3-68

3-68

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 1 JULI 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Mia De Schamphelaere aan de staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging over Ğde toenemende regelzucht en het beleid van de regering terzakeğ (nr. 3-385)

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Het verheugt me de staatssecretaris hier te mogen ontmoeten. Ik heb vernomen dat het hem moeite heeft gekost om hier aanwezig te zijn omdat hij volop aan het werk is in het raam van de Vlaamse onderhandelingen, wat uiteraard een belangrijke opdracht is. Of heeft hij het zo druk met de vernieuwing van zijn partij? Ook dat is een nobele doelstelling. Jong en onrustig als hij is, is hij nog steeds op zoek naar de echte uitdaging. Welnu, de uitdaging ligt hier voor het grijpen.

Volgens een ophefmakend rapport van een gezaghebbende instantie, het adviesbureau McKinsey, zijn niet de belastingsdruk, noch de te lage activiteitsgraad de rem op onze economische groei, maar de administratieve overlast. In dat rapport worden tevens een aantal cijfers openbaar gemaakt. Vorig jaar zouden er 62.435 bladzijden nieuwe regelgeving zijn bijgekomen. Het lijkt er dus sterk op dat van de administratieve vereenvoudiging, een van de politieke thema's van de paarse modelstaat, nog niet veel terecht is gekomen. Dat wordt trouwens bevestigd door de tweejaarlijkse metingen van het Planbureau. Daaruit blijkt dat de kosten voor ondernemers in 2002 nog gestegen waren tot bijna 9 miljard euro.

Is de staatssecretaris ervan overtuigd dat de vooropgestelde twaalf werken en het Kafka-plan afdoende zullen zijn om de toenemende inflatie aan regelgeving in te dijken?

Denkt hij dat de preventieve Kafka-test werkt, gelet op de cijfers inzake nieuwe regelgeving?

Welke concrete realisaties zijn er reeds voortgevloeid uit het samenwerkingsakkoord van 10 december 2003?

Hoe valt de nieuwste programmawet van de regering met zijn talrijke legistieke correcties op vorige programmawetten en nieuwe regels te rijmen met dit verhaal van vereenvoudiging?

De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - De kost van de administratieve lasten voor de ondernemingen, uitgedrukt in een percentage van het BBP is, in tegenstelling tot wat mevrouw De Schamphelaere beweert, niet gestegen maar gedaald of gestabiliseerd. In 2000 was de administratieve last voor de bedrijven volgens het Planbureau gelijk aan 3,48% van het BBP. In 2002 was die kost gedaald tot 3,43% van het BBP. Nederland zit op 3,6%. Volgens de Europese Commissie bedraagt het gemiddelde in de EU van de 15 lidstaten 3,5%. De situatie dramatiseren is dus verkeerd. Ik heb trouwens de zogenaamde spectaculaire cijfers van McKinsey zelf bekendgemaakt in september 2003. Het zijn de cijfers van het Planbureau betreffende 2002. Mijn beleid afrekenen op basis van cijfers van 2002 is dus verkeerd.

Voor de spectaculaire toename van het aantal bladzijden van het Belgisch Staatsblad bestaan een aantal objectieve factoren. Ingevolge de regionalisering van het land neemt het aantal wetgevende akten en besluiten toe. Bovendien worden die vertaald. Dat betekent een vernegenvoudiging tegenover de jaren zeventig en tachtig door regionale materies. De toename enkel toeschrijven aan de Belgische Staat is dus fout. Sinds de jaren tachtig zijn ook Duitse vertalingen vereist. Bovendien verschenen supplementen van het Staatsblad vroeger afzonderlijk. Nu worden die in het Staatsblad opgenomen. Dat betekent een toename met 5.000 bladzijden. Om de participatie van de burger aan te moedigen worden nu ook voorontwerpen en ontwerpen in het Staatsblad gepubliceerd. Zo werd het gewestelijk structuurplan Brussel, bijna 2.000 bladzijden lang, drie keer gepubliceerd, namelijk in voorstel, in ontwerp en definitief. Verder is er de toename van Europese wetgeving en de omzetting van richtlijnen. De richtlijn over het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg bevat 2.000 bladzijden. Omgezet in regionale wetgeving moet die driemaal worden gepubliceerd. In 2004 zal door de toetreding van tien nieuwe EU-lidstaten ongeveer 10.000 bladzijden moeten worden gepubliceerd alleen al inzake de toetredingsakten van deze Staten.

De cijfers van het Planbureau zijn voor mij veel indicatiever dan die van het Staatsblad.

De voorziene maatregelen zijn voldoende. Ik voer uit wat is beloofd. Dat is een belangrijk politiek devies en ik vermoed dat dit ook voor u zo is. Als in het regeerakkoord staat dat de administratieve vereenvoudiging twaalf opdrachten betreft, dan moet ik die ook uitvoeren. Vandaag zijn er vier van de twaalf uitgevoerd. Inmiddels hebben wij een Kafka-plan opgesteld waarin nieuwe maatregelen werden opgenomen.

