de staatssecretaris het probleem waarvan de heer De Coene melding maakt? Welke initiatieven heeft hij sinds zijn aantreden ter zake genomen? Heeft hij gelijkaardige plannen voor de toekomst? Denkt hij aan een task force en wat is de planning?

De heer De Coene stelt in zijn plan voor een offerte uit te schrijven voor de levering van permanent aangepaste beveiliging. Bestaat er een voorbeeld in het buitenland? Is dit technisch mogelijk? Is dit op basis van de wet op de openbare aanbesteding juridisch mogelijk? Is er een schatting van de kostprijs? Is dit zogenaamde kiwi-model uitvoerbaar in de markt van beveiligingssoftware en zal de staatssecretaris deze richting inslaan?

Het BIPT zou moeten uitgroeien tot een technische noodcentrale voor het internet. Zijn er reeds aanzetten gegeven? Zo niet, zal de staatssecretaris initiatieven nemen?

De heer Peter Vanvelthoven, staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven. - De heer Noreilde zal het zonder twijfel met mij en met de heer De Coene eens zijn dat de internetgebruiker vandaag heel wat problemen ondervindt met virussen, wormen, spam of spyware. Driekwart van de PC's voor thuisgebruik in de Benelux is besmet met malware, een verzamelnaam voor kwaadaardige software. Dat leert alleszins een onderzoek in opdracht van informaticabeveiliger Symantec. In de meeste gevallen gaat het om spyware, software die informatie zoals kredietkaartgegevens verzamelt en doorstuurt naar de uitgever van de spyware.

De gebruiker moet al goed met beveiligingssoftware overweg kunnen om hierop een antwoord te bieden. Daarom heb ik op het e-gov-congres dat op 2 december hier in Brussel plaatsvond, een oproep gelanceerd om alle partijen - zowel van de overheid als uit de privé - die bij de computerbeveiliging betrokken zijn, samen te brengen. Ik denk hierbij onder meer aan de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van Defensie, het BIPT, de Veiligheid van de Staat, de nationale veiligheidsorganisatie, FEDICT, Federal Computer Crime Unit, het Crisiscentrum, de ISPA, de telecomoperatoren, de Kruispuntbank voor de sociale zekerheid en de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Wellicht zijn er nog andere.

Op mijn oproep volgden vele reacties vanuit de IT-sector, waaruit ik opmaak dat ook de sector deze problematiek gezamenlijk en op een gecoördineerde manier willen aanpakken. Om daartoe te komen wil ik begin 2005 de betrokken partners rond de tafel brengen om een permanente overlegstructuur te creëren.

Inzake het door de heer De Coene voorgestelde kiwimodel moet ik zeggen dat ik op het ogenblik geen buitenlands voorbeeld ken waarbij een algemene offerte wordt gevraagd voor een individueel beveiligingspakket ten behoeve van internetgebruikers. Ik wijs er bovendien op dat we de eigen verantwoordelijkheid van de softwareleveranciers en internetproviders in deze materie zeker niet uit het oog mogen verliezen. Op dit ogenblik wordt trouwens al gratis veiligheidssoftware ter beschikking gesteld. In plaats van het voorstel van de heer De Coene over te nemen, wil ik liever, zoals ik juist zei, een permanente overlegstructuur creëren om dit probleem aan te pakken.

Het BIPT is als regulator van de telecomnetwerken inderdaad een zeer belangrijke speler inzake veilig internetverkeer. Het BIPT valt echter onder de bevoegdheid van de minister van Economie. Desalniettemin kan ik deze dienst betrekken bij het overleg dat ik begin 2005 wil starten. Ik ben dan ook vast van plan dat te doen.

De heer Stefaan Noreilde (VLD). - Uit het antwoord van de staatssecretaris maak ik op dat hij de problematiek erkent, maar dat hij een meer realistische aanpak heeft dan de heer De Coene. Het kiwimodel gekoppeld aan een `gratis beleid' klinkt wel mooi, maar is inderdaad niet erg realistisch.

Ik ben van mening dat we meer nadruk moeten leggen op de eigen verantwoordelijkheid van de internetgebruiker. Iedereen weet vandaag immers dat driekwart van de PC's aangetast is. Daarom moeten we durven te kiezen voor een beleid dat de mensen zelf voor hun verantwoordelijkheid plaatst in plaats van altijd opnieuw een beroep te doen op de overheid, die dan ook nog liefst gratis een dienst moet uitbouwen. Ik heb begrepen dat het initiatief van de staatssecretaris in die richting gaat en daarom steun ik hem daarin ten volle.