3-43

3-43

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 12 FEBRUARI 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over «de procedure om 2500 bijkomende operationele politieambtenaren op straat te laten functioneren» (nr. 3-192)

De voorzitter. - Mevrouw Fientje Moerman, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, antwoordt namens de heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken.

De heer Ludwig Vandenhove (SP.A-SPIRIT). - Ik betreur dat ook deze week weer de ene na de andere publieke verklaring over de politiehervorming wordt afgelegd. Men zou zich daarvan beter onthouden. Het wordt voor mij als burgemeester en als voorzitter van de Senaatscommissie voor de Binnenlandse Zaken moeilijk buiten die discussie te blijven.

Het zou beter zijn om de politiehervorming rustig haar gang te laten gaan. Een werkgroep evalueert dat proces overigens geregeld.

Mijn vraag betreft de 2500 federale politieambtenaren die volgens de regeringsverklaring het operationeel corps moeten versterken. In Info nieuws, een officieel document van de federale politie dat onder alle politiediensten wordt verspreid, wordt deze week een voorstel geformuleerd om 2500 administratieve krachten de straat op te sturen. Het voorstel stoelt geheel op vrijwilligheid, maar het vooropgezette aantal van 2500 eenheden wordt niet gehaald. Een officieel document van de federale politie spreekt dus eigenlijk de doelstellingen van de regeringsverklaring tegen. Dat punt in de regeringsverklaring werd deze week nog bevestigd en ikzelf blijf er ten volle achter staan.

Kent de minister van Binnenlandse Zaken de inhoud van dat document, die haaks staat op de regeringsverklaring en op de publieke verklaringen?

Binnen welke termijn denkt de regering haar belofte waar te maken?

Dinsdag, nog vóór de verklaring van de premier en van de minister, heb ik de minister van Binnenlandse Zaken verzocht om de grote baas van de federale politie te horen in de Senaatscommissie voor de Binnenlandse Zaken. Ik wil graag van de minister vernemen hoe de federale politie denkt 2500 bijkomende politieambtenaren op het terrein te kunnen sturen en binnen welke termijn.

Mevrouw Fientje Moerman, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - Ik vind het volkomen logisch dat de heer Vandenhove de regering hierover ondervraagt, want in de regeringsverklaring wordt inderdaad bepaald dat de capaciteit van de lokale politie tegen het einde van de regeerperiode met 2500 fulltime eenheden moet worden verhoogd. Voor alle duidelijkheid wil ik vooraf stellen dat dit niet betekent dat er 2500 bijkomende fulltime politieagenten in dienst worden genomen.

De concrete vertaling van de leuze `meer blauw op straat' zal haar beslag krijgen in een hele reeks maatregelen waaronder personeelsverschuivingen die de operationele inzetbaarheid van de lokale politie verhogen. Op die manier kan de capaciteit van de lokale politie zoveel mogelijk worden voorbehouden voor haar kerntaak, namelijk de basispolitiezorg.

Het gaat over de volgende concrete maatregelen:

Ten eerste, moeten politieagenten maximaal op het terrein worden ingezet. Administratieve en logistieke taken moeten zo veel mogelijk door burgerpersoneel worden uitgevoerd.

Daarom kreeg de federale politie de opdracht om in de komende zes jaar 1080 operationele personeelsleden uit de CALOG-bedieningen naar reëel operationele bedieningen over te hevelen.

Een gelijksoortige operatie in de lokale korpsen moet eveneens een belangrijke operationele capaciteit vrijmaken. In diezelfde filosofie kunnen burgers worden ingezet voor de bemanning van de arrondissementele informatiekruispunten en van de communicatie- en informatiecentra. Om die grootschalige operatie vlot te doen verlopen, werd een hele reeks begeleidingsmaatregelen uitgewerkt waarover met de syndicaten overleg is gepleegd. Ze maken een vlekkeloze overgang van het CALOG-werk naar het operationele werk op het terrein mogelijk en zorgen ook voor de continuïteit in de werking van de niet-operationele diensten.

Ten tweede, door de installatie van het veiligheidskorps zullen de voorleiding, het vervoer en de bewaking van gevangenen in het kader van het strafproces zoveel mogelijk aan de lokale politie worden onttrokken.

De minister van Justitie spant zich momenteel in om de veiligheidsbeambten aan te werven. Ongeveer 60 beambten werden al in dienst genomen.

Ten derde, over de arbeidstijdregeling van de politieagenten werd met de syndicale organisaties onderhandeld. De agenten zullen flexibeler en dus meer op het terrein kunnen worden ingezet. Hetzelfde zal worden bereikt met een betere bestrijding van het absenteïsme. Die wijzigingen werden negatief onthaald door de syndicaten en zijn onder meer de oorzaak van de sociale onrust bij de politie.

Ten vierde, het systeem van de gehypothekeerde capaciteit wordt zoveel mogelijk afgebouwd. Het systeem houdt in dat elke lokale politie een deel van de capaciteit moet vrijhouden om steun te verlenen aan andere politiezones bij omvangrijke opdrachten van de bestuurlijke politie. Naast een grotere interzonale samenwerking komt het erop neer de federale reserve zodanig te oriënteren dat de belasting van de lokale politie tot een minimum wordt teruggebracht. In die zin werd reeds voorzien in een budget voor de versterking van de federale reserve om die in een eerste fase met 65 personen te kunnen uitbreiden.

Voorts zal de bevoegdheid van de hulpagenten worden uitgebreid.

Ook de interzonale samenwerking moet blijvend worden geïntensifieerd, onder meer door de oprichting van één enkel slachtofferonthaal voor meerdere zones.

De Commissie voor begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau buigt zich momenteel en in samenwerking met de procureurs des Konings, over de problematiek van de kantschriften. Een groot deel van de beschikbare capaciteit van de lokale politie gaat immers naar de uitvoering van kantschriften van het parket, die vaak van administratieve aard zijn.

Er worden ook een aantal maatregelen uitgewerkt om bij te dragen tot een administratieve vereenvoudiging. Een vereenvoudiging van het mobiliteitsstelsel van de agenten ligt momenteel ter tafel in het onderhandelingscomité met de syndicaten.

Meer in het algemeen en in aansluiting op het voorgaande, zal erop worden toegezien dat zowel de operationele als de niet-operationele steun van de federale politie maximaal wordt afgestemd op de behoeften en verwachtingen van de lokale component van de geïntegreerde politie. De bestuurlijke directeur-coördinator, heeft hierbij een belangrijke rol te vervullen.

De heer Ludwig Vandenhove (SP.A-SPIRIT). - Ik sta achter de maatregelen die de minister naar voren brengt, onder meer het plan om de bijkomende 2500 agenten op straat te krijgen. Dat belet echter niet dat ik de minister in de volgende weken opnieuw zal ondervragen. Zijn antwoord bevestigd dat er een tegenstelling blijft bestaan tussen de visie van de meerderheid en die van de federale politie. In de rondzendbrief, de interne nota die de federale politie naar alle korpsen heeft gestuurd, wordt het getal van 1080 manschappen ook vermeld, maar er wordt duidelijk gezegd dat ze vrijwillig kunnen kiezen. Er zal dus altijd een discrepantie blijven tussen het aantal waarop de meerderheid zich baseert en het aantal waar de federale politie van uitgaat.

Ik vraag de minister om volgende week tijdens zijn communicatie met de grote baas van de federale politie de zaak uit te klaren.