3-70

3-70

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 8 JULI 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Mia De Schamphelaere aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de financiële ondersteuning van de palliatieve zorg» (nr. 3-395)

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - De Vlaamse, Waalse en Brusselse Federaties Palliatieve Zorg lanceerden gisteren een oproep om aandacht te besteden aan de financiering van hun sector. Omdat de federale regering zich momenteel vermoedelijk bezighoudt met de voorbereiding van een begrotingscontrole, met het oog op een regeringsverklaring in september of oktober, is het tijdstip van hun oproep dan ook uitstekend gekozen.

Op dit ogenblik bedraagt het globale federale budget 74 miljoen euro. Een budgetverhoging met 20% is absoluut noodzakelijk, onder meer om te investeren in ondersteuningsteams die ziekenhuisartsen kunnen helpen kiezen voor een behandeling die patiënten in de terminale fase nog levenscomfort geeft.

Een tweede argument is dat de thuisverzorging beter moet worden gesteund omdat het merendeel van de patiënten thuis in familiekring wenst te sterven. Voor velen is dat thans onmogelijk.

Wat is het globale budget dat dit jaar werd uitgetrokken voor de ondersteuning van de palliatieve sector? Welke initiatieven heeft de minister dit jaar reeds genomen en welke plant hij bij de volgende begrotingsopmaak? Welke budgetten worden daarvoor vooropgesteld? Zal hierbij rekening worden gehouden met de vragen van de federaties? Zal de minister een wetgevend initiatief nemen over een kader voor de medische beslissingen bij het levenseinde, zoals werd gevraagd in een resolutie in de Kamer? Wordt hieromtrent een evaluatie gemaakt?

Volgens de euthanasiewet moet de federale Evaluatiecommissie Euthanasie haar evaluatierapport en statistisch verslag uiterlijk op 20 september 2004, dus binnen twee maanden, overmaken aan het Parlement. Zal die timing worden gehaald?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Het globale budget voor palliatieve zorg dat door de federale overheid via Volksgezondheid en via het RIZIV in 2004 beschikbaar werd gesteld bedraagt afgerond 112 miljoen euro, wat merkelijk meer is dan het bedrag dat door de federaties wordt aangehaald. Voor bepaalde gedeelten van dit bedrag moet ik me baseren op de uitgaven van 2003, aangezien ze een onderdeel vormen van een globaal budget en dus niet apart worden begroot. Ik sluit evenwel niet uit dat de uitgaven in 2004 meer zullen bedragen dan de vermelde 112 miljoen euro.

Mijn beleid inzake palliatieve zorg is de voortzetting van het vorige beleid. Thans gebeurt er een dubbele evaluatie. Enerzijds gebeurt dit bij het RIZIV voor de initiatieven die door deze instantie worden gefinancierd. De evaluatie wordt eerstdaags afgewerkt en er volgt een eindrapport. Anderzijds verwacht ik binnen een vrij korte termijn ook van de Evaluatiecommissie Palliatieve Zorg een rapport. Nieuwe initiatieven kunnen pas worden overwogen nadat ik kennis heb genomen van de beide evaluatierapporten en moeten worden geraamd binnen de budgettaire mogelijkheden voor 2005.

Momenteel overweeg ik geen nieuwe wettelijke maatregelen inzake het levenseinde. Zoals mevrouw De Schamphelaere zelf al aangaf, zal het eerste officiële verslag van de Evaluatiecommissie Euthanasie, dat krachtens de euthanasiewet elke twee jaar moet worden gemaakt, in de maand september worden ingediend. Het is dus te vroeg om nu al beslissingen te nemen.

De resolutie inzake een prospectieve studie over de medische verrichtingen bij het levenseinde, die eind april door de Kamer werd goedgekeurd, bepaalt uitdrukkelijk in haar eerste punt dat ze kadert in de globale prioriteiten inzake volksgezondheid. Ik ben van plan om het punt van een dergelijke studie, met inbegrip van de manier waarop ze concreet moet worden uitgevoerd en de punten die ze moet analyseren, te bestuderen zodra ik in het bezit ben van het verslag van de Evaluatiecommissie Euthanasie. Het is immers van belang dat de nieuwe studie zich eerder richt op de punten die de Evaluatiecommissie Euthanasie niet behandelt en een aanvulling biedt op de eventuele vragen die het verslag van de Evaluatiecommissie oproept.

Ten slotte kan ik vanzelfsprekend niet in de plaats van de Evaluatiecommissie Euthanasie garanderen dat de termijnen worden nageleefd. Ik zal de voorzitter van de commissie vragen het verslag, voor zover mogelijk, binnen de vastgestelde termijnen aan het parlement te overhandigen.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Fundamenteel vraagt de goed uitgewerkte nota, waaraan alle Federaties Palliatieve Zorg van het land hebben meegewerkt, een verhoging van het budget. Zij spreken van 74 miljoen euro. De minister heeft het over 112 miljoen. Ofwel zien de Federaties meer dan een kwart van wat de minister wenst te besteden aan palliatieve zorg niet, ofwel heeft de minister het over andere zaken. De vraag is eigenlijk of de minister zal luisteren naar de vragen van de sector palliatieve zorg en of hij bij de volgende begrotingsopmaak met deze vragen rekening zal houden.

De federale Evaluatiecommissie heeft vooral de opdracht om de euthanasiewet te evalueren. De vraag in de resolutie die in de Kamer werd goedgekeurd is echter ruimer. Ze gaat over alle medische beslissingen bij het levenseinde waarvoor de euthanasiewet uitdrukkelijk geen wettelijk kader biedt. Wachten op het rapport van de evaluatiecommissie om een beslissing te nemen over een onderzoek naar alle medische beslissingen bij het levenseinde, vind ik dan ook merkwaardig. We zullen dus zeker nog terugkomen op deze zaak.