2-220 | 2-220 |
M. le président. - Nous votons d'abord sur l'amendement nº 4 de M. Van Quickenborne.
Vote nº 1
Présents : 66
Pour : 11
Contre : 54
Abstentions : 1
-L'amendement n'est pas adopté.
M. le président. - Nous votons sur l'amendement nº 3 de M. J. -M. Dedecker et consorts.
Vote nº 2
Présents : 66
Pour : 11
Contre : 48
Abstentions : 7
-L'amendement n'est pas adopté.
-L'article 2 est adopté.
M. le président. - Nous votons sur l'amendement nº 5 de M. Van Quickenborne.
Vote nº 3
Présents : 66
Pour : 11
Contre : 54
Abstentions : 1
-L'amendement n'est pas adopté.
M. le président. - Nous votons à présent sur l'ensemble de la proposition de loi.
Mme Marie Nagy (ECOLO). - Pour éviter toute équivoque, je désire rappeler à cette tribune l'opposition d'Écolo à toute forme de promotion de la drogue ou des assuétudes.
Il est clair pour nous qu'il ne sied pas de faire une différence entre les drogues illégales et les drogues d'usage courant. Notre volonté est de ne faire la promotion ni des unes ni des autres.
Un souci de santé publique anime toujours l'action d'Écolo. Que ce soit dans le cas de l'interdiction de la publicité pour le tabac dans certaines manifestations ou dans d'autres circonstances, l'objectif est de permettre une campagne de santé publique évitant aux jeunes, mais aussi à tous les citoyens, de succomber à ce mal qui est aujourd'hui la cause de 15 à 20.000 décès.
La prévention peut s'entendre de différentes manières. Ainsi, lorsqu'une personne n'a pu résister à une assuétude et se trouve dans un processus de toxicomanie, comment peut-on la protéger ? Les campagnes de prévention visent avant tout à éviter des accidents graves ou des décès.
Écolo se soucie également de l'emploi et considère qu'il faut éviter tout clivage entre les personnes privilégiant les retombées économiques ou l'emploi et les autres. Écolo est soucieux de l'emploi, mais dans un cadre compatible avec la santé publique, car cette dernière génère également des coûts en termes de sécurité sociale, qui nous préoccupent de façon très importante.
Pour ces raisons et comme nous l'avons annoncé hier, notre groupe ne soutiendra pas cette proposition de loi.
De heer Jan Remans (VLD). - Ik heb gisteren verklaard dat ik mij aansluit bij het verzet van de Wereldgezondheidsorganisatie tegen de tabaksindustrie en de publiciteit op tabaksproducten.
Aangezien tabaksreclame in 2003 en 2004 nog altijd mag op de Europese Formule 1-races, mogen we de races die in België plaatsvinden niet hypothekeren.
Roken is niet verboden, het wordt enkel afgeraden. Daarom moet ook tabaksreclame worden afgeraden. De beste afrader voor tabaksgebruik is een verhoging van de prijs. Ik pleit voor een verhoging van de investeringen in de gezondheidszorg. Daarom zal ik niet tegen de resolutie van de heer D'Hooghe stemmen.
M. François Roelants du Vivier (MR). - Le justification de vote que je vais présenter au nom du groupe MR est aussi celle d'un sénateur de communauté, Bruxellois et, à ce titre, préoccupé par le développement économique de la Région wallonne. J'ajoute que je ne suis pas fumeur et que le tabac et toutes les drogues me paraissent être des fléaux majeurs pour la santé publique.
Comme pour beaucoup d'entre nous, puisant dans mon expérience, j'estime que la lutte des pouvoirs publics contre le cancer est une nécessité.
J'ai contresigné la proposition de notre collègue Poty sur l'interdiction de fumer dans les trains et j'ai longuement combattu, au Parlement européen, les aides accordées aux producteurs de tabac alors que, parallèlement, l'Union développait son programme « L'Europe contre le cancer ».
Il faut poursuivre ce combat contre le tabagisme. Tout comme moi, l'ensemble du groupe MR y est déterminé. C'est la raison pour laquelle nous voterons la proposition de M. D'Hooghe. (Protestations de Mme Nagy)
Le vote que nous allons émettre ne contredit ni ne contrarie cette volonté.
