3-85

3-85

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 25 NOVEMBER 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Jan Steverlynck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en aan de minister van Middenstand en Landbouw over «de bijdragen voor de verzekering kleine risico's voor zelfstandigen» (nr. 3-439)

De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Tal van zelfstandigen werden de voorbije maanden geconfronteerd met een sterke stijging van hun premies voor de verzekering kleine risico's die ze hebben afgesloten bij hun ziekenfonds. Bepaalde ziekenfondsen zagen zich genoodzaakt op last van de Controledienst van de Ziekenfondsen hun tarieven voor de aanvullende verzekering kleine risico's aanzienlijk op te trekken, bijvoorbeeld stapsgewijs met 15% en 6%, dus uiteindelijk met 21%. Met ingang van 1 januari 2005 zouden sommige ziekenfondsen opnieuw een verhoging met 22% opleggen, wat in zes maanden tijd een totale verhoging met 43% betekent.

De reden is de sterke stijging van de uitgaven voor de sector gezondheidszorg, ook bij zelfstandigen, maar ook het verscherpte toezicht door de Controledienst van de Ziekenfondsen, die de entiteiten die de kleine risico's aanbieden zeer strikte regels oplegt betreffende de aanwending van hun reserves. Gevolg daarvan is dat die entiteiten hun reserves in de meeste gevallen niet meer mogen aanwenden om hun tekorten aan te zuiveren, waardoor ze aan hun leden hogere premies moeten vragen. De controledienst dwingt hen daartoe. De normen die hij daarbij hanteert, lijken vooral die ziekenfondsen te benadelen die de voorbije jaren een voorzichtig financieel beheer hebben gevoerd en gecumuleerde boni hebben gerealiseerd.

Eigenaardig, in het licht van de plannen die de regering heeft met de kleine risico's voor de zelfstandigen. Tegen medio 2006, volgens bepaalde geruchten 1 januari 2007, zouden de ziekenfondsen die verzekering niet meer aanbieden, maar zouden alle zelfstandigen via hun wettelijke sociale bijdragen automatisch verzekerd zijn tegen grote én kleine risico's. Zij zouden daarvoor dan een hogere bijdrage betalen. De kleine risico's zouden dus worden opgenomen in het pakket van hun verplichte sociale zekerheid. Men kan zich afvragen waarom reserves moeten worden opgepot voor een verzekering die over enkele jaren niet meer bestaat. Is het de bedoeling van de regering dat de zelfstandigen alle kosten zelf betalen?

Door de overheidssubsidie vandaag alleen te indexeren en niet de stijging van de overheidsinbreng in het verplichte stelsel te volgen, betaalt de overheid steeds minder en betalen de zelfstandigen zelf steeds meer.

Hierbij wil ik enkele objectieve vaststellingen doen. Het oppotten van de reserves bij de ziekenfondsen komt de federale overheid goed uit. Die reserves kunnen bij de incorporatie van de kleine risico's in het sociaal statuut in het stelsel worden ingebracht. Dat komt neer op een mooie eenmalige financiële injectie. Naar verluidt, heeft de Controledienst van de Ziekenfondsen opdracht gekregen erover te waken dat er tegen midden 2006 nog minstens 64 miljoen euro in de reservepot zit.

Een grote verhoging van de premies voor de kleine risico's die zelfstandigen aan hun ziekenfonds moeten betalen, komt de federale overheid eveneens goed uit. De regering kan dan `stoemelings' een fikse verhoging van de sociale bijdragen voor de zelfstandigen doorvoeren en toch zeggen dat de bijdragen amper meer bedragen dan de som van hun vroegere bijdragen en de bijdragen voor de kleine risico's bij hun ziekenfonds. Ze zal er dan vermoedelijk niet bij vermelden dat ze er de voorbije jaren zelf voor gezorgd heeft dat de bijdragen voor die kleine risico's enorm gestegen zijn.

Van de minister had ik graag vernomen of de Controledienst van de Ziekenfondsen richtlijnen heeft gekregen om de reserves in het kader van de vrije verzekering kleine risico's te bewaken?

Onder welke voorwaarden mogen de verschillende entiteiten hun reserves nog aanspreken om hun tekorten aan te zuiveren?

Klopt het dat entiteiten die een gecumuleerd deficit hebben in hun begroting voor de kleine risico's nog gelden mogen aanspreken uit andere diensten om hun tekorten aan te zuiveren?

Zal de regering op het moment van de integratie van de kleine risico's in het sociaal statuut de reserves bij de ziekenfondsen voor de financiering van dit sociaal statuut aanwenden?

