3-20

3-20

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 13 NOVEMBER 2003 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Ludwig Vandenhove aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over «het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten» (nr. 3-53)

De heer Ludwig Vandenhove (SP.A-SPIRIT). - Ik ben me ervan bewust dat de minister begaan is met de problematiek van de civiele veiligheid, in het bijzonder van de brandweer. Mijn concrete vragen betreffen de opleiding van de openbare hulpdiensten.

De uitvoering van het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten doet een aantal problemen rijzen. Ik vraag de minister van Binnenlandse Zaken daarom dat hij de nodige initiatieven neemt ten einde het koninklijk besluit in de praktijk werkbaar te maken.

Het koninklijk besluit van 8 april heeft heel wat protest uitgelokt, vooral in Vlaanderen. Er kan niet meer worden ingespeeld op de specifieke noden van de brandweer. De reden daarvoor is dat de minister van Binnenlandse Zaken voortaan beslist over het al dan niet inrichten van cursussen en over de opleidingsplaats.

Naar ik verneem hebben heel wat provinciale scholen al hun opleidingsbehoeften meegedeeld maar wachten ze nog altijd op een antwoord van de minister. Is die informatie correct? Wanneer zal de minister een beslissing nemen? Hoeveel aanvragen zijn er ingediend en over hoeveel cursisten gaat het?

Het organiseren van een opleiding betekent niet dat het opleidingscentrum subsidies krijgt. Graag had ik daarom van de minister vernomen of er in extra kredieten is voorzien voor de invulling van het koninklijk besluit van 8 april 2003 en hoe die kredieten zich verhouden tot de voorheen toegekende kredieten.

De meeste opleidingscursussen zijn verouderd en moeten worden aangepast. Het koninklijk besluit voorziet daartoe in de oprichting van een redactiecomité. De leden van dat comité zijn nog steeds niet benoemd. Hoever staat het met de installatie van het redactiecomité en op welke manier zal de lopende overgangsperiode worden overbrugd?

Kortom, welke concrete stappen worden er op korte termijn genomen om het koninklijk besluit van 8 april in de praktijk werkbaar te maken?

De heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - Het koninklijk besluit betreffende de opleiding van leden van de openbare hulpdiensten werd op 8 april 2003 door het staatshoofd ondertekend. Met een brief van 18 april 2003 werden alle betrokken instanties uitgenodigd hun kandidaat-leden voor de Hoge Raad voor de Opleiding voor te dragen. Aangezien de laatste voordrachten van de brandweervereniging Vlaanderen pas in september 2003 werden ingediend, kon het ontwerp van ministerieel besluit pas op 3 oktober 2003 worden ondertekend. Tegelijkertijd werd aan de technische commissies van de zones gevraagd een analyse te bezorgen van de opleidingsbehoeften van de brandweer voor 2004. Dat initiatief, dat deel uitmaakt van de nieuwe reglementering, is een regel van goed beheer. Bij het bepalen van de opleidingen is het essentieel rekening te houden met de noden van het terrein. Ik heb de laatste inlichtingen van de technische commissies pas twee weken geleden ontvangen. De door de technische commissies toegezonden ontwerpprogramma's zijn meestal niet gebaseerd op een grondige analyse van de opleidingsbehoeften bij de brandweer. Zo werd in de meeste antwoorden van de technische commissies geen melding gemaakt van het aantal potentiële kandidaat-cursisten voor een opleiding, maar was de analyse meestal beperkt tot een loutere opsomming van de gewenste opleidingen.

Aangezien er dringend een beslissing ter zake moet worden genomen, heb ik besloten alle opleidingsprogramma's voor 2004 voor advies aan de Hoge Raad voor te leggen, die op 20 november 2003 zal worden geïnstalleerd.

De vastleggingskredieten, die onder meer zullen worden aangewend om de nieuwe opleidingsstructuren te financieren, bedragen 278.000 euro. Die kredieten kunnen worden verhoogd, afhankelijk van de vastgestelde behoeften. De basisallocatie is immers een variabel krediet dat wordt gespijsd door een fonds waarvan het saldo op het ogenblik meer dan 2 miljoen euro bedraagt. Wat de subsidies aan de provinciale brandweerscholen betreft, zijn de kredieten voor 2004 dezelfde als voor 2003, maar ze zijn gebaseerd op een verschillende basisallocatie. Ik zie niet in welke problemen zich op dat vlak kunnen voordoen. Ik herinner eraan dat de vroegere reglementering reeds bepaalde dat de subsidiëring werd toegestaan op basis van de beschikbare kredieten.

Die bepaling werd in de nieuwe reglementering overgenomen.

Door artikel 9 van het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot instelling van een Hoge Raad voor de Opleiding werd een programmeringscommissie ingesteld en in artikel 15 wordt bepaald dat bij die commissie een redactiecomité wordt opgericht waarvan de leden worden benoemd door de minister op voordracht van de commissie. Omdat sommige leden van de programmeringscommissie door de minister worden benoemd op voordracht van de Hoge Raad en die voordracht pas kan gebeuren bij de installatie op 20 november 2003, konden de programmeringscommissie en het bijhorend redactiecomité nog niet volledig worden samengesteld en geïnstalleerd. Het is echter evident dat zodra de procedures tot samenstelling zijn beëindigd, het redactiecomité zijn opdracht tot uniformering, opstelling en actualisering van de syllabi zal aanvatten.