2-270

2-270

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 13 FEBRUARI 2003 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Jacques D'Hooghe aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu over «het rookgedrag in België en het budgettair beleid en het gezondheidsbeleid terzake» (nr. 2-1242)

De heer Jacques D'Hooghe (CD&V). - Uit een recente studie van het Onderzoeks- en informatiecentrum van de verbruikersorganisaties blijkt dat België binnen Europa koploper is inzake longkankersterfte. Hierbij is het verband met het rookgedrag wetenschappelijk vastgesteld. België heeft jaarlijks 20% meer sterfgevallen ingevolge longkanker dan de tweede slechtste leerling in Europa. Het cijfer ligt zelfs 35% hoger dan de subtop van de slechte leerlingen. Hierbij wordt de mannelijke bevolking tussen 45 en 75 jaar gecontroleerd. De minister weet dat de Senaat een resolutie goedkeurde om het roken te ontraden via verhoogde accijnzen en een deel van de opbrengsten hiervan aan te wenden voor het betalen van de kosten in de gezondheidszorg. Minister Vandenbroucke verklaarde in oktober in de Kamer dat de regering zich had laten inspireren door mijn voorstel om in 2003, op basis van de stijgende taksen en heffingen op tabak, 2,5 miljard Belgische frank extra toe te voegen aan de sociale zekerheid.

Hoe werden deze extra middelen aan de sociale zekerheid overgemaakt? Is hiermee reeds een aanvang genomen en voor welk bedrag? Wat is het tijdsschema voor de stortingen van deze alternatieve financiering?

Is er reeds een aanvang genomen met de beloofde maatregelen in verband met de stijving van de zogenaamde tabakspreventiefondsen?

Op 19 november verklaarde minister Reynders in de commissie voor de Financiën dat er twee zulke fondsen komen. Het eerste is een privéfonds dat wordt gefinancierd door de producenten van tabak. Het tweede is een openbaar fonds dat wordt gefinancierd door de federale overheid. Over dat openbaar fonds moet een samenwerkingsakkoord worden onderhandeld met de gemeenschappen en de gewesten. Het bedrag voor beide fondsen is identiek, namelijk 1,85 miljoen euro. Er moest een advies worden gevraagd aan de Raad van State omtrent de vraag of de minister van Financiën zo maar bijkomende middelen aan de gewesten kan toekennen zonder enige wettelijke bepaling. Werd dat advies reeds gevraagd?

Het OIVO stelt vast dat sinds het begin van de jaren 90 het percentage dagelijkse rokers rond 25 à 30% schommelt en dat er geen daling wordt vastgesteld. Welke initiatieven treft de minister om de nefaste gezondheidsgevolgen op dit vlak in te dijken?

In België doen zich zeer grote en merkwaardige verschillen voor in het rookgedrag op grond van leeftijd, geslacht, sociale klasse, status en zelfs taal. Past de minister zijn gezondheidsbeleid in de strijd tegen het roken aan deze segmentering aan, zo ja, op welke wijze?

In 2002 werden fiscale inkomsten ten belope van 2,016 miljard euro geïnd uit tabaksproducten, een stijging met 16% in vergelijking met 2001. Welke initiatieven heeft de minister genomen om zijn collega's van Financiën en Begroting aan te moedigen om deze stijgende inkomsten overeenkomstig de engagementen aan te wenden voor de volksgezondheid?

De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - De stijging van het aantal dagelijkse rokers in ons land is inderdaad verontrustend voor al wie verantwoordelijkheid draagt inzake Volksgezondheid.

Wat de doorstorting van de inkomsten van de overheid naar de sociale zekerheid betreft, heeft de Federale overheidsdienst financiën bevestigd dat maandelijks 1/12 van het begrote jaarbedrag van 2,5 miljard oude Belgische frank volgens de verhouding 80/20 vanuit de Schatkist wordt overgemaakt aan het Globaal beheer van de sociale zekerheid, respectievelijk voor het stelsel der werknemers en dat der zelfstandigen.

De stortingen vanuit de Schatkist gebeuren de 24ste dag van elke maand via de boekhoudkundige techniek van een toewijzingsfonds. De eerste storting is geschied op 24 januari 2003. De tweede storting zal dus volgende week plaatsvinden.

