Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-4

ZITTING 2003-2004

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Vraag nr. 3-245 van de heer Istasse d.d. 5 september 2003 (Fr.) :
Belgacom. ­ Tarieven. ­ BIPT. ­ Banden met de Staat. ­ Toekomst van het bedrijf.

In ons land woedt momenteel een concurrentieslag tussen de vaste telefoonoperatoren. Belgacom heeft 80 % van de markt in handen. Ondanks hogere tarieven ten opzichte van haar concurrenten en een nieuwe aangekondigde prijsstijging op 1 augustus 2003 onder het mom van een indexaanpassing, behoudt Belgacom haar dominante positie. Belgacom scoort slecht in vergelijkende onderzoeken, meer bepaald wat betreft naburige oproepen, internettoegang en oproepen vanaf mobiele telefoons.

Klanten van de nieuwe operatoren betalen aan Belgacom een bijdrage, plus zeer hoge interconnectietarieven wanneer zij een Belgacom-abonnee willen bereiken.

Het BIPT, dat belast is met de controle op de interconnectietarieven, beschouwt ze blijkbaar als normaal. Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie hangt echter af van de Staat, de belangrijkste aandeelhouder van Belgacom. Is de Staat in deze bijgevolg geen rechter in eigen zaak ?

Zou men, met het oog op de toekomst van het personeel, zich niet moeten afvragen wat de vooruitzichten zijn van een overheidsbedrijf, dat veel hogere tarieven hanteert dan zijn concurrenten ?

Antwoord : De naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom deelt mij, in antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen, het volgende mee.

1. Belgacom wenst eerst en vooral te reageren op de bewering dat haar tarieven in vergelijkende studies slecht gepositioneerd zouden zijn, meer bepaald wat betreft lokale oproepen, internettoegangen en oproepen op draagbare telefoons.

a) Lokale oproepen

Sedert 2000 hanteert Belgacom één nationaal tarief, onafhankelijk van de afstand. Een dergelijk uniform tarief creëert een grotere transparantie voor de gebruikers. In andere landen bestaan er nog twee, zelfs drie tarieven in functie van de afstand. Voor een correcte vergelijking van de tarieven moet rekening gehouden worden met deze bijzonderheid en dient de kostprijs voor de communicatie (lokaal, korte afstand en lange afstand) globaal geanalyseerd te worden. Te noteren valt dat men dankzij dit type tariefbepaling oproepen kan uitvoeren naar ongeveer 5 miljoen lijnen over het hele nationale territorium tegen de prijs van een zonaal gesprek.

b) Internettoegangen

Zowel voor de internettoegangen via inbelverbinding (met behulp van een klassieke modem), als voor de breedbandtoegangen via ADSL-verbinding kunnen de tarieven van Belgacom niet als slecht gepositioneerd beschouwd worden.

Wat inbelverbindingen betreft, is Belgacom bij de goedkoopste op de Belgische markt, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de tarieven in daluren (waar het grootste gebruik zich situeert).

Tarieven in daluren (september 2003)

Belgacom : 1,70 eurocent/min (1)

Telenet : 2,04 eurocent/min

Euphony : 2,11 eurocent/min

Netnet : 2,20 eurocent/min

Wat breedbandtoegangen betreft, blijkt dat de ADSL-tarieven van Belgacom zeer goed geplaatst zijn ten opzichte van andere historische Europese operatoren, vooral wanneer men rekening houdt met de maximumsnelheid die aan de klanten wordt verstrekt : 39,95 euro inclusief BTW voor een maximumsnelheid van 3 Mbit/s (megabit per seconde).

Geen enkele andere historische operator in Europa biedt dergelijke snelheden aan voor residentiële gebruikers. BT biedt weliswaar een dienst aan tegen 38,88 euro, maar wel voor een snelheid van slechts 512 kbit/s (kilobit per seconde), of zes keer minder snel. Bij Telefonica wordt een dienst aangeboden tegen 139,20 euro voor een snelheid van 1 Mbit/s.

