Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-66

ZITTING 2002-2003

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Financiën

Vraag nr. 2383 van de heer de Clippele d.d. 6 september 2002 (Fr.) :
BTW. ­ Plaats van verhuur van roerende goederen.

Als een Belgische stad of gemeente van een in het buitenland gevestigde verhuurder andere roerende goederen dan transportmiddelen huurt (bijvoorbeeld computers) om ze te gebruiken voor onderwijsprestaties die vrijgesteld zijn van BTW, is die stad of die gemeente dan Belgische BTW gelijk aan 21 % van de huurprijzen die ze aan de in het buitenland gevestigde verhuurder betaalt, verschuldigd aan de belastingsadministratie ?

Antwoord : In de door het geachte lid bedoelde situatie is de stad of de gemeente die diensten van onderwijs verstrekt, overeenkomstig artikel 21, § 3, 7o, h), en 51, § 2, 1o, a), van het BTW-Wetboek, daadwerkelijk Belgische BTW verschuldigd. Deze BTW dient berekend te worden tegen het normaal tarief dat thans 21 % bedraagt, over de sommen gestort door de stad of de gemeente als tegenprestatie voor de terbeschikkingstelling van de betreffende roerende goederen.