2-263

2-263

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 23 JANUARI 2003 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Artikelsgewijze bespreking

(Voor de tekst geamendeerd door de commissie voor de Sociale Aangelegenheden, zie stuk 2-409/11.)

De voorzitter. - Artikel 8 luidt:

Op dit artikel heeft de heer Remans amendement 70 ingediend (zie stuk 2-409/12) dat luidt:

Op hetzelfde artikel heeft de heer Remans amendement 72 ingediend (zie stuk 2-409/12) dat luidt:

De heer Jan Remans (VLD). - Ik dacht dat mevrouw de Bethune zei dat deze amendementen wel konden worden besproken, maar dat er niet kon over gestemd worden omdat ze geen betrekking hebben op een artikel dat in de Kamer gewijzigd is.

Aangezien de Kamer artikel 8 niet gewijzigd heeft, kan ik daar niet op terugkomen. Toch vraag ik de minister om bij het opstellen van zijn koninklijke besluiten met mijn amendementen rekening te houden.

De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - De heer Remans stelt een terechte vraag. Wij wensen de artsen echter niet te overstelpen met bijkomende formulieren. Wanneer er onderzoeken worden gedaan, moeten de gegevens op een eenvoudige manier verzameld worden, zodat daaruit ook conclusies kunnen worden getrokken. Ik verbind er mij toe om dit te beschouwen als het logische gevolg van de wet.

De voorzitter. - Artikel 7 luidt:

Op dit artikel heeft de heer Remans amendement 69 ingediend (zie stuk 2-409/12) dat luidt:

De heer Jan Remans (VLD). - Ik ben van mening dat er geen statistisch materiaal kan worden vrijgegeven als er geen minimum standaardprotocol is. In dit geval is het beter om het standaardprotocol in consensus te laten opstellen door de vertegenwoordigers van de referentiecentra.

De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Ik verzet mij niet echt tegen dit amendement, maar ik stel mij enigszins terughoudend op omdat ik van oordeel ben dat de wetgever wel echt ingrijpt in de procedure. Ik heb uw opmerking in het achterhoofd dat wij 67 referentiecentra hebben. Ik vrees dat het onmogelijk is om die allemaal rond de tafel te brengen om een formulier op te stellen. We zouden dat soepeler kunnen oplossen door gewoon de instemming van iedereen te vragen.

De voorzitter. - Ik wijs er nogmaals op dat alleen amendement 69 op artikel 7 en amendement 71 op artikel 9 ontvankelijk zijn.

De heer Jan Remans (VLD). - Ik verwijs naar de consensus met betrekking tot de in-vitrofertilisatie, waarbij de gespecialiseerde centra het standaardprotocol hebben opgesteld en mede betrokken werden in de normering en de voorzieningen voor terugbetaling.

Ik ben bereid dit amendement in te trekken als de minister in samenwerking met afgevaardigden van de referentiecentra een standaardprotocol wil opstellen dat wordt ingevuld door de pathologen-anatomen van de centra. Dat is een absolute noodzaak om de cijfers correct te kunnen interpreteren.

De voorzitter. - Artikel 9 luidt:

Op dit artikel heeft de heer Remans amendement 71 ingediend (zie stuk 2-409/12) dat luidt:

De heer Jan Remans (VLD). - Dit amendement is gebaseerd op de ervaringen die we hebben opgedaan bij de toepassing van de euthanasiewet en andere ethische wetten.

Wanneer er geen uitvoeringsbesluiten zijn op het ogenblik dat een wet in werking treedt, rijzen er technische problemen. Daarmee werd rekening gehouden in de wet op het onderzoek op embryo's, die bepaalt dat de wet pas van toepassing is op de dag van de inwerkingtreding van de uitvoeringsbesluiten.

De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Artikel 9 luidt: "Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin ze in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt."

In normale omstandigheden moet de uitvoerende macht in staat zijn de uitvoeringsbesluiten binnen die termijn uit te vaardigen. Aangezien we het einde van deze regeerperiode naderen, zouden er problemen kunnen ontstaan aangezien de regering na de ontbinding van het parlement enkel nog de lopende zaken afhandelt. De formulering van de heer Remans zou op dat vlak uitkomst kunnen bieden.

De heer Jan Remans (VLD). - Dit is een bijkomend element, dat ik wel in mijn achterhoofd heb, maar dat ik hier niet laat gelden. Wat ik wel bedoel, is de aanpassing die we aangebracht hebben in het wetsvoorstel betreffende het onderzoek op embryo's in vitro. Daar hebben we dezelfde aanpassing gedaan, rekening houdend met de ervaring van de euthanasiewet, waar de uitvoeringsbesluiten niet tijdig opgesteld geraakten ondanks dat ook de goede bedoeling bestond om het binnen de drie maanden geregeld te krijgen. Daarom stel ik voor dit artikel te wijzigen opdat de wet in werking zou treden op de dag van de inwerkingtreding van de uitvoeringsbesluiten. Dit is nu nog meer nodig dan voor de embryo's in vitro, gezien de tijdspanne die rest tot het einde van de legislatuur.

M. Michel Barbeaux (CDH). - Nous nous trouvons face au dilemme suivant : soit le gouvernement se hâte de prendre les arrêtés d'exécution, soit la loi risque de ne pas être votée par la Chambre avant la fin de la législature.

En effet, l'adoption d'un amendement en séance publique du Sénat aurait pour conséquence de retarder considérablement la procédure.

Le ministre pourrait donc d'ores et déjà préparer ces arrêtés royaux, qui ne présentent aucune difficulté majeure, et les prendre dès que la Chambre se sera prononcée.

M. Paul Galand (ECOLO). - Je partage votre point de vue, monsieur Barbeaux.

-De stemming over de amendementen wordt aangehouden.

-De aangehouden stemmingen en de stemming over het wetsontwerp in zijn geheel hebben later plaats.

De voorzitter. - We zetten onze werkzaamheden voort vanmiddag om 15 uur.

(De vergadering wordt gesloten om 13.05 uur.)