3-51 | 3-51 |
M. le président. - Mme Kathleen Van Brempt, secrétaire d'État à l'Organisation du travail et au Bien-être au travail, adjointe au ministre de l'Emploi et des Pensions, répondra au nom de M. Frank Vandenbroucke, ministre de l'Emploi et des Pensions.
Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BLOK). - In januari 2004 waren er in Vlaanderen 216.234 niet-werkende werkzoekenden, 3.046 meer dan een maand voordien en maar liefst 17.468 of 8,8% meer dan in januari 2003. In Vlaanderen is 6,8% van de mannen en 9,7% van de vrouwen werkloos.
Bijna 90.000 Vlamingen zitten al langer dan een jaar zonder job en 44.000 Vlamingen zijn al langer dan twee jaar werkloos. De korte werkloosheid daalt met 2,3% op jaarbasis, maar de groep van langdurig werklozen zit in stijgende lijn. Dat toont aan dat de crisis structurele vormen aanneemt. De volledige werkloosheid in ons land nam vorig jaar toe met 6,8% tot 704.221 personen, en jammer genoeg wordt hiermee de tendens van 2002 voortgezet.
Het gaat dus allesbehalve goed met onze arbeidsmarkt en gezien de aanhoudende economische laagconjunctuur moet er niet te gauw beterschap worden verwacht. Het uitblijven van de verhoopte conjunctuuropleving valt trouwens niet alleen uit de werkloosheidscijfers af te lezen. In januari gingen opnieuw 631 bedrijven over de kop, opnieuw een recordaantal. Dat is een stijging met 3,4% tegenover dezelfde maand van vorig jaar en het hoogste aantal sinds 1999. De negatieve scores blijven elkaar opvolgen. Wat een ontnuchtering!
Bij het aantreden van de regering beloofde premier Verhofstadt nochtans 200.000 nieuwe jobs. Ik herinner me nog altijd de woorden op de achtergrond van elke persconferentie "Objectief 200.000". "Werk, werk en nog eens werk" is of was de slogan van de regering. Mijn vraag in drievoud is "waar, waar en nog eens waar?"
Bovendien blijkt er iets ernstig te schorten aan de datatransmissie tussen de gewesten en de RVA. Dat bewijst het recente jaarverslag van de RVA nog maar eens. De regionale bemiddelingsdiensten meldden vorig jaar 10.490 dossiers van onwillige werklozen. Maar liefst twee derde daarvan, of 6.736 dossiers, werd doorgespeeld door Vlaanderen. De Waalse Forem was amper goed voor 5,7% of 596 meldingen! Slechts één van de 325 werkweigeringen komt uit Wallonië! In een antwoord gaf de minister trouwens aan dat in de eerste drie maanden van 2003 twintig keer meer werkonwillige Vlamingen werden gestraft dan Waalse. Op die manier wordt het uiteraard erg moeilijk om een accuraat beeld te krijgen van de werkloosheid en om een efficiënte arbeidspolitiek te voeren.
Daarom stelde ik u graag volgende vragen. Heeft de minister de werkgelegenheidscijfers sinds het begin van deze regeerperiode, namelijk de cijfers van het tweede en derde kwartaal van 2003? Zo niet, hoe denkt de minister dan te kunnen meten wanneer er 200.000 jobs bijgekomen zijn?
Hoeveel mensen zijn er nu al bijkomend aan het werk sinds de 200.000 jobs ons werden beloofd? Waar staat de teller op het ogenblik, gezien de slechte werkloosheidscijfers begin 2004? Hoe en waar wordt er geteld en wat is de telmethode van de regering? Wanneer telt een job nu eigenlijk voor een job?
Wat zal de minister ondernemen om de doorstroming van gegevens te versterken tussen de regionale bemiddelingsdiensten en de RVA? Van waar de grote verschillen in datatransmissie tussen de verschillende gewesten? Gebeurt de controle op werklozen op eenzelfde manier?
Mevrouw Kathleen Van Brempt, staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen. - Het statistisch apparaat in België is op het ogenblik niet in staat op elk moment van het jaar een exact beeld te geven van de toestand en de evolutie van de werkgelegenheid. In normale omstandigheden worden de administratieve werkgelegenheidscijfers door de RSZ ten vroegste tien maanden na de referentiedatum - de laatste dag van het kwartaal - ter beschikking gesteld.
Op 1 januari 2003 is de RSZ echter overgestapt op een ander systeem voor het verzamelen van gegevens, namelijk de multifunctionele aangifte, beter bekend als de DmfA. De meest recente cijfers over de sector van de loontrekkenden die nu beschikbaar zijn, zijn die van het vierde kwartaal van 2002. Volgens de meest recente informatie zal de RSZ niet in staat zijn op zeer korte termijn gegevens over 2003 ter beschikking te stellen, omdat de aangifte van een aantal zeer grote werkgevers nog niet verwerkt is.
Een tweede bron inzake werkgelegenheidsevolutie is de enquête naar de arbeidskrachten van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Uit de vergelijking van het jaargemiddelde over het volledige jaar 2002 en de eerste drie kwartalen van 2003, blijkt dat er 17.752 werkenden minder waren. Tot slot dient opgemerkt te worden dat het streefcijfer van 200.000 jobs betrekking heeft op een termijn die de volledige regeerperiode bestrijkt.
Wat de vijfde vraag betreft, kan ik u meedelen dat op de federale ministerraad van 2 april 2004 het nieuwe samenwerkingsakkoord betreffende de actieve opleiding en de opvolging van werklozen op de agenda staat. Dit samenwerkingsakkoord voorziet naast de engagementen van de gewesten en gemeenschappen inzake de opleiding en vorming van de werklozen eveneens in een vernieuwende procedure inzake de transmissie van de gegevens tussen de gewestelijke bemiddelingsdiensten en de federale staat. De nieuwe afspraken inzake contactname van de werklozen verlenen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningen ook de mogelijkheid zelf de werkwilligheid van de werklozen op te volgen.
De werkloosheidsreglementering zal binnenkort in die zin worden aangepast.
Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BLOK). - Ik vreesde al dat er problemen zijn met de beschikbaarheid van juiste cijfers. Ik vraag mij af hoe men een tewerkstellingsbeleid moet voeren op basis van de cijfers van 2002. Ik vind het onvoorstelbaar dat men zoveel achter staat met de verwerking van statistische gegevens.
Ik heb echter nog altijd geen antwoord op mijn vraag wie er telt en waar de teller op dit moment staat. Ik weet dat men streeft naar 200.000 jobs tegen het eind van de legislatuur. Ik hoop dat er intussen zijn bijgekomen. Hoeveel zijn het er precies? Ik heb de indruk dat de minister mijn pertinente vragen ontwijkt. Men heeft het altijd over 200.000 jobs, maar ik geloof niet in spektakelpolitiek. Ik vind het ongehoord dat men op die manier met het werkgelegenheidsbeleid blijft omspringen.