3-47

3-47

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 18 MARS 2004 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Jean-Marie Dedecker à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur «les restrictions à la liberté de la presse dues à l'attitude de S.A.R. le Prince Laurent» (nº 3-257)

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Bij diverse gelegenheden liet Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Laurent zich uitermate denigrerend uit jegens journalisten, in het bijzonder die van VTM. De betrokkenen verklaren zwaar gechoqueerd te zijn door zijn gedrag. Door zijn representatieve taken niet te vervullen met de waardigheid die men van het Koningshuis mag verwachten, tast de prins het gezag van de constitutionele monarchie aan.

De intimiderende houding van de prins is de facto een beknotting van de persvrijheid. Het recht van de burger om door de media geïnformeerd te worden over zaken van publiek belang wordt aldus immers niet langer gewaarborgd. Voor het Europees Hof voor de rechten van de mens is de public watchdog role van de media essentieel. De houding van de prins kan leiden tot het zogenaamde chilling effect en de media ervan weerhouden om in de toekomst te publiceren over zaken van openbaar belang. Resolutie 1165 uit 1998 van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, getiteld Right to privacy, en de Declaration on freedom of political debate in the media, aangenomen op 12 februari 2004, verschaffen ons in dit debat duidelijke richtlijnen, ook met betrekking tot het recht op privacy van publieke figuren.

Het is mij niet te doen om het privé-leven van de prins. Wat mij stoort is dat ons twee jaar geleden op grond van allerlei argumenten een dotatie van 25.000 euro netto per maand voor de prins door de strot werd geramd. De regering beweerde toen dat ze met die dotatie verlost was van het zoeken naar een volwaardige broodwinning voor de prins.

De voorzitter. - Wat heeft dat met uw vraag te maken? Uw vraag is schandalig. Ik heb geaarzeld die vraag te aanvaarden. Uw houding is onaanvaardbaar. Dat is pure demagogie.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Ik moet geen baronstitel krijgen. Ik ben verkozen door het volk. De prins wordt betaald door het volk. Wie betaald wordt door het volk, moet verantwoording afleggen. (Applaus van het Vlaams Blok)

De voorzitter. - U moet nadenken over wat u vertelt over inwoners van het land.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Als een persoon een dotatie van 25.000 euro netto per maand krijgt, heeft het volk recht op respect van die persoon.

De voorzitter. - Als u zoveel voor het land zou doen als prins Laurent, zou u misschien het recht hebben om dat te zeggen. De Belgen zullen nooit vergeten dat u in de gevangenis bij Dutroux was. Telkens als het nodig is, zal ik de mensen daaraan herinneren.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Ik heb die sleutel daar niet gelegd. Ik gebruik ook geen zout. Ik had meer dan 65.000 voorkeurstemmen. Ook eminente historici, zoals professor Van den Wyngaert, vinden dat de prins zich moet verontschuldigen voor zijn gedrag. Wij hebben destijds de dotatie toegekend op voorwaarde dat de prins onder een soort van curatele werd geplaatst. Hij is de enige prins in Europa die geen kroonprins is en die toch een dotatie krijgt.

Zal de prins zich verontschuldigingen tegenover de betrokken journalisten? Zo neen, waarom niet? Hoe ziet de minister de houding van de prins in het licht van de rechten van de media, zoals onder meer bepaald in het EVRM en de Declaration on freedom of political debate in the media? Hoe zal de regering ervoor zorgen dat de persvrijheid in ons land naar letter en geest zal worden gewaarborgd bij de publieke optredens van de leden van het Koningshuis? Ik herinner eraan dat ik, indien nodig, de minister een videocassette kan overhandigen waarin de prins tot zevenmaal toe journalisten uitscheldt voor leugenaars en profiteurs.

De voorzitter. - Het is in een Parlement totaal onaanvaardbaar zoiets te zeggen over welke burger in het land ook. Dat zijn fascistische methodes. (Hevig protest van het Vlaams Blok)

De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - Het Reglement bepaalt wat mag worden gezegd. Is het Reglement fascistisch? Als we hier niet mogen zeggen wat we denken, mogen we het nergens doen.

De voorzitter. - De freedom of speech van het Vlaams Blok ken ik wel! We hebben vanmiddag daarvan nog een staaltje gezien in de Kamer.

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie. - Krachtens de Grondwet is het principe van de onschendbaarheid, dat tot uiting komt in de regel van de ministeriële medeondertekening, alleen van toepassing op de titularis van de koninklijke functie, met uitsluiting van alle andere leden van de koninklijke familie, ongeacht of ze al dan niet geroepen zijn om te regeren.

Het principe van de onschendbaarheid betekent dat het Staatshoofd alleen binnen de politieke sfeer kan handelen wanneer hij politiek gedekt wordt door een lid van Zijn regering. Dat principe houdt in dat niemand de verantwoordelijkheid van het Staatshoofd kan inroepen op politiek, strafrechtelijk of burgerrechtelijk gebied (dat laatste punt onder voorbehoud van het systeem van de civiele lijst).

