3-70

3-70

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 8 JULI 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Mia De Schamphelaere aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken en aan de minister van Mobiliteit en Sociale Economie over «de controle op internationale busdiensten» (nr. 3-340)

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Dinsdagnacht 22 juni voltrok zich een zwaar ongeval met een Belgisch-Marokkaanse bus, waarbij twaalf mensen om het leven kwamen. De betrokken busdienst bleek geen correcte vergunning te hebben, maar reed toch geregeld vanuit een vaste locatie in Brussel naar Marokko. Volgens de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemers, de FBAA, is de situatie onhoudbaar. Ze stelt dat momenteel 95 procent van het personenvervoer per bus van en naar Marokko in illegale handen is. Slechts drie firma's zijn in België gemachtigd om regelmatig reizen te organiseren tussen ons land en Marokko.

De FBAA merkt op dat niet alleen de chauffeurs de rusttijden niet respecteren en de bussen overvol geladen zijn, maar er ook mensen en drugs uit en in ons land worden gesmokkeld. Ook de veiligheid van de andere weggebruikers is in het geding.

Vorige week antwoordde de regering op een vraag om uitleg in de Kamer dat de controle van autocars een prioriteit is voor de FOD Mobiliteit en Vervoer, maar desondanks en niettegenstaande het proces-verbaal dat deze bus onlangs had gekregen, bleef het bedrijf zijn illegale vervoerspraktijken ongehinderd voortzetten.

De FOD Mobiliteit en Vervoer heeft zich in de week van 1 juli gebogen over de problematiek van de Belgisch-Marokkaanse buslijnen. Wat zijn de resultaten hiervan?

Werden er nieuwe maatregelen genomen naar aanleiding van het ongeval? Zal de minister er in de toekomst voor zorgen dat bussen die niet aan de Belgische regelgeving voldoen, niet meer worden ingezet voor langeafstandsvervoer?

Is het niet aangewezen dat bij vertrek in België strenger wordt gecontroleerd of de vergunningen in orde zijn en of er geen illegale goederen worden vervoerd? Moeten er niet meer strengere controles worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in afspraak met Eurocontrol, aan belangrijke grenspunten, zoals aan de grens tussen Spanje en Marokko?

De heer Bert Anciaux, minister van Mobiliteit en Sociale Economie. - Voor het toezicht op de naleving van de wetgeving en de reglementering inzake het vervoer van personen over de weg zijn meerdere controlediensten bevoegd. De federale politie, die dergelijke controles voornamelijk op het autowegennet uitvoert, en de lokale politie, die veeleer moet optreden op de plaatsen van waaruit vertrokken wordt, spelen inderdaad een rol bij die controles.

De verkeersveiligheid is een van de prioritaire doelstellingen van het Nationaal Veiligheidsplan 2004-2007. Het plan voorziet er onder meer in dat het aantal controles op het personenvervoer jaarlijks progressief wordt verhoogd, in het bijzonder de controle op de voorschriften inzake rij- en rusttijden, het overladen en het onderling afstand houden.

Aangezien politiediensten geen hoofdrol hebben inzake bijzondere wetten waarvoor bijzondere inspectiediensten bestaan, wordt verwezen naar de uitvoering van het actieplan betreffende de samenwerking tussen verschillende controlediensten met het oog op de coördinatie van de controles van het personen- en goederenvervoer over de weg, alsmede naar acties die op Europees niveau worden gepland.

In het kader van dit actieplan werd een directiecomité belast met het verwoorden van de voorstellen om het werk op het terrein, de controlerichtlijnen, de organisatie van de controles en de uitwisseling van informatie te verbeteren.

Binnen dit actieplan werden negen provinciale cellen Vervoer opgericht, evenals een permanente coördinatiecel en een directiecomité. Maken daarvan deel uit: het directoraat-generaal Vervoer te land van de FOD Mobiliteit en Vervoer, de federale en lokale politie van de FOD Binnenlandse Zaken, de administratie van douane en accijnzen van de FOD Financiën, de inspectie van de sociale wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de directie van de sociale inspectie van de FOD Sociale Zekerheid, de inspectiedienst van de Rijksdienst voor sociale zekerheid en de FOD Justitie.

