2-1262/2 | 2-1262/2 |
Evocatieprocedure
Dit wetsontwerp is in de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen op 20 juli 2002 (stuk Kamer, nr. 50-1864/1 tot 3).
Het is overgezonden aan de Senaat op 23 juli 2002. De Senaat heeft het geëvoceerd en nog diezelfde dag verzonden naar de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden.
De commissie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergadering van 2 oktober 2002.
I. Inleidende uiteenzetting door
de minister van Financiën
De Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat hebben reeds in juli 2002 het wetsontwerp betreffende de toetreding tot de Inter-Amerikaanse Investeringsmaatschappij goedgekeurd (zie stuk Senaat, nr. 2-1204). Onderhavig wetsontwerp strekt ertoe de goedkeuring te verlenen voor de inschrijving op aandelen die aan België worden aangeboden en voor het uitvoeren van de bijbehorende betaling.
De IIC is al ongeveer 15 jaar actief in Latijns-Amerika. Zij werd opgericht in 1984 en begon haar activiteiten in 1989. Zij streeft ernaar de ontwikkeling te bevorderen van Latijns-Amerika en de Caraïben, door de toekenning van leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen en bij voorkeur door kapitaalparticipaties in die ondernemingen.
Uit de financiële overzichten per 31 december 2001 blijkt dat sedert 1989 meer dan 2 590 ondernemingen in de regio werden ondersteund. Het totaalbedrag van de gefinancierde projecten bedraagt meer dan 8 miljard dollar; de IIC heeft alles samen voor 760 miljoen dollar gefinancierd, en daarnaast werd er voor 400 miljoen dollar gecofinancierd. Elke dollar die de IIC heeft geïnvesteerd, heeft ertoe bijgedragen dat 6 dollar werd vrijgemaakt ten gunste van de ondernemingen, die 200 000 banen hebben gecreëerd, waarvan 38 000 in 2001.
Ondanks deze positieve ontwikkelingen blijven de meeste kleine en middelgrote ondernemingen, die gemiddeld 50 % van het regionaal bruto binnenlands product vertegenwoordigen, verstoken van langetermijnfinanciering via leningen en participatieverwerving. Dat heeft de lidstaten van de IIC ertoe aangezet besprekingen aan te vatten over een kapitaalverhoging.
In mei 1999 werd een akkoord bereikt over een kapitaalverhoging met 500 miljoen dollar, of 50 000 aandelen van elk 10 000 dollar. Daarvan werden 4 729 aandelen ter beschikking gesteld van de landen-leden van de IDB die wensten toe te treden tot de IIC. Er werd voorgesteld dat België daarvan 169 aandelen zou opnemen, dus 0,24 % van het kapitaal van de IIC, te vergelijken met haar aandeel in het kapitaal van de IDB (0,34 %). De kosten van deze participatie zullen 1,69 miljoen dollar bedragen, of 1,75 miljoen euro, te spreiden over zeven jaar. Door vertragingen in de toetredingsprocedure zal België de eerste drie van de zeven schijven in 2003 storten.
Aangezien de ondersteuning van de kleine en middelgrote ondernemingen een van de beste middelen van armoedebestrijding vormt, liep België het risico zich een doeltreffend instrument voor ontwikkelingshulp te ontzeggen. De stortingen die gepaard gaan met de toetreding tot de IIC zullen in aanmerking komen voor de berekening van de officiële ontwikkelingshulp.
Mevrouw Kestelijn-Sierens wenst te vernemen hoe het komt dat de indiening van dit ontwerp zoveel vertraging heeft opgelopen.
De vertegenwoordiger van de minister legt uit dat de vertraging enerzijds te wijten is aan strenge budgettaire maatregelen die weinig gunstig waren voor de ontwikkeling van nieuwe initiatieven. Daardoor kon de goedkeuringsprocedure pas in 2002 echt van start gaan. Anderzijds heeft de wetgevende macht heel wat grote dossiers laten voorgaan waarvoor de assemblees veel werk hebben moeten verrichten, zoals bijvoorbeeld de euthanasiewet en de wet op de politiehervorming.
Er worden geen amendementen ingediend en de artikelen geven geen aanleiding tot verdere opmerkingen.
Het wetsontwerp in zijn geheel wordt aangenomen bij eenparigheid van de 8 aanwezige leden.
Vertrouwen is geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Mimi KESTELIJN-SIERENS. | Paul DE GRAUWE. |