3-80

3-80

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 21 OKTOBER 2004 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Jan Steverlynck aan de minister van Middenstand en Landbouw over «het sociaal statuut van de meewerkende echtgenoot» (nr. 3-369)

De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Ik hoef niet te wijzen op het grote belang van het statuut van de meewerkende echtgenoot. Ik zal het thans niet hebben over de beslissing van de regering om de verplichting voor het maxistatuut te vervroegen naar 1 juli 2005, noch over de belangrijke problematiek van het dreigende pensioenverlies.

Mijn vraag heeft betrekking op de ongehuwde helper van een zelfstandige die met die zelfstandige verbonden is door een verklaring van wettelijke samenwoning. De wet bepaalt dat die groep van personen tot het sociaal statuut van de meewerkende echtgenoot moet toetreden, maar dat er bij koninklijk besluit nog uitvoeringsbesluiten moeten worden genomen.

In principe zijn ongehuwd samenwonenden die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd, momenteel verplicht onderworpen aan het ministatuut van de meewerkende echtgenoot en kunnen zij vrijwillig opteren voor het maxistatuut. Er zijn tot op heden evenwel nog geen uitvoeringsbesluiten getroffen, zodat ervan kan worden uitgegaan dat de wettelijke bepalingen op deze groep nog niet kunnen worden toegepast en dat de betrokkenen nog steeds geen wettelijk statuut hebben. Op het terrein is er dus er nogal wat onduidelijkheid omtrent de rechtstoestand van deze personen.

Graag vernam ik van de minister wat de rechtstoestand is van ongehuwd samenwonenden die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd en die de partner met wie zij samenleven, helpen in diens zelfstandige onderneming. Moeten of mogen zij zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen? Wanneer is de minister van plan uitvoeringsbesluiten te treffen? Wat zullen die inhouden? Zal de toestand voor de betrokken groep geregulariseerd worden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2003?

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw. - Artikel 7bis, paragraaf 1, vierde lid van het koninklijk besluit nummer 38 verruimt het toepassingsgebied van het sociaal statuut van de meewerkende echtgenoot uitdrukkelijk tot de ongehuwde helper van een zelfstandige die met die zelfstandige is verbonden door een verklaring van wettelijke samenwoning.

De wettelijke verruiming van het toepassingsgebied van het sociaal statuut van de meewerkende echtgenoot is duidelijk en laat geen ruimte voor interpretatie. Bijgevolg is het niet nodig dit via koninklijk besluit te bevestigen. Dat heeft tot gevolg dat voor het toepassingsgebied van het sociaal statuut van de meewerkende echtgenoot de wettelijke samenwoning wordt gelijkgesteld met het huwelijk.

Aangezien alle verzekeringsplichtige meewerkende echtgenoten zich verplicht moeten aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds, geldt deze regeling eveneens voor de verzekeringsplichtige meewerkende wettelijk samenwonende partners van zelfstandigen.

Het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen recht in uitvoering van het koninklijk besluit van 27 juli 1967 is van toepassing op de zelfstandigen en de helpers. Aangezien alle verzekeringsplichtige meewerkende echtgenoten en alle verzekeringsplichtige meewerkende samenwonende partners van zelfstandigen helpers zijn, is het voornoemde koninklijk besluit van 19 december 1967 ook op alle verzekeringsplichtige meewerkende samenwonende partners van de zelfstandigen van toepassing.

Enkele specifieke bepalingen van het koninklijk besluit, onder meer de artikelen 11 en 11bis, zijn gewijd aan het sociaal statuut van de meewerkende echtgenoot. Ook die bepalingen zijn van toepassing op de meewerkende wettelijke samenwonende partner van zelfstandigen aangezien de desbetreffende artikelen verwijzen naar de helpers bedoeld in artikel 7bis van het koninklijk besluit nummer 38.

Hoewel er geen specifiek uitvoeringsbesluit werd getroffen voor de meewerkende wettelijk samenwonende partner van zelfstandigen, kan daaruit worden afgeleid dat hun sociaal statuut voldoende uitgewerkt is.

De heer Jan Steverlynck (CD&V). - Omdat personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd volledig gelijk worden geschakeld met de gehuwde partners is dus een uitvoeringsbesluit niet meer nodig?

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw. - Er is inderdaad geen andere interpretatie mogelijk.