À quoi servirait-il d'avoir la prétention d'être apparemment les meilleurs, en précédant de deux ans une réglementation inéluctable de l'UE, si le grand prix de Belgique de formule 1 - c'est de cela qu'il s'agit, madame Nagy - disparaissait pour renaître sous une autre nationalité, aux antipodes, offrant aux téléspectateurs les images de la même publicité pour le tabac, images que nous aurions fait disparaître du circuit de Francorchamps ?
Nous appelons cette attitude de l'hypocrisie. À moins qu'elle ne cache sous de nobles apparences une attitude inamicale envers la Région wallonne.
Pour le groupe MR, il faut replacer la question dans son véritable contexte qui est celui d'une dérogation temporaire, limitée au bénéfice régional, et qui n'aggrave pas la situation en matière de publicité sur le tabac. (Protestations sur les bancs Ecolo)
C'est pourquoi nous nous prononcerons en faveur du texte qui nous est soumis.
(Applaudissements et protestations mêlés)
Mevrouw Mimi Kestelijn-Sierens (VLD). - In tegenstelling tot de andere leden van mijn fractie zal ik tegen het wetsvoorstel stemmen. Ik ben altijd een overtuigde tegenstander geweest van tabaksreclame wegens de gezondheidsrisico's. Het is wetenschappelijk bewezen dat roken de gezondheid zware schade toebrengt. Dat argument weegt voor mij zwaarder door dan de economische argumenten uit het wetsvoorstel van de heer Monfils.
Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Ik ben geen roker, maar ik pleit voor vrijheid op het gebied van reclame. We kunnen duizend-en-een zaken opsommen die niet goed of gezond zijn, maar waarvoor reclame wordt gemaakt. Reclame betekent niet automatisch consumeren. Kinderen en volwassenen moeten worden opgevoed om te kunnen weerstaan aan verleidingen zoals tabak, alcohol en andere consumptiegoederen.
We moeten stemmen over het verbod op tabaksreclame terwijl we dagelijks via de televisie ongewild met tabaksreclame worden geconfronteerd.
Het is hypocriet reclame op tabak te verbieden en tegelijkertijd meer dan een miljard euro te besteden aan het subsidiëren van de tabaksaanplant. Het kwaad moet aan de basis worden uitgeroeid, namelijk bij de aanplant.
De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - Mevrouw Leduc, we stemmen niet over de wet op het verbod op tabaksreclame. Tabaksreclame is verboden. We stemmen over een uitzondering op de wet. De echte context, mijnheer Roelants du Vivier, is het debat over de rechtszekerheid. Rechtszekerheid voor winkeliers, sportclubs, sportfederaties die allemaal weten dat ze de wet moeten naleven. Slechts één man voelt zich boven deze wet verheven, de heer Ecclestone. Hij vindt hier slippendragers, mensen die voor hem een uitzondering willen goedkeuren in ruil voor een VIP-lounge op de Formule 1-wedstrijden. Zij zijn de pleitbezorgers van een discriminatie tussen kleine winkeliers, sportclubs en sportfederaties. Eén `dikke nek' komt ons vertellen hoe we moeten stemmen. Het Vlaams Blok zal tegen de uitzondering en tegen de heer Ecclestone stemmen. Het parlement is de wetgevende macht in België en niet de heer Ecclestone.
De heer Johan Malcorps (AGALEV). - De enige relevante vraag betreft de band tussen tabaksreclame en tabaksgebruik. Leidt meer tabaksreclame tot meer tabaksgebruik? Uit internationale wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er minstens een verband is van 7 procent. In België zijn er 20.000 doden ingevolge tabaksgebruik. De rekening is vlug gemaakt.
Volstaat het verbod op tabaksreclame om het tabaksgebruik omlaag te krijgen? Uit de feiten blijkt dat dit niet voldoende is. Er is een ruimere preventieve campagne nodig. Gelukkig zal deze zomer in Vlaanderen een stopsmokingcar rondrijden.