De FOD Mobiliteit en Vervoer, die het directiecomité voorzit, heeft de controle op het personenvervoer steeds beschouwd als een prioritaire doelstelling. Zowel nationaal als internationaal worden door de diverse bevoegde controlediensten voortdurend inspanningen geleverd om de verkeersveiligheid van het personen- en goederenvervoer over de weg permanent te verbeteren. Deze diensten voeren ten minste eenmaal per maand een grote controleactie op het wegvervoer uit in elke. Terzijde, Vlaams- en Waals-Brabant worden nog steeds als één provincie beschouwd.

Er wordt bijzondere aandacht geschonken aan de controle op autocars.

Het directiecomité van 1 juli 2004 heeft beslist op donderdag 8 juli 2004 de provinciale cel Brabant samen te roepen. Hierin zijn alle controlediensten vertegenwoordigd en het is de bedoeling een specifiek actieplan op te stellen voor de controle op het vervoer van en naar Marokko. Het probleem zal dan opnieuw onder de aandacht worden gebracht van een vertegenwoordiger van de FOD Justitie, die eveneens werd uitgenodigd. Aanvullend zullen eveneens op nationaal vlak extra controles op het autocarvervoer worden georganiseerd.

De dienst Controle van het Wegvervoer telt 41 wegcontroleurs en 22 bedrijfscontroleurs. Dit personeel dient, in normale omstandigheden weliswaar, zo ingezet te worden dat er een redelijk toezicht is op het totale transport over de weg, zowel in het goederen- als in het personenvervoer. De dienst organiseert geregeld specifieke controleacties op het autocarvervoer, zowel tijdens als buiten de kantooruren. Deze acties vinden zowel in de bedrijven als op de weg plaats. Zo worden er geregeld controles uitgevoerd aan het Brusselse vertrekpunt op de Stalingradlaan.

Van de lokale politie wordt verwacht dat ze de nodige initiatieven neemt om de pakkans te verhogen door een grotere zichtbaarheid en meer gerichte controles. Zo verleent de lokale politie steeds steun aan de controleacties van de directie Controle van het Bestuur van het Vervoer te land. Zoals ik vorige week in de Kamer reeds verklaarde, werd recentelijk nog een dergelijke controle uitgevoerd. Zelf controleert de lokale politie hoofdzakelijk op technische eisen en verzekeringen. De politie van de zone Brussel-Hoofdstad-Elsene voert geregeld dergelijke controles uit op eigen initiatief of op gerechtelijk vlak. Die controles leiden in sommige gevallen tot het immobiliseren van de betrokken bus en er werden ook al belangrijke hoeveelheden verdovende middelen aangetroffen.

Op 5 oktober 1999 werd het internationale samenwerkingsakkoord `Euro Contrôle Route' (ECR) gesloten. De transportministers van acht landen hebben het akkoord nu ondertekend, namelijk België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Spanje, Duitsland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Vier landen hebben in afwachting van de ondertekening van het akkoord het statuut van waarnemer, namelijk Polen, Roemenië, Noorwegen en Oostenrijk. Binnen Euro Controle Route houden twee werkgroepen zich bezig met operationele controles op de weg. De werkgroep Gecoördineerde Controles streeft naar een grotere harmonisering van onder andere de controleprocedures en naar het onderling uitwisselen van controlegegevens over zware overtredingen begaan door buitenlandse bestuurders die afkomstig zijn uit ECR-landen. Zowel tijdens de zomer- als tijdens de wintervakanties organiseren alle ECR-landen gecoördineerde controles op het autocarvervoer.

De werkgroep ad hoc is samengesteld uit België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Spanje en Marokko en legt zich specifiek toe op het autocarvervoer over deze as. Het is precies in dit kader dat de diverse partners een adequate methode zoeken voor een multidisciplinaire aanpak van de problematiek. Hierbij zijn immers meerdere actoren met hun specifieke bevoegdheid betrokken.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Ik dank de minister voor het uitvoerige overzicht van alle diensten die betrokken zijn bij de controles. Er wordt inderdaad heel wat overlegd en vergaderd, maar de vraag is of er niet vooral een zware bureaucratie wordt opgebouwd. De vertrekpunten van mogelijk illegale busreizen zijn nochtans ruim bekend, zeker in sommige Brusselse wijken. Voor wie echt controles wil uitvoeren, is het echt niet moeilijk om resultaten te boeken.

Het verbazingwekkende in dit geval was dat de busuitbater al een proces-verbaal had gekregen en dat hij desalniettemin zijn gewone gang kon blijven gaan. De vraag is of het departement en al de mensen die de controles moeten uitvoeren, wel echt tot resultaten willen komen. Ik vrees dat ook hier de vraag rijst naar de slagkracht van onze al te bureaucratische administratie.