3-406/1 | 3-406/1 |
9 DECEMBER 2003
Artikel 276 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : « Onderlinge toestemming wordt enkel toegestaan indien het huwelijk aangegaan werd ten minste twee jaar vóór het ogenblik van de neerlegging van het verzoekschrift bedoeld in artikel 1288bis van het Gerechtelijk Wetboek. »
Als echtgenoten vaststellen dat hun huwelijk mislukt is en het willen ontbinden, moet de echtscheiding met onderlinge toestemming de voorkeur krijgen. Dat is de meest menselijke manier om te scheiden, die tevens voor de minste conflicten zorgt. Daarom moeten echtgenoten die van deze mogelijkheid gebruik willen maken, dat ook kunnen.
De indiener van dit voorstel meent dan ook dat de voorwaarde dat een huwelijk ten minste twee jaar voordien moet zijn aangegaan om een aanvraag tot echtscheiding met onderlinge toestemming te kunnen indienen, moet worden afgeschaft.
Bij een schuldgebonden echtscheiding wordt deze voorwaarde niet opgelegd. Het valt te vrezen dat koppels die nog geen twee jaar gehuwd zijn en wensen te scheiden met onderlinge toestemming, dit niet doen en een type echtscheiding kiezen die eigenlijk minder is aangepast aan hun situatie.
Het Franse recht bepaalt bijvoorbeeld dat echtgenoten minstens zes maanden gehuwd moeten zijn (artikel 230, artikel 3, van het Burgerlijk Wetboek). De Franse oplossing is minder dwingend dan de Belgische en vormt een bijkomende stap naar een vereenvoudiging van de echtscheiding met onderlinge toestemming. De indiener wenst voort in die richting te gaan door dit type echtscheiding toegankelijk te maken voor alle koppels die hun huwelijk willen ontbinden.
Dit voorstel strekt er dus toe deze voorwaarde af te schaffen.
| Christine DEFRAIGNE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 276 van het Burgerlijk Wetboek, vervangen bij de wet van 20 mei 1997, wordt opgeheven.
13 november 2003.
| Christine DEFRAIGNE. |