3-363/2

3-363/2

Belgische Senaat

ZITTING 2003-2004

16 DECEMBER 2003


Wetsontwerp houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de arbitrage in verband met de reactivering en de modernisering van de IJzeren Rijn, gesloten te Den Haag bij wisseling van nota's gedagtekend op 22 juli 2003 en 23 juli 2003


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR DE HEER TIMMERMANS


De commissie voor de Buitenlandse betrekkingen en voor de Landsverdediging heeft het wetsontwerp houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de arbitrage in verband met de reactivering en de modemisering van de IJzeren Rijn, gesloten te Den Haag bij wisseling van nota's gedagtekend op 22 juli 2003 en 23 juli 2003 (zie stuk Senaat, nr. 3-363/1, 2003-2004) besproken tijdens haar vergadering van 16 december 2003.

1. Inleidende uiteenzetting door de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

De minister wijst erop dat voorliggend akkoord uitsluitend de kwestie van de arbitrage in verband met de reactivering en de modemisering van de IJzeren Rijn betreft.

2. Bespreking

De voorzitster vraagt waarom het advies van de Haven van Luik niet in dit verdrag is opgenomen.

De heer Paque vraagt hoe de kosten van de arbitrageprocedure, die volgens de memorie van toelichting (blz. 2) op 734 000 euro worden geraamd, zullen worden verdeeld. Spreker wenst tevens te vernemen welk tribunaal werd aangeduid om deze kwestie te beslechten.

De heer Timmermans meldt dat deze kwestie het voorwerp uitmaakte van een gedachtewisseling binnen de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad. Vooral de kwestie van de kostprijs der aanpassingswerken vormde een probleem, vermits de Belgische onderhandelaars de indruk hadden dat de Nederlandse regering de kostprijs systematisch opdreef, met de bedoeling dat België het algemeen akkoord over de IJzeren Rijn niet zou goedkeuren.

De details van het tracé, zoals de verbinding met de Antwerpse haven en met Wallonië, kortom de aansluiting op het bestaande net, moeten door de NMBS verder worden uitgewerkt.

Op de vraag van de heer Paque betreffende de verdeling van de kostprijs, antwoordt de minister dat beide landen elk de helft zullen dragen.

3. Stemmingen

De artikelen 1 tot en met 3, alsmede het wetsontwerp in zijn geheel, worden eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitster,
Jacques TIMMERMANS. Anne-Marie LIZIN.

De door de commissie aangenomen tekst
is dezelfde als de tekst
van het wetsontwerp
(zie stuk Senaat, nr. 3-363/1 - 2003/2004)