3-404/2 | 3-404/2 |
4 FEBRUARI 2004
De commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging heeft het wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België, de Regering van het Groothertogdom Luxemburg en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Federale Regering van de Federale Republiek Joegoslavië betreffende de terug- en overname van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst of verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, en met het Uitvoeringsprotocol en zijn Bijlagen 1 tot 8, gedaan te Belgrado op 19 juli 2002 (stuk Senaat, nr. 3-404/1, 2003-2004) besproken tijdens haar vergadering van 3 februari 2004.
De vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken verwijst naar de memorie van toelichting bij het wetsontwerp.
De voorzitter verklaart dat in de grensgebieden met Macedonië en met Kosovo in de Federale Republiek Joegoslavië, zoals rond de steden Mitrovitsa en Kumanova, de Albaneessprekenden in bijzonder moeilijke omstandigheden leven. Er dient rekening gehouden te worden met het feit dat er in bepaalde zones nog altijd levensbedreigende omstandigheden heersen. Spreekster is bijgevolg van mening dat het ook vandaag nog in bepaalde gevallen niet aangewezen is personen terug te voeren naar Joegoslavië. Spreekster verklaart zich om deze reden bij de stemming te onthouden.
De minister merkt op dat de personen afkomstig uit die regio's in de praktijk en in de huidige omstandigheden om verschillende redenen niet worden teruggestuurd.
De artikelen 1 en 2, alsmede het wetsontwerp in zijn geheel, worden aangenomen met 5 stemmen bij 3 onthoudingen.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur, | De voorzitster, |
Jacques TIMMERMANS. | Anne-Marie LIZIN. |
De door de commissie aangenomen tekst
is dezelfde als de tekst
van het wetsontwerp
(zie stuk Senaat, nr. 3-404/1 2003/2004)