Hoe ver staat de regering momenteel al met de voorbereiding van de integratie van de kleine risico's in het sociaal statuut? Werden er na het opschorten van de rondetafelconferentie over het sociaal statuut van de zelfstandigen in het voorjaar 2004 nog initiatieven in dat verband genomen?

Plant de regering nog overleg met de organisaties van het middenveld over de integratie van de kleine risico's in het sociaal statuut? Welke timing houdt de regering daarbij aan?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik heb de Controledienst voor de ziekenfondsen geen enkele richtlijn gegeven om de reserves van de dienst geneeskundige verzorging kleine risico's van de zelfstandigen op een bepaald peil te handhaven. In 1993 werd reeds bepaald hoe de controledienst het jaarevenwicht in die dienst moest evalueren. De controledienst had kort na zijn oprichting in 1991 immers al vastgesteld dat de felle concurrentie tussen de ziekenfondsen vaak aanleiding was om bijdragen te bepalen die uiteindelijk resulteerden in belangrijke boekhoudkundige tekorten. Bijgevolg besliste de controledienst over te gaan tot een a priori evaluatie van het financiële jaarevenwicht. Voor die evaluatie gelden nog altijd de regels die in 1993 werden opgesteld. De evaluatie werd enkel opgeschort in de periode 1998-2002 omdat de aanpassing van de methode voor de verdeling van de rijkstoelagen belangrijke boekhoudkundige regularisaties noodzakelijk maakte. Daardoor was er geen duidelijk zicht meer op de financiële toestand van de individuele ziekenfondsen.

In 2003, bij de hervatting van de jaarlijkse evaluatie van het financiële evenwicht, was de controledienst van oordeel dat de ziekenfondsen niet verplicht konden worden de hoge reserves waarover ze beschikten als gevolg van voormelde regularisaties van de rijkstoelagen, integraal aan te houden. Met de sector werden regels uitgewerkt waarbij het deel van de reserves boven de verplichte solvabiliteitsmarge van 12,5%, binnen bepaalde grenzen mocht worden aangewend voor de vervanging van een deel van de binnen het jaarevenwicht door te voeren bijdrageverhoging. Daarmee wou men voorkomen dat de ziekenfondsen op basis van de aanwezige reserves gedurende een korte termijn de bijdrage zouden verminderen en in een volgende periode onvermijdelijk weer geheel of gedeeltelijk zouden moeten verhogen. Bij de evaluaties van het jaarevenwicht van 2004 en 2005 golden dezelfde regels als in 2003. Uit simulaties blijkt dat volgend jaar binnen het jaarevenwicht 10,6 miljoen euro van de bestaande reserves kan worden aangewend.

Volgens de door de controledienst uitgevoerde simulaties zal de toepassing van voornoemde regels, rekening houdend met de in het jaarevenwicht vastgelegde evolutie van de prestaties voor 2004 en 2005, tot gevolg hebben dat er eind 2005 nog een reserve van ongeveer 40 miljoen euro zal zijn, wat nogmaals het bewijs is dat ik de controledienst geen specifieke richtlijnen heb gegeven om de reserves op minstens 64 miljoen euro te handhaven.

De belangrijke bijdrageverhogingen waarnaar wordt verwezen, zijn dus niet het gevolg van de wijzigingen door de controledienst van de regels van het jaarevenwicht, maar veeleer van drie elementen.

Ten eerste, was er in 2003 een groot verschil tussen de opbrengsten en de kosten, wat een tekort van 21,4 miljoen euro veroorzaakte, waarvan 17,6 miljoen euro ten laste van één verzekeringsinstelling.

Ten tweede, was er een belangrijke daling van de reserves als gevolg van de tekorten geregistreerd voor de boekjaren 2001, 2002 en 2003.

Ten derde was er een aanzienlijke toename van de prestaties. Zo stegen de uitgaven voor prestaties in het eerste semester van 2004 met 9,52% tegenover het eerste semester van 2003.

Er blijkt bovendien dat op basis van begrotingsgegevens voor 2005 in de dienst voor geneeskundige verzorging een stijging kan worden verwacht met 8%.

De controledienst heeft aan de ziekenfondsen die op 31 december 2003 een gecumuleerd deficit optekenden, een herstelplan opgelegd om het tekort uiterlijk tegen eind 2005 aan te zuiveren. De regels die in het kader van dit herstelplan moeten worden nageleefd, werden door alle verzekeringsinstellingen unaniem goedgekeurd. Op 31 december 2003 vertoonden negen entiteiten een gecumuleerd tekort voor een totaal bedrag van 1,4 miljoen euro. De maatregelen die de betrokken entiteiten mogen toepassen, betreffen naast bijdrageverhogingen ook transfers van reserves van andere diensten. Soortgelijke maatregelen werden reeds toegepast in het kader van de herstelplannen voor deze dienst in de periode 1994-1998, toen gecumuleerde tekorten dienden te worden weggewerkt ten bedrage van 40,7 miljoen euro. Er werd ook in middelen voorzien voor de samenstelling van de reservefondsen van de overige diensten van de aanvullende verzekering.