Het privé-tabaksfonds is opgericht onder de naam Stichting Rodin en wordt gefinancierd door de producenten zelf. Een werkelijk onafhankelijk fonds moet los staan van bijdragen betaald door de fabrikanten en de distributeurs van rookwaren. Preventie is een bevoegdheid van de gemeenschappen, maar een aantal andere aspecten zoals normering, publiciteit van tabaksproducten, het roken op openbare plaatsen en de fiscaliteit behoren tot de federale bevoegdheid. Om middelen van de federale overheid naar de gemeenschappen over te hevelen, moet de financieringswet worden gewijzigd. Bij gebrek aan een dergelijke wijziging, hebben we de weg van het begrotingsfonds willen bewandelen, maar ook daarover rees nogal wat discussie, zodat we uiteindelijk advies hebben gevraagd aan de Raad van State over een nieuwe formule. Als voorontwerp werd een samenwerkingsakkoord tussen alle overheden ingediend, dat voorziet in een openbaar tabaksfonds. De Raad van State verklaarde daarover pas advies te willen geven wanneer het akkoord door iedereen is ondertekend. Omgekeerd willen sommigen het advies van de Raad van State kennen voor ze het akkoord ondertekenen. Momenteel verzamelen we de vijftien handtekeningen. Die zouden eerstdaags moeten binnenkomen. Dan gaan we opnieuw naar de Raad van State dat hopelijk een gunstig advies geeft, zodat het fonds kan worden geïnstalleerd.

Er zijn afspraken om hiervoor een bedrag van 1,85 miljoen euro van de algemene middelen uit te trekken. De oorspronkelijke idee om bijkomende accijnzen in te voeren en die aan het fonds toe te wijzen, werd uiteindelijk verlaten.

In onze strijd tegen tabaksverslaving laten we geregeld controles uitvoeren. In dit verband verwijs ik naar mijn antwoord van december op de vraag van de heer Fournaux. Uit de cijfers blijkt dat in de eerste tien maanden van 2002 meer controles plaatsvonden dan in het hele jaar 2001 en dat ook het aantal PV's sterk is toegenomen.

Inmiddels werd de nieuwe richtlijn met betrekking tot het plaatsen op de verpakkingen van waarschuwingen voor de gevaren van tabaksgebruik omgezet in een nieuwe wetgeving die in voege treedt vanaf 30 september 2003. Weliswaar is dat de uiterste datum, maar niet iedereen was bereid de bepalingen eerder van kracht te laten worden.

Ik verzeker u dat we ook uiterst actief meewerken aan de onderhandelingen ter bestrijding van het tabaksgebruik in het kader van de Wereldgezondheidsorganisatie.

De cijfers van het OIVO zijn vanuit het standpunt van Volksgezondheid eerder negatief, aangezien geen echte vooruitgang op dit vlak werd geboekt, maar hierin spelen uiteraard allerlei elementen een rol zoals ontrading, preventie, reclame en imagovorming. Ik betreur het overigens dat bepaalde groepen, onder meer de jeugd, weer meer roken.

De federale overheid moet een algemeen beleid voeren. Dat belet evenwel niet dat na de oprichting van het Tabakspreventiefonds de gemeenschappen en de bevoegde ministers een specifiek doelgroepenbeleid kunnen voeren, waarbij vooral jongeren moeten worden gewezen op de gevaren van allerlei drugs, legale of illegale, waaronder tabaksproducten.

De heer Jacques D'Hooghe (CD&V). - De minister antwoordt dat met betrekking tot het Preventiefonds eerstdaags de vijftien handtekeningen zullen worden geplaatst. Kan hij ons informeren wanneer het advies van de Raad van State wordt ingewonnen, zodat we de situatie op de voet kunnen volgen?

De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Ik zal de spreker onmiddellijk op de hoogte brengen. Ik verzeker hem dat ik een zucht van verlichting zal slaken wanneer ik eindelijk over de nodige handtekeningen zal beschikken alsmede over het advies van de Raad van State, vooral als dat positief is.