3-21

3-21

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 20 NOVEMBER 2003 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn, en met de Slotakte, gedaan te Parijs op 3 april 2001 (Stuk 3-231)

Algemene bespreking

De heer Patrick Hostekint (SP.A-SPIRIT), rapporteur. - Ik verwijs naar het verslag, maar ik wil toch ook nog een opmerking maken.

De Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn wordt vooral gedomineerd door Frankrijk, de grootste wijnproducent ter wereld. De kleine wijnproducenten en vooral de ontwikkelingslanden komen nauwelijks aan bod. De commissie vraagt de Belgische regering om binnen die organisatie de belangen van de kleine wijnproducenten in de ontwikkelingslanden beter te behartigen.

De heer Hugo Coveliers (VLD). - Het is twintig over vijf, de pers is weg! Vorige week hebben sommigen zich ingebeeld dat ik hier een uiteenzetting over Costa Rica zou houden. Het betoog dat ik had voorbereid heb ik niet kunnen houden omdat de heer Mahoux na twee uur debat vroeg om het wetsontwerp over Costa Rica terug te verwijzen naar de commissie. De volgende dag las ik in de krant dat ik hier een reisbrochure over Costa Rica had voorgelezen. Ik heb afgeleerd te reageren op alles wat in de media verkeerd wordt weergegeven, want dat is een dagtaak en dat kan ik er echt niet meer kan bijnemen.

Intussen is wel mijn interesse voor verdragen gewekt, dus ook voor voorliggend ontwerp. Het siert de rapporteur dat hij zich niet heeft beperkt tot de verwijzing naar het verslag. De Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn wordt inderdaad sterk beheerst door Frankrijk. Wetende hoeveel Italiaanse wijn er wordt geconsumeerd, vooral in België, vooral in Brussel en vooral in en rond de Wetstraat, verbaas ik mij erover dat de officiële talen in de betrokken middens het Frans, het Engels en het Spaans zijn.

Aanvankelijk heette de organisatie Het Internationaal Wijnbureau of Office international du Vin. Aanvankelijk waren er acht leden, maar nu zijn het er zesenveertig. De naam van de organisatie werd al gewijzigd in `het Internationaal Bureau voor Wijnstok en Wijn' of `Office international de la Vigne et du Vin'.

De lidstaten konden het verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn tussen 4 april en 31 juli 2001 ondertekenen. In de memorie van toelichting staat een cryptisch zinnetje: "Gezien dit verdrag om redenen van interne procedures niet ondertekend werd binnen de afgesproken termijnen, zal de toetreding moeten gebeuren onder toepassing van artikel 14 van het verdrag, namelijk, elke lidstaat van het Internationaal Bureau voor Wijnstok en Wijn die dit verdrag niet ondertekend heeft binnen de voorgeschreven termijn kan te allen tijde tot het verdrag toetreden". Waarom is dat zinnetje zo belangrijk? Om financiële redenen natuurlijk. Bij latere toetreding moet een toetredingsbijdrage worden betaald.

Ik wil iedereen aanraden de bijlage I bij het verdrag aandachtig te lezen, want daar vindt men de formule voor de vastlegging van de coëfficiënt van iedere lidstaat. Ze is vrij ingewikkeld, althans voor mij, maar de parameters ervan kan ik wel opsommen: de gemiddelde productie van wijnen en equivalenten, de gemiddelde totale oppervlakte van de wijngaarden gedurende de laatste drie gekende jaren en - dit is wel heel bijzonder - de gemiddelde schijnbare consumptie van wijn en wijnequivalenten gedurende de laatste drie gekende jaren. Op basis van die parameters wordt de bijdrage vastgelegd, die moet worden betaald, naast wat men noemt "de specifieke financiering van de talen". Vermoedelijk gaat het over het Frans, het Spaans en het Engels, want andere talen worden in de vereniging niet gebruikt.

