3-19 | 3-19 |
Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Onder het beleid van de minister van Financiën werd een tabaksfonds gecreëerd ingevolge de oplopende gezondheidszorgen wegens tabaksgebruik, een van de talrijke compromissen waarmee de regering zo creatief is. Dit fonds zou worden gefinancierd met de opbrengst van de hogere accijnzen op tabaksproducten.
Nu blijkt de minister een andere mening te zijn toegedaan, want een deel van de opbrengst van de verhoogde accijnzen op tabak moet worden voorbehouden voor het alimentatiefonds, dat eveneens al verscheidene keren werd uitgesteld bij gebrek aan voldoende financiële middelen.
We zouden graag een beter inzicht krijgen in de financiële stromen ingevolge de verhoging van de accijnzen op tabaksproducten. Voor welk fonds worden ze aangewend? Als de middelen over diverse fondsen worden verdeeld, zouden we graag weten welke verdeelsleutel daarbij zal worden gehanteerd. Op basis van welke bijkomende financiering kan het tabaksfonds een echt onafhankelijk fonds zijn?
De heer Didier Reynders, minister van Financiën. - Tot op heden worden de prijzen verhoogd, en niet de accijnzen, wat indirect natuurlijk een verhoging van de ontvangsten uit accijnzen en BTW met zich brengt.
Vanaf 1 januari 2004 zou de prijs van sigaretten worden verhoogd met 20 eurocent per pakje en van rooktabak met 4 euro per kilogram. In 2003 werden die prijzen al tweemaal verhoogd met telkens 20 eurocent.
Gelet op de vooropgestelde verkoop in 2004, geraamd op basis van de verkoop in 2002 en 2003, zou de begrotingsmeeropbrengst in 2004 voor beide vermelde producten ongeveer 140 miljoen euro bedragen, accijnzen en BTW inbegrepen. Deze meeropbrengst zal worden gestort op de rijksmiddelenbegroting en aangewend voor de financiering van de sociale zekerheid, meer in het bijzonder voor de uitgaven op het vlak van gezondheidszorg.
Tijdens de vorige legislatuur heb ik al een eerste voorstel gedaan in verband met een alternatieve financiering van de gezondheidszorg door een deel van de opbrengst van de accijnzen en BTW op tabak. In 2004 zal er van deze opbrengst meer dan 200 miljoen euro naar de gezondheidszorg gaan. We krijgen immers een meeropbrengst van 140 miljoen euro in 2004, plus de 60 miljoen die we al in 2003 hebben gekend. Op 1 januari 2005, 2006 en 2007 komt er eenzelfde prijsverhoging van ten minste 20 eurocent per jaar.
Voor de oprichting van een antitabaksfonds heb ik in de vorige regeringsperiode al een eerste initiatief genomen. In afspraak met mijn collega van Volksgezondheid werd gekozen voor het Rodinfonds, een privé-fonds dat voor iets minder dan 2 miljoen euro per jaar gefinancierd wordt door de tabaksproducenten. Het gaat om een overeenkomst tussen het fonds en de producenten en met het functioneren ervan heb ik zelf dus niets te maken.
Nu heb ik tijdens de bespreking van de programmawet en de begroting 2004 een nieuw initiatief genomen om naast dit privé-fonds een openbaar antitabaksfonds op te richten. Ik heb voorgesteld om daarvoor in 2004 in 500.000 euro aan BTW-opbrengsten te voorzien. U zult dat in de programmawet kunnen terugvinden. We vragen daarnaast aan het RIZIV en misschien ook aan de gemeenschappen om hun steentje bij te dragen. We streven naar een fonds van ongeveer 1 miljoen euro. Vanaf 2005 hopen we op 2 miljoen euro, gedeeltelijk vanuit een alternatieve financiering met BTW-opbrengsten, gedeeltelijk vanuit het RIZIV en de gemeenschappen.
Ten slotte heb ik nog een nieuw voorstel gedaan voor het alimentatiefonds. Op 1 juni 2004 moeten we starten met de invordering. Dat zult u ook in de programmawet terugvinden. Daarvoor wordt binnen Financiën een nieuwe dienst opgericht, met zo'n 200 bureaus in het hele land. Daarnaast gaan we door met het systeem van voorschotten betaald door de OCMW's, maar de terugbetaling door de Staat wordt opgetrokken van 90% naar 95%. Dat was een voorstel dat collega Vande Lanotte en ikzelf al in de vorige legislatuur deden tijdens de bespreking in de Kamer.
