3-491/2

3-491/2

Belgische Senaat

ZITTING 2003-2004

9 MAART 2004


Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag nr. 181 betreffende de particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling, aangenomen te Genève op 19 juni 1997


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR DE HEER TIMMERMANS


I. INLEIDING

De commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging heeft het wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag nr. 181 betreffende de particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling, aangenomen te Genève op 19 juni 1997 (zie stuk Senaat, nr. 3-491/1, 2003/2004) besproken tijdens haar vergadering van 9 maart 2004.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

De minister verwijst naar de memorie van toelichting bij het wetsontwerp. De bevoegdheden die het onderwerp vormen van dit Verdrag zijn in België grotendeels overgeheveld naar de deelstaten. Het Verdrag regelt de federale restbevoegdheid.

III. UITEENZETTING DOOR DE MINISTER VAN WERK EN PENSIOENEN

De minister verklaart dat de gewesten het Verdrag reeds hebben geratificeerd. Enkel de Raad van de Duitstalige Gemeenschap moet nog zijn instemming betuigen. Dit zal binnenkort geschieden. De regelgeving zal in principe van kracht worden op 1 januari 2005.

IV. BESPREKING EN STEMMINGEN

Mevrouw Durant verklaart dat zij zich verzet tegen het gemengd beheer van de arbeidsbemiddeling. De door de Internationale Arbeidsorganisatie uitgewerkte regeling ontneemt de overheid haar leadership ten voordele van de private sector en is zeker niet bevorderlijk voor de dienstverlening van de overheid aan de werkzoekenden.

De artikelen 1 en 2, alsook het wetsontwerp in zijn geheel, werden eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitster,
Jacques TIMMERMANS. Anne-Marie LIZIN.

De door de commissie aangenomen tekst
is dezelfde als de tekst
van het wetsontwerp
(zie stuk Senaat, nr. 3-491/1 ­ 2003/2004)