3-21

3-21

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 20 NOVEMBER 2003 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Mia De Schamphelaere aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over «de opsluiting van geïnterneerden in de gevangenissen» (nr. 3-26)

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Ondanks herhaalde berispingen van internationale en nationale instanties, kritiek van belangengroepen zoals de vzw Opvang Tekort, blijft de positie van geestesgestoorde delinquenten zorgwekkend. Het debat sleept al meer dan twintig jaar aan, maar er is heel weinig vooruitgang. We hebben dat onlangs nog kunnen vaststellen bij ons bezoek aan de instelling van Merksplas. Ongeveer 80% van de geïnterneerden die daar in een gevangenissfeer opgesloten zijn, heeft van de Commissie ter Bescherming van de Maatschappij de toelating om te verhuizen naar een psychiatrische instelling waar ze een behoorlijke behandeling kunnen krijgen. Dat betekent dat 80% van de gevangenen daar niet op zijn plaats is. Ondertussen formuleert de minister voorstellen in verband met de voorlopige hechtenis om de capaciteit in de overbevolkte gevangenissen te verbeteren. Misschien kan de minister mij straks het juiste cijfer geven, maar er zouden onmiddellijk 700 tot 800 plaatsen kunnen vrijkomen mocht de situatie van de geestesgestoorde delinquenten op een behoorlijke wijze worden aangepakt

Zo heeft het Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling van de Raad van Europa al meermaals kritiek geuit op de Belgische situatie. In zijn rapport van 1997 heeft het een hele reeks toestanden aangeklaagd.

Honderden van deze mensen zijn in onze gevangenissen opgesloten voor feiten waarvan zij zelf de draagwijdte niet begrijpen en krijgen geen aangepaste verzorging.

In 1997 werd er reeds gepleit voor een nieuwe structuur voor de acht psychiatrische afdelingen in België, aangezien ze hun wettelijke opdracht, namelijk de observatie van gedetineerden onder aanhoudingsbevel, tot dusver nooit volledig hebben kunnen vervullen.

Verder pleitte de internationale Commissie voor `adequate medische voorzieningen voor de behandeling en de begeleiding van geïnterneerden'. De Commissie stelt een partnerschap tussen Justitie en Volksgezondheid en een geïntegreerd en gediversifieerd netwerk voor ambulante en residentiële behandeling voor. Voor de begeleiding van de geïnterneerde moet een prestatieverbintenis worden uitgewerkt, waarin de rechten en de plichten van de geïnterneerde, de therapeut of de therapeutische instelling.

We hebben inderdaad een grote frustratie vastgesteld bij mensen die wel degelijk beseffen dat ze recht hebben op een psychiatrische behandeling, maar ze niet krijgen. Ze vragen een persoonlijk stappenplan om hun situatie te verbeteren.

Aangezien het veiligheids- en strafuitvoeringsbeleid een federale materie is en hulp- en dienstverlening aan gedetineerden een gemeenschapsmaterie, is er voor een degelijke uitbouw van de opvang en begeleiding van geïnterneerden samenwerking nodig tussen de bevoegde diensten van de federale en van de gemeenschapsoverheid.

Daarom werd er op 26 maart 2001 een protocolakkoord gesloten tussen de toenmalige ministers van Justitie en van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, houdende de krachtlijnen van verdere samenwerking op het grensgebied welzijn en justitie. Specifiek voor de geïnterneerden namen beide ministers toen de beslissing `deze problematiek grondig aan te pakken'. Er zouden zorgcircuits worden ontwikkeld voor de opvang, met voldoende psychiatrische eenheden binnen de structuur van meerdere psychiatrische klinieken. Er zouden terzake samenwerkingsakkoorden worden gesloten, onder meer om `te zorgen voor een betere toegang van geïnterneerden met een mentale handicap tot de voorzieningen van het Fonds voor Sociale Integratie van personen met een handicap'.

In een door de Vlaamse Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen besteld beleidsadvies van 10 juni 2002 aangaande de geïnterneerden met een mentale handicap in de gevangenissen werd volgende analyse gemaakt van de schrijnende toestand. Door de overbevolking van de psychiatrische afdelingen in de gevangenissen kan er enkel basiszorg worden gegeven. De psychologen en maatschappelijk werkers zijn daar hoofdzakelijk belast met adviesverlenende taken zodat er onvoldoende ruimte overblijft voor zorg. Er is een minimum aan paramedisch en verplegend personeel, maar dat is ontoereikend voor de specifieke problemen van de geïnterneerden. De doelgroep is in de praktijk meestal aangewezen op de penitentiaire beambten, die niet gekwalificeerd zijn voor de ondersteuningsbehoeften van mensen met een verstandelijke handicap.

Het aanbod aan activiteiten en dienstverlening is uitsluitend afgestemd op normaal begaafde mensen. Er is geen mogelijkheid tot elementaire communicatie. De personen van de doelgroep zijn vaak afhankelijk van medegedetineerden. Binnen de gevangenis zijn geïnterneerden met een mentale handicap een gemakkelijk doelwit voor pesterijen, manipulatie en intimidatie door andere gedetineerden. Dat is de analyse van de toestand uit het beleidsadvies van 2002.

