2-239

2-239

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 7 NOVEMBER 2002 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Martine Taelman aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer over «de IJzeren Rijn» (nr. 2-1114)

De voorzitter. - De heer Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, antwoordt namens mevrouw Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer.

Mevrouw Martine Taelman (VLD). - Ik las in een krant dat de NMBS hoopt het historisch tracé van de IJzeren Rijn in 2003 te heropenen. Om te beginnen zouden er 15 goederentreinen per dag rijden.

Als de slagbomen van een overweg voor de doorgang van een trein gemiddeld 4 minuten naar beneden blijven, wordt het andere verkeer dagelijks aan iedere overweg een uur onderbroken, met de nodige files en een hoge economische kost tot gevolg. U zal me niet horen zeggen dat het historisch tracé niet moet worden gebruikt, want de IJzeren Rijn is belangrijk voor de havenactiviteiten en zal de verkeerslast op de wegen gedeeltelijk verlichten.

De Kempen is een kwetsbare regio. De NMBS zou een milieueffectrapport hebben laten uitvoeren en momenteel zouden de plannen worden bijgestuurd. Volgens Agalev-Kempen zouden de trillingen en het lawaai voor een aanzienlijke overlast zorgen bij de omwonenden.

De gemeenten langs het tracé zijn tot op heden niet eens gecontacteerd, terwijl ze toch nu al middelen in hun begroting moeten vastleggen om de overlast voor hun burgers in te perken. Bovendien moeten de gemeenten hun burgers op een objectieve manier kunnen informeren.

Is het milieueffectrapport afgerond? Zo ja, wat zijn de resultaten?

Wat zijn de plannen van de NMBS voor het historisch tracé van de IJzeren Rijn? Op welke termijn worden ze uitgevoerd?

Wat is de te verwachten overlast? Welke middelen trekt de NMBS en/of de federale overheid uit om een mogelijke overlast te voorkomen of te verhelpen?

Waarom werden de gemeenten langsheen het tracé tot op heden niet gecontacteerd? Zullen ze nog worden gecontacteerd?

De heer Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling. - De IJzeren Rijn loopt van Antwerpen-Noord via Lier, Herentals, Mol en Neerpelt naar Weert in Nederland. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen het deel over Belgisch grondgebied en het deel in Nederland.

De IJzeren Rijn loopt in België over een bestaande spoorlijn, die nog altijd in dienst is. Tussen Antwerpen en Mol is er dagelijks reizigersverkeer en goederenverkeer is er zelfs tot in Budel.

Over het stuk in Nederland worden nog onderhandelingen gevoerd. Die liepen aanvankelijk erg moeilijk, omdat toen de verkiezingen van mei in aantocht waren. Momenteel is de Nederlandse regering demissionair en behandelt ze enkel nog lopende zaken, waardoor het dossier van de IJzeren Rijn opnieuw vertraging oploopt. De volgende verkiezingen in Nederland vinden plaats in januari 2003.

Als de onderhandelingen tot een goed einde komen, zal de toename van het verkeer zich vooral voordoen op het vak Neerpelt-Weert. Daarom werd een studie opgezet om de milieueffecten op het vogelrichtlijngebied nummer 21 en het habitatgebied nummer 32 in Neerpelt en in Hamont-Achel te bestuderen. Men verwacht dat de milieu-invloed maar heel beperkt zal zijn. De NMBS plant geen uitbreidingswerken op Belgisch grondgebied vóór 2012. Het verkeer zal over de huidige infrastructuur verlopen.

Als we met Nederland tot een overeenkomst komen, worden twee fasen van ingebruikneming gepland, gedurende welke respectievelijk twee en vijftien treinen per dag in de twee richtingen samen zullen rijden. De NMBS verwacht geen bijzondere overlast.

Mevrouw Martine Taelman (VLD). - Het antwoord van de minister lijkt me heel sterk in tegenspraak met wat de NMBS aan Gazet van Antwerpen heeft verklaard. Daar lees ik dat er wel degelijk een milieueffectrapport is en dat daarin heel concreet wordt ingegaan op de mogelijke hinder. Dat rapport gaat niet enkel over het vogelrichtlijngebied en het habitatgebied, maar ook over de hinder voor de omwonenden.

Wat mij in deze geschiedenis nog het meeste stoort, is dat gemeentebesturen niet over de informatie beschikken waar sommige politieke partijen via hun geprivilegieerde relaties met de kabinetten wel aan geraken. Ze spelen die informatie bovendien door aan de kranten, waarna de NMBS ze bevestigt. Als een senator een minister over de zaak ondervraagt, krijgt hij een antwoord dat voor het grootste deel naast de kwestie is.