Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-68

ZITTING 2002-2003

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 2597 van de heer de Clippele d.d. 23 december 2002 (Fr.) :
Faillissement. ­ Verschoonbaarheid. ­ Tegeldemaking van nieuw opgedoken activa en uitbetaling van niet-vereffende schulden.

De wet van 4 september 2002 heeft een aantal fundamentele wijzigingen aangebracht aan de verschoonbaarheid van de gefailleerde. Onder de wet van 8 augustus 1997 kon zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon verschoonbaar worden verklaard. In het oud artikel 82 waren de gevolgen van de al dan niet verschoonbaarheid afzonderlijk geregeld, zonder dat er een onderscheid werd gemaakt tussen natuurlijke personen en rechtspersonen. Bij verschoonbaarheid kon, na het afsluiten van het faillissement, de schuldenaar door zijn schuldeisers niet meer worden verontrust. Bij niet-verschoonbaarheid verkreeg iedere schuldeiser opnieuw het recht afzonderlijk zijn schuldvordering tegen de goederen van de schuldenaar uit te oefenen; van de paritas regel was niet langer sprake.

Voorts bepaalde artikel 83 (oud) van de wet op de faillissementen dat de beslissing tot niet verschoonbaarheid van de gefailleerde rechtspersoon onmiddellijk een eind stelde aan zijn bestaan en dat artikel 180 van de wet op de vennootschappen (thans artikel 185 van de wet op de vennootschappen toepasselijk was. De Koning kon volgens het tweede lid van artikel 83 van de wet op de faillissementen de procedure instellen strekkende tot consignatie van later opgedoken activa vaststellen, alsmede de bestemming van deze activa bij nieuw opgedoken activa bepalen.

Het koninklijk besluit van 25 mei 1999 (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1999, blz. 24 961) dat in uitvoering van artikel 83, tweede lid, (oud) van de wet op de faillissementen werd genomen, stelde de regels vast die golden voor de activa en passiva die na het sluiten van het faillissement werden ontdekt. Hierbij kon een « curator ad hoc » door de rechtbank van koophandel worden benoemd met als opdracht de onbekende activa te storten in de consignatiekas om hiermee de schuldeisers uit te betalen tot beloop van hetgeen hen verschuldigd was op datum van de sluiting van het faillissement.

Artikel 83, eerste lid, (oud) van de wet op de faillissementen werd redactioneel lichtjes veranderd. Het tweede lid waarbij aan de Koning macht werd gegeven om de procedure tot consignering van nieuw opgedoken activa en tot aanzuivering van passiva te regelen, werd thans aangevuld met de volgende bepaling : « Hij (de Koning) kan tevens de bestemming van onverkochte activa die overblijven na de sluiting vaststellen. »

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen :

1. Volgens artikel 81, 1o, (nieuw) van de wet op de faillissementen kan een rechtspersoon niet meer verschoonbaar worden verklaard. Artikel 82 (nieuw) van de wet op de faillissementen luidt thans helemaal anders. Het bepaalt wie, benevens de gefailleerde natuurlijke persoon zelf nog die verschoonbaarheid kan genieten. Het rept echter met geen woord meer over het beginsel dat bij niet-verschoonbaarheid de schuldeiser die zich eerst aanmeldt, eerst zal worden uitbetaald.

Kan de geachte minister bevestigen dat het in artikel 82, tweede lid, (oud) van de wet op de faillissementen nog steeds toepasselijk is ?

2. De delegatie aan de Koning, zoals uit artikel 83, tweede lid, (oud) van de wet op de faillissementen werd door de nieuwe wet uitgebreid.

Kan de geachte minister bevestigen of het koninklijk besluit van 26 mei 1999 zal behouden blijven en aangevuld worden met een nieuw koninklijk besluit dan wel of een nieuw koninklijk besluit het oud koninklijk besluit zal vervangen met het oog op een nieuwe regeling in verband met de tegeldemaking van nieuw opgedoken activa en de uitbetaling van niet-vereffende schulden ? Kan in dat verband een datum in het vooruitzicht worden gesteld waarop het nieuw koninklijk besluit zal genomen worden ?