3-81

3-81

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 21 OKTOBER 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Mia De Schamphelaere aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over «de voortgang van het dossier geïnterneerden» (nr. 3-365)

De voorzitter. - De heer Renaat Landuyt, minister van Mobiliteit, antwoordt namens mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Ik begrijp dat de minister van Justitie hier niet aanwezig kan zijn. Misschien bevindt ze zich in de leeszalen waar de interessante tentoonstelling over ons Burgerlijk Wetboek wordt geopend. Ik zal daar zo dadelijk ook een kijkje gaan nemen.

Deze vraag over de toestand van de geïnterneerden in onze gevangenissen en psychiatrische afdelingen is al meermaals gesteld. We willen dit probleem inderdaad niet loslaten, omdat een groot aantal internationale instanties, zoals de Raad van Europa, maar ook het mensenrechtencomité van de VN en de Liga voor de Mensenrechten, ons land al meermaals hebben aangeklaagd voor deze aanslepende situatie.

Ik kan de situatieschets misschien overslaan - ik veronderstel dat de minister ze wel heeft gekregen- en meteen bij de vragen beginnen.

In november van vorig jaar heb ik dezelfde vraag gesteld aan de minister van Justitie en op dat ogenblik heeft ze ten stelligste beloofd dat het wetgevende kader, het ontwerp over het statuut van de geïnterneerde, dat ook in de vorige legislatuur al bestond, in het Parlement zou worden ingediend. Ze was ermee bezig, maar er was nog heel wat overleg nodig. Het afgewerkte ontwerp zou echter zeker vóór het zomerreces in het Parlement kunnen worden besproken. Dat is echter niet gebeurd.

Daarom nogmaals de vraag wanneer de teksten worden ingediend. Wat is nu de timing?

Welke beleidsdaden stelt de minister voor om op zeer korte termijn de toestand te verbeteren?

Hoever staat het met het sluiten van akkoorden of ten minste voorakkoorden met de gemeenschappen?

Hoever staat het op dit ogenblik met de begeleiding van gedetineerden in onze gevangenissen?

De heer Renaat Landuyt, minister van Mobiliteit. - Op 5 oktober 2004 verbleven er in Vlaanderen 498 geïnterneerden in de gevangenissen en waren er 90 geïnterneerden, `vrij op proef', opgenomen in de verschillende ziekenhuizen. In Wallonië verbleven er 352 geïnterneerden in de instellingen van Justitie en 366 in de instellingen van het Waals Gewest. De minister van Justitie is er uiteraard van overtuigd dat de gevangenis niet de ideale therapeutische plaats is voor geïnterneerden. Daarom ook herhaalt ze dat ze het punt in maart twee keer en in juli één keer op de agenda van de ministerraad plaatste. Er werd beslist om in Vlaanderen een instelling voor geïnterneerden op te richten en de afdeling in Paifve te renoveren. We spreken over een budget van 61 miljoen euro voor de duur van het meerjarenplan.

Intussen startte ook een werkgroep onder voorzitterschap van professor Cosyns, die dit concept van ziekenhuiscampussen verder zal uitwerken.

Er is een tussentijds verslag waarin alle relevante criteria qua locatie in kaart werden gebracht. Een eindverslag wordt tegen eind dit jaar verwacht.

Wat de ingediende ontwerpen betreft, laat de planning niet meer toe om ze dit jaar in de commissie te bespreken. Er werd immers voorrang gegeven aan de ontwerpen inzake de interne en externe rechtspositie van de gedetineerden, de zogenaamde ontwerpen Dupont en Holsters.

Bij het geplande overleg met de collega's van de nieuwe deelregeringen zal de minister het ontwerp internering zeker op de agenda plaatsen voor een eerste gedachtewisseling.

Voor de verdere uitwerking van de voorakkoorden is het uiteraard aangewezen om de aanbevelingen van de werkgroep Cosyns te kennen.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Ik heb nog heel veel vragen. Ik zal de minister binnenkort hierover interpelleren.