3-47 | 3-47 |
De heer Patrick Hostekint (SP.A-SPIRIT). - Het Afrikaanse land Niger komt bij ons slechts sporadisch in het nieuws. Dat veranderde wel even halfweg vorige maand met de eerste afzonderlijke buitenlandse missie van prinses Mathilde aan het op één na armste land ter wereld. Tijdens dit vijfdaagse bezoek sloot minister Verwilghen trouwens een gezondheidsakkoord voor een bedrag van 11 miljoen euro. Ook werd een intentieverklaring gesloten om in de onderwijssector over vijf jaar 8 miljoen euro te investeren.
Die bijkomende bilaterale hulp kunnen we alleen maar toejuichen, want de statistieken voor Niger blijven onthutsend: slechts 17 procent van de kinderen kan lezen en schrijven, de kindersterfte loopt op tot 265 per 1000, 60 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens en 2 op 3 armen zijn vrouwen. Ik neem dan ook aan dat de Belgische hulp kadert in de strijd tegen de armoede in het land. In het totaal zal de Belgische ontwikkelingssamenwerking tot 2008 ongeveer 43,33 miljoen euro uittrekken voor de bilaterale hulp aan Niger.
In de rand van het bezoek viel ons oog evenwel op een klein artikeltje over een kleinschalig project waarbij men fietsen wil inzamelen voor Niger. Wielerlegenden Eddy Merckx, Lucien Van Impe, Roger De Vlaeminck en anderen hebben hun schouders onder dit project gezet. Het opzet is om in ons land vijftig degelijke koersfietsen, reservemateriaal en kledij in te zamelen.
Het initiatief kadert in de opzet om in november van dit jaar voor het eerst in 20 jaar opnieuw een wielerronde van Niger te organiseren. In navolging van de bekende ronde van Burkina Faso wil initiatiefnemer Dr. Karel Ringoet - voorzitter van de vzw EurAfri - een project opzetten in samenwerking met het lokale ministerie van Sport om het wielrennen in Niger opnieuw te laten opbloeien. De negendaagse rittenkoers wordt dan ook in eerste instantie voorbehouden aan Afrikanen.
Is minister Verwilghen bereid om dit unieke fietsinzamelproject te steunen? Ik wijs de heer Coveliers erop dat dit niet om te lachen is; het gaat hier om een interessant project om een van de armste landen ter wereld te steunen. Is minister Verwilghen bereid over dit thema contact op te nemen met de ministers van Sport en Ontwikkelingssamenwerking van de deelregeringen? Als gemeenschapssenator zal ik Vlaams minister Keulen hierover alleszins een vraag stellen.
De heer Marc Verwilghen, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - Ik heb de initiatiefnemers van de vzw EurAfri tijdens hun persconferentie op 4 maart jongstleden laten feliciteren en bedanken voor de oprechte inspanningen die ze leveren voor Niger, een land dat de Belgische Ontwikkelingssamenwerking na aan het hart ligt en waar nog heel wat moet worden gerealiseerd. Niger, dat gecatalogeerd staat als het tweede armste land ter wereld, is dat misschien niet, maar alleszins behoort het land tot de armste ter wereld, zoals ik trouwens heb ondervonden tijdens het plaatsbezoek dat ik gedurende mijn missie met H.K.H. Prinses Mathilde aan dat land heb gebracht. Humanitaire hulp, voedselzekerheid en de verbetering van het onderwijs en in het bijzonder van de rechten van de vrouw kunnen elke helpende hand gebruiken. Hierop moet de Belgische Ontwikkelingssamenwerking zich dan ook hoofdzakelijk concentreren.
Natuurlijk maakt ook sport een belangrijk deel uit van de samenleving. Uit ervaring weet men dat sport het excellente bindmiddel is voor het maatschappelijk weefsel. Het geeft mensen energie, kracht en levenslust. Daarom verheugt het mij dat de actie van EurAfri in het thema van de wielersport staat, waarbij het nodige materiaal wordt ingezameld om deze eens zo bloeiende sport in Niger te laten herleven.
Ik wens EurAfri veel succes toe met haar verdere acties ten voordele van de wielersport in Niger en zal waar mogelijk het initiatief vooral moreel ondersteunen en er de nodige ruchtbaarheid aan geven, wat trouwens de reden is waarom men mij heeft gecontacteerd. Het gaat de betrokkenen niet om het inzamelen van financiële hulp. Daarvoor hebben ze hun eigen kanalen en daarin zullen ze slagen. Ze hebben alleen gevraagd naar morele ondersteuning, die ik hen dan ook heb toegezegd. De betrokkenen kunnen terecht bij mijn administratie voor de modaliteiten van medefinanciering, evenals voor de strikte regels waarop we geen uitzonderingen kunnen maken.
De spreker vraagt zich af of het noodzakelijk is ook contact op te nemen met de ministers van Sport van de deelregeringen. De vertegenwoordigers van de vzw kunnen en zullen zelf de nodige contacten leggen, maar niets belet de senator de betrokken ministers te interpelleren, want zij kunnen dezelfde bijdrage leveren als ik, waarbij ik doe opmerken dat het verzoek van de vzw aan de ministers van de deelregeringen natuurlijk verder kan gaan dan wat ze mij hebben gevraagd.
De heer Patrick Hostekint (SP.A-SPIRIT). - Ik dank de minister voor zijn antwoord dat me evenwel enigszins ontgoochelt. De minister antwoordt het project moreel te zullen ondersteunen. Volgens hem heeft de vzw geen financiële steun nodig omdat ze andere inkomstenbronnen heeft, maar de vzw heeft die steun wel nodig. Een afgevaardigde van het kabinet van de minister, die op de persconferentie aanwezig was, heeft op financieel vlak desondanks geen enkele toezegging gedaan, hoewel dit nochtans werd gevraagd. Ik betreur dit ten zeerste.
De bevolking reageert goed op dit initiatief, waarbij fietsen en koersmateriaal worden geleverd, maar jammer genoeg zijn die alleen nog goed voor de schroothoop. Dit materiaal wordt met de beste bedoelingen geleverd, maar het is geen koersmateriaal. Het gaat in feite om 50 racefietsen tegen 50.000 frank. Voor mij mag dat nog oplopen tot 100.000 frank per fiets. Dat is 3 à 5 miljoen in het totaal, op een budget van Ontwikkelingssamenwerking dat 40 miljard bedraagt. Dat is dus een heel klein bedrag. Volgens de minister vraagt Niger geen financiële hulp, maar dat doen ze wel en ik vind het jammer dat de minister zo reageert. Met morele ondersteuning zijn deze mensen niets.
Ik heb verwezen naar de wielerronde van Burkina Faso. Rond dat project zijn andere projecten ontstaan, zoals het boren van waterputten, gefinancierd door privé-sponsors. Ook in Niger is het precies de bedoeling dat er dergelijke nevenprojecten ontstaan. Het antwoord van de minister ontgoochelt mij dus sterk.
De heer Marc Verwilghen, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - Ik zal proberen de ontgoocheling van de heer Hostekint iets weg te nemen. Ik heb contact laten nemen met de betrokken vzw en ze bleken erg verveeld te zitten met deze vraag. Bovendien hebben ze nog eens herhaald dat het hen er niet om te doen is geld te krijgen, maar wel morele ondersteuning. Als ze iets meer nodig hebben, dan mogen ze mij dat vragen.