3-86

3-86

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 2 DÉCEMBRE 2004 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Erika Thijs au premier ministre sur «la révision de la loi accélérant la procédure de naturalisation» (nº 3-485)

Mme la présidente. - M. Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'État à la Simplification administrative, adjoint au premier ministre, répondra au nom de M. Guy Verhofstadt, premier ministre.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Belg worden kan door een nationaliteitsverklaring of nationaliteitskeuze in de gemeente of door een naturalisatieverzoek bij de Kamer. Voor de eerste procedure komen de vreemdelingen in aanmerking die hier vanaf hun geboorte verblijven, de vreemdelingen die in het buitenland werden geboren en een Belgische ouder hebben, of de vreemdelingen die over een geldige verblijfsvergunning beschikken en minstens zeven jaar in België verblijven. Voor een naturalisatieverzoek volstaat een verblijf van minstens drie jaar in ons land en van twee jaar voor een erkende vluchteling. De dienst Vreemdelingenzaken, de Staatsveiligheid en het parket krijgen een maand om hun advies te formuleren.

De huidige versie van de snel-Belgwet is in 1999 tot stand gekomen in ruil voor het niet invoeren van het gemeentelijk stemrecht voor vreemdelingen. CD&V pleit al vijf jaar voor een herziening van de wet. Verschillende leden van de regering hebben zich al in een of andere zin over die herziening uitgesproken.

Sinds het stemrecht voor migranten in 2003 werd ingevoerd, is een deel van de ratio legis van de wet van 1 maart 2000 verdwenen. Bovendien werden meermaals misbruiken vastgesteld en zijn de termijnen van onderzoek voor het parket te kort.

Bereidt de regering een herziening van de snel-Belgwet voor?

Is er binnen de regering een politiek akkoord over de krijtlijnen van die herziening?

Zo ja, wanneer volgt de parlementaire bespreking?

De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - De regering heeft reeds een initiatief genomen met het oog op de aanpassing van het Wetboek van Belgische nationaliteit. In artikel 302 van het ontwerp van programmawet wordt een oplossing voorgesteld voor het probleem dat is ontstaan in gevolge het arrest van het Hof van Cassatie van 16 januari 2004. Uit dit arrest kan worden afgeleid dat een illegaal verblijf op het grondgebied mee in rekening kan worden genomen voor de berekening van de termijn van zeven jaar die artikel 12bis van het vermelde wetboek vooropstelt.

Aangezien een dergelijke interpretatie niet aanvaardbaar is - uit inbreuken op de verblijfswetgeving kunnen immers geen rechten worden geput - werd het initiatief genomen om een interpretatieve wetsbepaling in te schrijven. De regering zal indien nodig ook in de toekomst wijzigingen aan het Wetboek voorstellen.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Dit is geen antwoord op mijn vraag. Ik vroeg of binnen een korte termijn een herziening mogelijk is.

Nog niet lang geleden stelde de heer Stevaert in De Standaard en andere kranten dat het veel efficiënter en constructiever zou zijn om te onderzoeken hoe bepaalde mensen de Belgische nationaliteit hebben verworven. Hij drong aan op een evaluatie van de snel-Belgwet. Ook vice-eerste minister Dewael legde identieke verklaringen af.

Tegen wanneer kunnen we die herziening verwachten? De regering gaat toch niet wachten tot eind 2007. Wij willen dat dit onmiddellijk gebeurt. Ik vraag de staatssecretaris om deze boodschap over te brengen aan de eerste minister.