Is er op dit ogenblik een beleidsdoelstelling? We weten dat er een grondig voorontwerp uitgewerkt is in verband met de internering van delinquenten met een geestesstoornis. In de vorige regeerperiode werd er ook een ontwerp ingediend. Is deze regering van plan een ontwerp in te dienen of zal de zaak opnieuw op de lange baan worden geschoven? Zal er opnieuw een rondetafel worden georganiseerd? Zal de bevoegdheidsafbakening opnieuw het grote probleem zijn?

Hoeveel geïnterneerden bevinden zich op het ogenblik in de Belgische gevangenissen?

Is er een specifieke opleiding voor het gevangenispersoneel om met psychisch gestoorde delinquenten om te gaan? Hoeveel psychologen en psychiaters houden zich in de Belgische gevangenissen met de groep in kwestie bezig?

Wanneer zal de minister werk maken van de samenwerkingsakkoorden die nodig zijn om het protocolakkoord van 26 maart 2001 integraal uit te voeren?

Is de minister bereid voor de opvang van geïnterneerde gevangenen ook federale middelen ter beschikking te stellen?

Zal de regering de ontwerpen indienen betreffende de internering van delinquenten met een geestesstoornis? Wanneer zal dat gebeuren? Wanneer kunnen ze in het parlement worden besproken en wanneer zal er in dat kader geld worden vrijgemaakt?

Voorziet de minister in specifieke maatregelen voor psychisch gestoorde minderjarigen die worden opgevangen in gemeenschapsinstellingen voor minderjarige criminelen?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie. - In Vlaanderen bevinden zich 473 geïnterneerden in instellingen ressorterend onder de FOD Justitie, psychiatrische annexen en afdelingen voor sociaal verweer en zijn er 90 geïnterneerden opgenomen in psychiatrische klinieken.

In Wallonië bevinden zich 330 geïnterneerden in instellingen ressorterend onder de FOD Justitie, psychiatrische annexen en inrichtingen voor sociaal verweer te Paifve en zijn er 473 geïnterneerden opgenomen in de inrichtingen voor sociaal verweer ressorterend onder het Waals Gewest.

Het bewaarderspersoneel werkzaam in de psychiatrische annexen, in de instelling te Paifve en in de afdelingen voor sociaal verweer van Turnhout en Merksplas krijgt een vierdaagse basisopleiding die bestaat uit: een dag psychopathologie; twee dagen omgaan met problematisch gedrag; een halve dag omgaan met personen met een mentale handicap; een halve dag wetgeving en buitenlandse ontwikkelingen.

Il y a, pour les établissements sous l'autorité du ministère de la Justice, l'équivalent de 12,75 emplois à temps plein de psychiatre, l'équivalent de 23,5 emplois de psychologue et de 15,5 emplois d'assistants sociaux s'occupant spécifiquement de la population des internés. À ces emplois s'ajoutent les collaborateurs spécialisés des communautés et des institutions qu'elles subsidient dans les établissements hébergeant des internés. Les activités organisées pour les internés diffèrent d'un établissement à l'autre ; le délai imparti pour ma réponse ne m'a cependant pas permis de rechercher dans le détail l'ensemble des activités spécifiques organisées dans les différents établissements mais j'ai chargé mon administration de cette mission et je vous en communiquerai les résultats.

La problématique globale des internés et les accords de coopération seront davantage analysés afin d'introduire à nouveau la fameuse proposition de loi. Le calendrier retenu nous permet d'y arriver avant la fin de l'année judiciaire. Pour le moment, j'ai décidé de travailler sur certains points, dont, en particulier les soins de santé à prodiguer aux internés, en décentralisant les discussions dans les établissements pénitentiaires et les institutions pour les internés. Notre objectif est d'obtenir pour le début du printemps une synthèse de l'ensemble des problèmes évoqués dans le système pénitentiaire au sens large et d'arriver à faire des propositions à ce sujet, avec le ministre de la santé et des Affaires sociales entre autres.

Le coût des détenus internés est aujourd'hui à la charge du département de la Justice. Dans le cadre d'un circuit de soins externes, nonante lits dans trois hôpitaux psychiatriques sont subsidiés par l'État fédéral. Nous travaillons avec le ministère des Affaires sociales pour qu'une partie des frais puisse être éventuellement pris en charge par ce département.

L'accueil des mineurs relève de la compétence des communautés. En ce qui concerne les mineurs enfermés à Everberg, il y a déjà des accords de coopération avec ces communautés. Cette coopération se prolonge au sein du personnel d'Everberg ; je suis allée visiter ce centre dernièrement et j'y ai constaté que le dialogue entre les communautés, d'une part et, entre les communautés et l'État fédéral de l'autre, semble optimal.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Ik apprecieer dat de minister er werk wil van maken. Ik meen echter dat we sneller moeten gaan. Er is al heel wat overleg geweest. De beleidslijnen liggen vast. Er is enkel de wil nodig om die uit te voeren. Onze fractie wil dan ook de tekst die in de vorige regeerperiode werd ingediend, enigszins gewijzigd, opnieuw indienen. We wensen daarover ook hoorzittingen. Wij willen dat in de Senaat het wettelijk kader daarvoor zo snel mogelijk wordt gerealiseerd. Als we moeten wachten op een rondetafel in het voorjaar, op het einde van het gerechtelijk jaar, en pas dan een nieuw wettelijk kader bespreken, dan staan we weer enkele jaren verder.