Ik heb ondertussen nog een nieuw voorstel gedaan. De prijzen van tabaksproducten moeten met minimum 20 eurocent worden verhoogd. In navolging van Frankrijk is het eventueel zelfs mogelijk om nog verder te gaan. Er moet altijd naar een evenwicht worden gestreefd. Als de prijs van de tabaksproducten in Frankrijk verhoogt, dan heeft België misschien meer ontvangsten omdat de Fransen in ons land hun voorraad komen opdoen.
Een eerste deel van de meerontvangsten wordt gereserveerd voor de gezondheidszorg. Een tweede deel gaat naar het tabaksfonds en de meerontvangsten in 2004 moeten naar het alimentatiefonds gaan. De voorschotten zullen dan niet meer door de OCMW's worden uitbetaald, maar wel door een nieuwe dienst van de FOD Financiën. Ik heb al een akkoord over de eerste twee delen, maar over het alimentatiefonds niet. Dat zal misschien gebeuren na 1 juni 2004, de datum waarop de invordering van start gaat. Ik hoop in elk geval dat tegen september 2004 de meerontvangsten naar het alimentatiefonds zullen gaan.
Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Ik maak mij toch nog altijd een beetje ongerust. De financiering van het alimentatiefonds is blijkbaar nog niet zeker. Er wordt naar een oplossing gezocht, onder meer via de bijkomende inkomsten ingevolge de verhoging van de tabaksprijzen. Die verhoging kan verantwoord zijn in de mate dat er doelstellingen aan verbonden zijn, zoals de ontradende werking. Het blijkt trouwens al effect te sorteren, want in Antwerpen wordt de laatste Belgische sigarettenfabriek gesloten omdat het tabaksverbruik vermindert. Ik denk dus niet dat men ervan uit kan gaan dat elke bijkomende 20 eurocent evenveel middelen voor de komende begrotingsjaren met zich mee zal brengen. Onze ongerustheid over de financiering van het alimentatiefonds blijft dus bestaan.
De heer Didier Reynders, minister van Financiën. - Ik hoor deze argumentatie nu al jaren, maar ze klopt niet: we halen immers elk jaar meer ontvangsten uit tabak. Sinds mijn aantreden in 1999 heb ik altijd gesteld dat we wel de prijs van de tabak kunnen verhogen en dat dit ons altijd een meeropbrengst bezorgt, zelfs al verhogen we het tarief van de accijnzen niet. Dat was in 2003 nog altijd het geval en dat zal de komende jaren zo blijven.
Hoe zit het nu met het alimentatiefonds? Na de onderhandelingen over de nieuwe regeringsverklaring bleven er voor mij een drietal problemen. Het eerste probleem is dat van de financiering zelf van de dienst door middel van invorderingen. Dat probleem hebben we opgelost. De FOD Financiën zal zelf voor de financiering zorgen, zonder de regering om nieuwe kredieten te vragen. Daardoor kunnen me met het fonds starten op 1 juni 2004. Ik besef dat deze oplossing nog geen transfer van voorschotten inhoudt, maar de invordering is nu tenminste geregeld door een nieuwe wet.
Mijn tweede probleem met het alimentatiefonds betreft de terugbetaling naar de OCMW's. Daarover heb ik tal van vragen gekregen van de gemeenten en van verschillende fracties in Kamer en Senaat. Zij drongen onder meer aan op een hogere terugbetaling naar de OCMW's. We hebben in die zin beslist. In de volgende programmawet wordt vastgelegd dat we van 90 naar 95 procent gaan.
Ten derde wil ik gaan naar een financiering van nieuwe voorschotten, mogelijk ook meer voorschotten van hogere bedragen, zowel voor de kinderen als voor de ex-echtgenoot. Ik heb daartoe een nieuw voorstel gelanceerd, maar inderdaad nog geen beslissing genomen. Ik blijf er wel van overtuigd dat we in 2004 een meeropbrengst kunnen realiseren. Vandaag moeten we enkel uitmaken of we die meeropbrengst in het alimentatiefonds storten dan wel aan een andere begrotingpost toewijzen. Een parlementslid drong erop aan dat ik hoe dan ook werk zou maken van de financiering van het fonds. Ik heb hem geantwoord dat dit mogelijk wordt door de nieuwe ontvangsten uit accijnzen en BTW op tabak.
De voorzitter. - De agenda van deze vergadering is afgewerkt.
De volgende vergadering vindt plaats donderdag 13 november 2003 om 15 uur.
(De vergadering wordt gesloten om 18.05 uur.)