3-91

3-91

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 23 DÉCEMBRE 2004 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Anke Van dermeersch au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique Scientifique sur «les amendes pour dépôt tardif des comptes annuels des sociétés» (nº 3-518)

Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BELANG). - Vele vennootschappen vrezen dat ze een forse boete zullen moeten betalen omdat ze hun jaarrekeningen niet tijdig kunnen indienen.

Die situatie is het gevolg van het uitvoeringsbesluit van 12 oktober 2004 genomen in uitvoering van artikel 129 van de vennootschapswet, en heeft met terugwerkende kracht betrekking op de jaren 2002 en 2003.

Door de zeer laattijdige publicatie van voornoemd uitvoeringsbesluit konden de werkgevers zich niet voorbereiden op de maatregelen die hiermee werden uitgevaardigd. De overheid is dus voor de zoveelste keer duidelijk in de fout gegaan.

Volgens persberichten zou de minister de onhaalbaarheid van de maatregelen inzien en een regeling uitwerken die erop zou uitdraaien dat de vennootschappen voor het opstellen van hun jaarrekeningen niet in tijdsnood geraken en de boetes kunnen ontlopen.

Komt er effectief een aanvaardbare regeling waardoor de vennootschappen voldoende tijd krijgen om hun jaarrekeningen neer te leggen? Wanneer zal die regeling er komen?

Hoe ziet de gewijzigde regeling eruit die de minister zal treffen om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de vennootschappen?

Mme la présidente. - La parole est au ministre Verwilghen qui répondra par la même occasion à la demande d'explications de M. Schouppe portant sur le même sujet.

De heer Marc Verwilghen, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - Mevrouw Van dermeersch gaat ervan uit dat de overheid in gebreke is gebleven en dat ze de ondernemingen onvoldoende tijd heeft gegeven om zich aan te passen.

Die bewering is onjuist. Meer dan 85% van de Belgische bedrijven is er immers in geslaagd tijdig de jaarrekeningen in te dienen. Sommige bedrijfsrevisoren en accountants geven een vertekend beeld van de maatregel. Het is bovendien een grote misvatting te veronderstellen dat er retroactief boetes worden opgelegd. Het nieuwe boetesysteem werd met de programmawet van april 2003 ingevoerd en is onmiddellijk in werking getreden. Dat betekent dat de nieuwe regeling van toepassing was op alle jaarrekeningen die vanaf april 2003 dienden te worden neergelegd. De jaarrekeningen van het boekjaar 2002 moesten dus vóór 31 juli 2003 worden neergelegd.

De Nationale Bank van België heeft de nieuwe regeling per brief aan alle gevolmachtigde neerleggers van jaarrekeningen uitgelegd. Zowel de datum van de neerlegging, het precieze bedrag van de boete, maar ook de mogelijkheid tot het vragen van uitstel zijn in de wet vastgelegd en uitgelegd in de brief. Meer dan tienduizend ondernemingen hebben tijdig uitstel gevraagd bij de federale overheidsdienst Economie, en gekregen.

Bij wijze van overgangsmaatregel hebben mijn diensten alle vragen om uitstel op een soepele wijze behandeld. Voorts is de regering overeengekomen de ondernemingen die hun jaarrekeningen in augustus of in september 2003 hebben ingediend, vrij te stellen van de betaling van de boete. De reden ligt voor de hand: boekhouders hebben de neiging de jaarrekeningen samen met de fiscale aangifte in te dienen. Ik pleit ervoor om de fiscale aangifte en de jaarrekeningen in de tijd te doen samenvallen. Ik ben bereid daarvoor stappen te doen en heb besprekingen aangevat met de minister van Justitie om een gelijkschakeling mogelijk te maken. Het zou alleszins een voordeel zijn voor de boekhouders, die de twee administratieve verplichtingen tegelijkertijd zullen kunnen uitvoeren.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BELANG). - In 2002 hebben ongeveer 40.000 bedrijven geen jaarrekening ingediend. Dat is aanzienlijk. De boetes zouden tot 30 miljoen euro kunnen opbrengen. De bedrijven zijn in paniek geraakt door een brief van 15 oktober 2004 waarin alles wordt uitgelegd en waarin de mogelijkheid van uitstel wordt meegedeeld. Er werd evenwel niet gezegd wanneer en aan wie dat uitstel moest worden gevraagd. De indruk ontstond dat het gedoogbeleid retroactief werd omgezet in een boetebeleid. Ik ben blij te vernemen dat de minister de termijnen voor de fiscale aangifte en de jaarrekeningen wil laten samenvallen. Maar hoever staat het met de planning en de onderhandeling met de minister van Justitie?

De heer Marc Verwilghen, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - Aanvankelijk zouden 300.000 bedrijven te laat zijn. Uiteindelijk hebben 40.000 bedrijven niet tijdig de jaarrekening ingediend. Dat cijfer omvat echter ook de gefailleerde ondernemingen en de slapende vennootschappen. De brief van 15 oktober 2004 is de derde in een reeks. De eerste ging uit van de Nationale Bank, de tweede van de verschillende beroepsorganisaties, die hun leden in 2003 hebben ingelicht over de programmawet. Na de brief van 15 oktober is de beslissing gevallen om een vrijstelling te geven aan de bedrijven die in augustus of september 2003 de jaarrekening hebben neergelegd.

De besprekingen met de minister van Justitie zijn een drietal weken geleden begonnen. Ik hoop dat ze kunnen worden afgerond begin 2005.