2-1582/2

2-1582/2

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

2 APRIL 2003


Wetsontwerp tot wijziging van artikel 63bis van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde


Evocatieprocedure


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE FINANCIĖN EN VOOR DE ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR DE HEER de CLIPPELE


Dit wetsontwerp werd bij de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediend op 13 januari 2003 en er aangenomen op 1 april 2003.

De Senaat heeft het ontwerp geėvoceerd op 2 april 2003. De onderzoekstermijn verstrijkt op 2 juni 2003.

De commissie heeft het ontwerp behandeld tijdens haar vergadering van 2 april 2003.

I. INLEIDENDE UITEENZETTING VAN DE MINISTER VAN FINANCIĖN

De bedoeling van het wetsontwerp is aan de ambtenaren, bevoegd voor de invordering van de BTW, dezelfde onderzoeksbevoegdheden te geven als diegene waarover de controleambtenaren beschikken. Hiertoe wordt een nieuw lid ingelast in artikel 63bis, naar analogie van artikel 319bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

Concreet komt het er op neer dat wanneer men met succes een grote fraudezaak wil aanpakken, niet alleen de heffing moet gedaan kunnen worden, maar ook de inning. Hierbij is de snelheid van uitvoering uiteraard essentieel, vermits in het tegengestelde geval de betrokkenen met de noorderzon verdwenen zullen zijn. De goedkeuring van het ontwerp zal er toe leiden dat de invorderingsambtenaren meteen de gepaste maatregelen zullen kunnen nemen, nog voor een uitvoerbare titel getroffen is, met het oog op het veilig stellen van de in beslag te nemen of eventueel te recupereren vermogensbestanddelen.

Het ontwerp bepaalt dat de invorderingsambtenaren dezelfde bevoegdheden krijgen inzake de voorlegging van de stukken, het beantwoorden van de vragen om inlichtingen, het verrichten van een bankonderzoek of het verlenen van het recht op toegang tot beroepslokalen.

II. BESPREKING

De heer de Clippele wenst te weten of dit wetsontwerp op alle invorderingen van toepassing is en niet alleen op de « grote vissen ».

De minister antwoordt bevestigend en benadrukt nogmaals dat de hoofddoelstelling is om zo snel mogelijk pro-actief te kunnen optreden vooraleer bepaalde geldsommen het land verlaten.

Mevrouw Kestelijn-Sierens vraagt of dit ontwerp ook zal bijdragen tot het bestrijden van de BTW-caroussels.

De minister antwoordt opnieuw bevestigend en wijst erop dat het ontwerp letterlijk voorkomt in het actieplan van regeringscommissaris bevoegd voor de bestrijding van de grote fiscale fraude. Ook hier moet een pro-actief optreden mogelijk zijn, niet alleen voor de heffing, maar ook voor de effectieve recuperatie.

III. STEMMINGEN

De commissie stelt vast dat er geen amendementen zijn ingediend.

Het wetsontwerp in zijn geheel wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitter,
Olivier de CLIPPELE. Paul DE GRAUWE.

De door de commissie aangenomen tekst
is dezelfde als de tekst van het door de
Senaat geėvoceerde ontwerp
(zie stuk Kamer, nr. 50-2193/2)