Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-9

ZITTING 2003-2004

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Vraag nr. 3-286 van mevrouw De Roeck d.d. 19 september 2003 (N.)
Delcrederedienst. ­ Verzekering van wapenexport.

Artikel 16 van de wet van 31 augustus 1939 op de Nationale Delcrederedienst bepaalt onder meer dat de ministeriële afgevaardigde aan de raad van beheer de « algemene lijnen der door de Nationale Delcrederedienst te volgen politiek » meedeelt. Het lijkt me evident dat, zeker inzake gevoelige dossiers zoals de verzekering van wapenexport, de minister via zijn ministeriële afgevaardigde in de Delcrederedienst er over waakt dat de Delcrederedienst geen beleid voert dat in strijd is met het beleid van de regering of dit beleid zou kunnen schaden, maar dat integendeel de minister via zijn afgevaardigde erover waakt dat de Delcrederedienst zich perfect schaart achter het beleid uitgetekend door de regering.

Kan de geachte minister mij meedelen welke algemene beleidslijnen van de door de Delcrederedienst te volgen politiek door zijn afgevaardigde aan de raad van beheer van de Delcrederedienst gegeven werden ?

Welke algemene beleidslijnen in het door de Delcrederedienst te volgen beleid inzake de verzekering van dossiers inzake wapenexport werden door de afgevaardigde van de minister aan de raad van beheer gegeven ?

Antwoord : Ik kan het geachte lid het volgende meedelen :

1. In de programmawet van 24 december 2002 wordt in titel XI ­ Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking ­ Hoofdstuk I ­ Nationale Delcrederedienst, meer bepaald artikel 455 voorzien in een aantal wijzigingen betreffende de NDD. In fine is de eerste minister niet langer vertegenwoordigd in de raad van bestuur, maar wordt vervangen door de minister bevoegd voor Overheidsbedrijven.

De raad van bestuur is op dit moment evenwel nog niet vernieuwd. Immers, na het aantreden van de nieuwe regering heb ik in uitvoering van voornoemde programmawet alle betrokken overheden, federaal en op gewestniveau, aangeschreven met de vraag naar aanduiding hunnentwege van hun leden en plaatsvervangers in de raad van bestuur. Omdat niet alle bijdragen snel werden ontvangen is het vraagstuk van de bijdragen met de aanduiding van de leden op de agenda van het overlegcomité van 14 januari 2004 geagendeerd, dit opdat het aanstellings-koninklijk besluit zo snel mogelijk kan geagendeerd worden op de federale Ministerraad. Slechts van zodra ik alle antwoorden heb ontvangen, kan de nieuwe raad van bestuur worden benoemd door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Het is ook op dat moment dat ik voor het eerst over een vertegenwoordiger in de raad van bestuur zal beschikken.

Wat meer bepaald het te volgen beleid betreft inzake de verzekering van dossiers inzake wapenexport, wens ik erop te wijzen dat die materie werd overgedragen naar de gewesten, die elk over eigen vertegenwoordigers in de raad van bestuur beschikken en zullen beschikken.

Weze nog genoteerd dat, in overeenstemming met het oprichtings-koninklijk besluit van de NDD, de ministeriële vertegenwoordigers bij de beraadslagingen van de raad van bestuur de beslissingen kunnen schorsen welke zij strijdig achten met de wetten, het oprichtingsreglement of de belangen van het Rijk, waarbij de afvaardigende minister uitspraak dient te doen binnen vijf werkdagen na de schorsing.