Aangezien dit principe niet van toepassing is op de andere leden van de koninklijke familie, zijn de prinsen en prinsessen, net zoals alle burgers, vrij om hun mening te uiten, zonder dat de regering op dat gebied over enig controlerecht beschikt. Tegelijk zijn ze ook onderworpen aan dezelfde plichten als die burgers, wat betekent dat ze strafrechtelijk of burgerrechtelijk ter verantwoording kunnen worden geroepen als ze bij het uitoefenen van een vrijheid de bepalingen van de wet miskennen.

Het recht om de pers te bekritiseren kan diverse vormen aannemen, waaronder die van een karikatuur. Natuurlijk is op dat gebied niet alles toegelaten. De vrijheid van meningsuiting betekent niet dat men mag schelden of zich lasterlijk mag uitlaten. Het komt echter de gerechtelijke instanties en niet de minister van Justitie toe zich uit te spreken over het feit of in een concreet geval de grenzen van de vrije meningsuiting al dan niet werden overschreden.

Ik deel niet de opvatting dat het hebben van een minder flatterende persoonlijke opinie over welbepaalde leden van de media betekent dat de persvrijheid in gevaar wordt gebracht. Er zijn vele voorbeelden van personen die, op bepaalde momenten, een vorm van ergernis uitspraken tegenover de media. Ik heb de media toen nooit horen spreken over een inperking van de persvrijheid.

Een optimale relatie tussen de Prins en alle media is dus geen conditio sine qua non voor het bestaan van de persvrijheid. Ik stel vast dat de handel en wandel van de leden van het Koninklijk Huis meer dan ooit het onderwerp zijn van reportages in de diverse media. De openheid naar de pers is dus zeer groot.

Ik deel dan ook geenszins uw vrees voor de aantasting van de basisregels in onze samenleving. Op geen enkel ogenblik worden de rechten van de media in hun rol van waakhond van de democratie rechtstreeks of onrechtstreeks in gevaar gebracht.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Ik weet dat alleen de Koning onder het rechtstreeks gezag van de regering valt. Toch vind ik het hoogst eigenaardig dat er geen enkele democratische controle bestaat op de uitlatingen van prins Laurent, die wij 25.000 euro netto per maand toekennen. Twee jaar geleden werd daarvoor het alibi ingeroepen dat de prins op deze wijze onder het toezicht van de regering zou vallen. Nu wordt net het tegenovergestelde beweerd.

De heer Hugo Coveliers (VLD) (beroep op het reglement). - Mijnheer de voorzitter, onze fractieleider is wettelijk verhinderd. Daarom zal ik mij tot u richten. U hebt daarnet tegen een VLD-senator gezegd dat hij fascistische methodes toepast. Ik vraag u die woorden terug te trekken, want het ging niet om fascistische methodes en zelfs als dat zo was, vind ik het niet gepast dat u dat zegt.

M. le président. - Quand on porte des accusations à l'encontre de n'importe quel citoyen sans que celui-ci puisse se défendre, on porte atteinte aux libertés individuelles des citoyens de ce pays. Un parlementaire qui agit de la sorte ne respecte pas les règles démocratiques de notre pays. Et je ne retire pas mes propos.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Prins Laurent is lid van deze Vergadering. Als ik hem hier zou zien, zou ik hem die vraag kunnen stellen. Mijnheer de voorzitter, u zegt dat ik fascistische methoden gebruik; dat neem ik niet! U spreekt trouwens tegen wat de minister daarnet heeft gezegd: als Prins Laurent van regeringswege niet mag antwoorden, dan betekent dit dat hij uit naam van de regering spreekt...

De voorzitter. - Mevrouw de minister heeft gesproken over de vrijheid van meningsuiting van iedere burger en heeft uitgelegd dat de prinsen niet hetzelfde statuut hebben als het staatshoofd. Dat was het uitgangspunt van haar uiteenzetting. Natuurlijk is het zo dat wanneer de Koning iets zegt, dat onder controle van de regering moet gebeuren. Voor de prinsen is dat niet zo. Ze zeggen wat ze willen, zoals elke burger van dit land.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Waarom zegt u dan dat hij zich niet kan verdedigen? U hebt zich toch ingespannen opdat hij lid zou worden van deze Vergadering.

De voorzitter. - Dat was zijn constitutioneel recht.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Dan moet hij maar komen en zijn recht uitoefenen.

De voorzitter. - Zijn alle senatoren hier op dit moment aanwezig? Gaat u eerst aankondigen dat u zulke uitlatingen zult doen over deze of gene burger van dit land?

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - U kent de onderwerpen van mijn vragen; ze worden vooraf ter goedkeuring aan u voorgelegd.

De voorzitter. - Ik had uw vraag moeten weigeren. U moet artikel 69 van ons reglement eens opnieuw lezen.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - U moet de regels van de democratie opnieuw leren!