Ik geef twee voorbeelden waaruit blijkt dat de administratieve vereenvoudiging wel degelijk werkt. Door de invoering in de sociale zekerheid van de volledige elektronische communicatie met de overheid besparen we jaarlijks 240 miljoen papieren attesten voor de ondernemingen. Nederlandse collega's zijn jaloers op ons systeem. Het opstarten van een bedrijf vergt nu 34 dagen. In de jaren negentig moest men naar het handelsregister en de kamers van ambachten en neringen gaan en bedroeg de termijn gemiddeld 56 dagen.

Uw tweede vraag gaat over de Kafka-test. Die test werd goedgekeurd op 26 mei jl. en zal in werking treden op 1 oktober 2004. Beweren dat hij niet heeft gewerkt, gaat dus niet op want hij bestond nog niet. Ik was de eerste om hem in te voeren en ik hoop dat ook de regionale regeringen dat zullen doen. Ik hoop dat de Vlaamse informateur dat zal opnemen en ik ben benieuwd wat daar concreet in zal staan.

Ik wil met aandrang aan uw fractie en aan iedereen in dit parlement vragen om de tekst over de commissie voor de wetsevaluatie, die in de Kamer van Volksvertegenwoordigers is goedgekeurd, snel te behandelen en goed te keuren in de Senaat. Het is de verantwoordelijkheid van Kamer en Senaat ervoor te zorgen dat we niet tot 2006 op die commissie moeten wachten.

Wat het samenwerkingsakkoord betreft, werden een aantal realisaties in de voorbije maanden reeds uitgevoerd: de afschaffing van de eensluidendverklaring, de vereenvoudiging van de studiebeurzen, het Kafka-meldpunt en het Kafka-rapport. Er zijn intussen verkiezingen geweest en we moeten nu zien wat de nieuwe regering zal opleveren. Ik heb een brief gestuurd aan de informateurs om aan te dringen op administratieve vereenvoudiging.

Ten slotte, wat uw vraag over de jongste programmawet betreft, wil ik erop wijzen dat de programmawet een aantal beslissingen omzet die genomen werden op de Ministerraden van Gembloux en Oostende. Er wordt vaak gezegd dat die beslissingen niet of te traag worden uitgevoerd. Als dat dan via een programmawet wel gebeurt, is het weer niet goed. Zo kunnen we bezig blijven.

Het klopt dat bijvoorbeeld de verhoging van het minimumpensioen voor zelfstandigen nieuwe regels met zich meebrengt. Wat dat betreft, ben ik nogal pragmatisch: als men die nieuwe regels als overbodig bestempelt, leid ik daaruit af dat men geen voorstander is van een verhoging van het minimumpensioen voor zelfstandigen.

De programmawet bevat ook belangrijke vereenvoudigingen: de afspraken over de arbeidsflexibiliteit, de verhoging van het aantal overuren in de bouw en de uitbreiding van de dienstencheques. Als u daar tegen bent, moet u maar tegen stemmen.

Ik geef toe dat een en ander legistiek altijd beter kan. De dienst wetsevaluatie van de Senaat doet in dat opzicht voortreffelijk werk. Persoonlijk denk ik dat de echte vereenvoudiging waar de burger en het bedrijfsleven op wachten niet zozeer de legistieke correcties zijn, maar wel de administratieve vereenvoudigingen die men in het concrete dagdagelijkse leven voelt, bijvoorbeeld bij het starten en runnen van een bedrijf.

Ik besluit: administratieve vereenvoudiging is niet de onschuldige term waar u op doelt. Vereenvoudiging heeft wel degelijk vaak een ideologische achtergrond. Wat voor u als te veel overkomt, is voor een linkse partij absoluut noodzakelijk. Bovendien is administratieve vereenvoudiging een paradoxaal gegeven. Iedereen is voor vereenvoudiging en minder papier, maar zodra men op het terrein komt van een heel specifieke belangengroep, waar papier dient als bescherming, is men plotseling voor meer papier. Tegen deze titanen moet ik verder strijd leveren. Maar wees gerust, ik geef niet op.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Uw gedrevenheid blijkt voor ons allen in deze zaal, alleen dringt van wat u hier verkondigt weinig door tot het werkelijke leven. Ik heb gisteravond veel ondernemers ontmoet. Zij bevestigen dat de bureaucratie een onmogelijke zaak is geworden in dit land en ze zien geen verbetering. Ik wens u dus nog veel moed in uw huidige functie.

De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - Het is juist dat die administratieve vereenvoudiging waarvoor ik sedert tien of elf maanden politiek verantwoordelijk ben er niet zomaar zal komen als ik zie welke reglementitis de vorige regeringen hebben vertoond. Er is recent wel degelijk concrete vooruitgang geboekt. Vraag dat maar eens aan notarissen en aan starters wat het handelsregister betreft.

Ook in de sociale zekerheid en in verband met de elektronische belastingsaangifte voor zelfstandigen en mandatarissen van vennootschappen werden belangrijke stappen gedaan. Ik kan nog veel concrete projecten opsommen. Maar het is met vereenvoudiging als met belastingsverlaging: het kan nooit genoeg zijn.

Ik zeg u wel duidelijk: let op als u nieuwe voorstellen indient om zelf niet te veel bureaucratie te creëren. Ik heb namelijk een aantal voorstellen gezien waarbij ik toch wel bedenkingen heb.