Collega Hostekint heeft heel terecht opgemerkt dat de leden niet automatisch stemrecht krijgen in de vergadering. Artikel 4 van het verdrag luidt: "Elk lid stelt vrij het aantal van zijn afgevaardigden vast, maar beschikt slechts over twee basisstemmen..." - wat voor België al een probleem vormt, ik kom daar dadelijk op terug - "... plus, in voorkomend geval een aantal extra stemmen berekend aan de hand van objectieve criteria die de relatieve positie van iedere lidstaat in de wijnbouwsector bepalen onder de voorwaarden bepaald in de bijlagen I en II, die een integrerend deel van dit verdrag vormen. Het totaal van deze twee cijfers vormt het aantal gewogen stemmen. De coëfficiënt voor de vaststelling van de positie van iedere lidstaat in de wijnbouwsector wordt periodiek geactualiseerd overeenkomstig de bepalingen in bijlage I."

Het lijkt me evident dat, mocht België twee stemmen krijgen, wij zullen vechten om er minstens een voor Vlaanderen te krijgen. De SP.A zal op dat moment moeten kiezen of ze met ons meedoet of met de Walen!

Als volgens de coëfficiënt ons land een bijkomende stem krijgt, dan wil ik hier een lans of liever een wijnstok breken voor Vlaanderen en meer bepaald voor het Hageland. Reden is dat in de memorie van toelichting van het ontwerp houdende instemming van het verdrag daar naar wordt verwezen. We lezen daar namelijk dat het lidmaatschap van België wordt verantwoord door de stijgende belangstelling "wegens de productie van tafeldruiven, de aanwezigheid van een groot aantal marktdeelnemers en een begin van wijnproductie". In de tekst wordt overigens nog opgemerkt dat de oorsprongsbenaming `Hagelandse wijn' en `Haspengouwse wijn' eigenlijk te danken is aan dit verdrag. Ik neem aan dat de ministers de berekening al lang gemaakt hebben en dat ze perfect weten hoeveel wijn er in dit land wordt gemaakt. Ik wed dat zij het dan ook evident vinden dat een eventuele derde stem intuitu personæ aan de meeste bekende wijnbouwers van ons land wordt toegekend. Ik kan me niet indenken dat we dit voorrecht aan iemand anders toekennen dan aan de weinige wijnbouwers die we hebben.

Naar goede gewoonte van de VLD-fractie, hebben we ook dit verdrag op zijn positieve en negatieve kanten beoordeeld. Ik probeer overigens elke glimlach te onderdrukken om te vermijden dat de komende dagen alleen nog mijn glimlach op de televisie komt. Er zijn inderdaad positieve kanten aan het verdrag. Zo vermeldt punt 7 van artikel 5 van hoofdstuk IV over het besluitvormingsproces het volgende: "De samenstellende organen van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn functioneren op een open en transparante wijze." Het is bijzonder prettig te vernemen dat ook die organisatie zo duidelijk voor openheid en transparantie kiest.

Naast de vraag of de bepaling van de stemvoorwaarden de toetsing aan het non-discriminatieprincipe doorstaat, rijst hier ook een bevoegdheidsprobleem. Wijn en wijnbouw horen volgens mij thuis bij de landbouw, een materie die we gedefederaliseerd hebben naar de gewesten. Tot mijn verbazing maakt de tekst op geen enkele manier melding van een raadpleging of een instemming van de gewesten, tenzij in de passage over interne procedures.

De VLD-fractie roept iedereen op het verdrag te ondertekenen. We moeten inderdaad de wijn en de wijnstok verdedigen, maar zoals de heer Hostekint al opmerkte, mag de organisatie niet overheerst worden door het Frans. Sinds vorige week weten we hoe lastig dat kan zijn. Onze coëfficiënt, ons wijnvolume en vooral ons schijnbaar wijnverbruik zijn meer dan groot genoeg om een derde stem op te eisen. Naast een stem voor Vlaanderen en een voor Wallonië, moet de derde stem gaan naar de wijnbouwer bij uitstek, namelijk die uit het Hageland. Hij verdient een stem in de Organisatie voor Wijnstok en Wijn.

-De algemene bespreking is gesloten.