Sommige actoren uit de sector hebben de controledienst voor de ziekenfondsen gevraagd om op basis van het gelijkbeginsel toe te staan dat alle entiteiten de totaliteit van de reserves binnen het jaarevenwicht aanwenden of dat de nodige herstelplannen worden opgelegd aan de ziekenfondsen waarvan de reserves de vereiste solvabiliteitsmarge niet bereiken. Het is duidelijk dat de eerste optie tot gevolg kan hebben dat een aantal ziekenfondsen eind 2005 een gecumuleerd deficit vertonen. De controledienst heeft daarom de tweede optie verkozen, die trouwens in overeenstemming is met de reglementaire bepalingen inzake de reservefondsen. De nodige regels voor de opbouw vanaf 2005 van de vereiste solvabiliteitsmarge, gebaseerd op de gegevens uit de jaarrekening van 2004, zullen in de loop van de volgende weken met de sector worden besproken en nadien worden uitgevaardigd. Het spreekt voor zich dat de te nemen maatregelen om de solvabiliteitsmarge aan te leggen, bijkomende reserves zullen genereren, maar dat is geenszins een gevolg van richtlijnen van mijnentwege.

De overblijvende financiële reserves van de dienst kleine risico's van de ziekenfondsen worden bij beslissing van de Ministerraad van 16 januari 2004 beschouwd als integraal deel uitmakend van de ontvangsten bestemd voor de financiering van het nieuw sociaal statuut van de zelfstandigen, te verdelen over de twee eerste jaren van inwerkingtreding van het nieuwe systeem. Aangezien de financiële reserves niet zijn samengesteld uit de bijdragen voor de verplichte verzekering en eigendom zijn van de leden van die diensten, zullen ze aan de leden worden terugbetaald teneinde de verhoging van de sociale bijdragen van de betrokken zelfstandigen te stuiten. De algemene vergadering van elke eenheid moet de criteria definiëren volgens welke de financiële voordelen onder de leden worden verdeeld.

Tussen eind 2003 en midden 2004 hebben twee werkgroepen, belast met de boekhoudkundige aspecten en met problemen van juridische aard, zich toegelegd op het verduidelijken van de verschillende elementen die moeten worden overwogen voor de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering van de zelfstandigen. Ik ben overgegaan tot de evaluatie van de elementen van het dossier en ik zal de regering een principenota over de uitvoeringsbepalingen en een kalender voor de inwerkingtreding van de hervorming voorstellen. Het spreekt vanzelf dat de regering het operationele uitvoeringsplan van deze hervorming voor advies zal voorleggen aan de verenigingen voor de zelfstandigen.

De heer Jan Steverlynck (CD&V). - De minister spreekt over een stijging van de uitkeringen met 8%. Dat cijfer werd gehanteerd voor de ramingen om de bijdrageverhogingen te bepalen. Het is dan vreemd dat de overheidssubsidie alleen maar geïndexeerd wordt en dat daarvoor niet hetzelfde groeipercentage wordt gehanteerd.

We kunnen er niet onderuit dat dit een forse bijdrageverhoging betekent, die tot 40% kan oplopen, en dat op een ogenblik dat de regering spreekt over kosten- en lastenverlagingen.

Het lijkt me eveneens vreemd dat op grond van verzekeringstechnische principes en solvabiliteitsmarges extra reserves worden aangelegd. Dat zou normaal zijn in een vrije verzekering. Het is echter bekend dat het systeem eindigt op 1 juli 2006 en dan zal worden opgenomen in een verplichte regeling. Volgens de minister zitten we vandaag op 85 miljoen euro en gaan we naar 45 miljoen tegen eind 2005, maar zijn volgens de controledienst 64 miljoen aan reserves vereist. In een verplichte regeling lijkt me dat vreemd.

De integratie is gepland op 1 juli 2006. Er gaan geruchten dat dit zou worden uitgesteld. Ik had graag duidelijkheid. Blijft de regering bij het standpunt om de integratie in de sociale zekerheid door te voeren op 1 juli 2006?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - De regering heeft zich niet uitgesproken over een uitstel. Geruchten blijven geruchten.