Andere voorbeelden :

Telecom Italia : 64,95 euro ­ 1 Mbit/s

France Telecom : 80 euro ­ 1 Mbit/s

KPN : 88,15 euro ­ 1,5 Mbit/s

Deutsche Telecom : 129,93 euro ­ 1,5 Mbit/s

c) Oproepen op draagbare telefoons

Belgacom gaat ervan uit dat de opmerking slaat op oproepen van vast naar mobiele (in plaats van op mobiel). In dit opzicht wijst Belgacom erop dat de tarieven van de vaste toestellen naar de mobiele telefoontoestellen onderworpen zijn aan de voorwaarden van de interconnectiekosten die ze betaalt aan de verschillende mobiele operatoren om gesprekken te voeren op hun netwerken. Aangezien Belgacom de verplichting heeft om haar prijzen af te stemmen op de kosten, dient ze iedere daling/stijging van de kosten naar mobiele bestemmingen te integreren in haar tarieven voor de vaste telefonie, een verplichting die zij trouwens herhaaldelijk is nagekomen tijdens de laatste jaren en maanden.

2. Alternatieve operatoren kunnen van het Belgacom-netwerk gebruik maken om hun hele of gedeeltelijke telefoonverkeer af te wikkelen naar gelang van de omvang van hun eigen netwerk.

De kosten die door de andere operatoren aan Belgacom worden betaald voor het gebruik van haar netwerk worden interconnectiekosten genoemd. Belgacom draagt de verplichting deze kosten af te stemmen op de reële kostprijs. Ze worden jaarlijks goedgekeurd door het BIPT op basis van een kostenmodel ontwikkeld door het BIPT. Deze kosten zijn met een gemiddelde van ongeveer 50 % gedaald sinds 1998.

Belgacom wijst erop dat alternatieve operatoren zoals Telenet en Versatel in omgekeerde zin, dat wil zeggen voor oproepen gericht aan hun klanten, Belgacom interconnectiekosten aanrekenen die 5 tot 7 maal hoger zijn dan die van Belgacom zelf, wat aantoont dat de kosten die ze zelf doorrekent redelijk zijn.

Aangezien Belgacom de verplichting werd opgelegd om haar prijzen af te stemmen op de kosten, dient ze iedere daling/stijging van de interconnectiekosten naar andere netwerken te integreren in haar tarieven voor de vaste telefonie.

Wanneer consumenten van Belgacom dus een klant bij een alternatieve operator wensen te bereiken, betalen zij indirect mee aan de hogere interconnectietarieven opgelegd door deze operatoren, die Belgacom moet reflecteren in haar eigen tarieven. In dit geval zijn de hogere tarieven dus niet het gevolg van een beslissing van Belgacom, maar wel van 1) wat de andere operatoren aanrekenen voor hun interconnectie en 2) de verplichting om deze door te rekenen in de prijs aan de consument.

3. De interconnectiekosten worden inderdaad door het BIPT gecontroleerd en goedgekeurd. Het BIPT handelt hierin volledig onafhankelijk. Deze onafhankelijkheid werd versterkt door de inwerkingtreding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector (Belgisch Staatsblad van 24 januari 2003) die het BIPT nog meer autonomie verleent ten opzichte van de regering.

Anderzijds dient erop gewezen te worden dat de goedkeuring van de interconnectietarieven gebaseerd is op een kostenmodel ontwikkeld door het BIPT in samenwerking met een extern adviesbureau. Bovendien worden de interconnectietarieven vóór ze goedgekeurd worden ter advies voorgelegd aan de sector.

4. U mag er zeker van zijn dat Belgacom alles in het werk stelt om competitief te blijven en een tarievenbeleid te ontwikkelen, waardoor ze de concurrentie het hoofd kan bieden.