Voor onze fractie staat de gezondheid centraal. We zijn blij dat de PS bezorgd is over de blaasworm bij de vossen in de Ardennen. Veel belangrijker nog voor de volksgezondheid is echter een consequente houding inzake het tabaksgebruik.
De heer Louis Tobback (SP.A). - We hebben dit debat al uitgebreid gevoerd naar aanleiding van het voorstel-Vanvelthoven. Het parlement heeft toen dit voorstel goedgekeurd. Ik vind het bijzonder spijtig dat deze kwestie telkens opnieuw wordt opgerakeld omwille van zeer punctuele belangen. Dat is geen goede parlementaire werkwijze.
Diegenen die miljarden in tabaksreclame pompen, zijn ofwel gek ofwel zijn ze van mening dat het tabaksverbruik erdoor wordt beïnvloed. Meer bewijs is niet nodig.
We hebben dan ook geen behoefte om vandaag anders te stemmen dan over het voorstel-Vanvelthoven. We zien ook de enorme economische redenen niet om toe te geven aan de druk van een lobby die men inmiddels in de Verenigde Staten miljarden doet ophoesten omdat de sigarettenproducenten schade toebrengen aan de gemeenschap. De heer Moens heeft toen tegen het voorstel-Vanvelthoven gestemd, de andere fractieleden vóór. We zien geen reden om dat te veranderen.
M. Philippe Mahoux (PS). - Notre collègue Sfia Bouarfa disait que l'on devait choisir entre la peste et le choléra. Je pense que la peste, c'est effectivement la publicité pour le tabac. Il faut être clair et sans nuance à cet égard, de même que sur les conséquences du tabac sur la santé.
Par ailleurs, monsieur Tobback, il ne s'agit pas d'intérêts économiques, ceux d'Ecclestone ou de Mosley - ceux-là ne nous intéressent pas -, il s'agit de l'intérêt économique des citoyens, à savoir l'emploi.
Nous sommes effectivement partagés entre la peste et le choléra : d'un côté, le chômage et, de l'autre côté, le caractère nocif de la publicité pour le tabac. Nous sommes amenés à faire un choix en âme et conscience, sans donner de leçon à personne et en tenant compte de l'ensemble des éléments. Nous le faisons en n'ayant eu de cesse de réduire l'exception au minimum, précisément parce que des emplois y sont liés et qu'après tout, des gens attendent pour savoir si, en fonction de notre décision, leur emploi sera maintenu pendant cette période de deux ans.
De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Het debat heeft een grote symboolwaarde gekregen, ook in de pers, en de scheidingslijnen lopen soms doorheen de fracties. Ik betreur ten zeerste dat collega's artsen deze uitzondering op de wet zonder blikken of blozen zullen goedkeuren.
Ik vind het geen fait divers noch een toeval dat precies in Francorchamps, waar snelle wagens, mooie vrouwen en machogedrag bewust aan roken worden gekoppeld, nog tabaksreclame mag worden gemaakt. Op die manier wordt bewust op jonge mensen een appel gedaan om roken te verbinden met succes in het leven.
Roken is nefast voor onze gezondheid. Op dit vlak mag dan ook geen afbreuk worden gedaan aan de bestaande wetgeving.
M. René Thissen (CDH). - Il eut été intéressant que toutes les personnes qui souhaitent s'exprimer aujourd'hui fussent présentes lors de la discussion et qu'elles pussent approfondir leurs arguments à ce moment. Nous ne pouvons reprendre le débat maintenant.
Par ailleurs, je pense que les défenseurs de chaque thèse ont des arguments tout à fait légitimes. Nous sommes tous opposés à la publicité pour le tabac et aucun membre de cette assemblée ne peut se prévaloir d'être un défenseur de la santé parce qu'il ne soutient pas l'une ou l'autre de ces thèses. En effet, les deux positions sont tout à fait défendables aujourd'hui et l'impact, sur la santé, de la dérogation qui sera éventuellement octroyée sera nulle puisque la télévision retransmettra les images du grand prix, organisé ailleurs peut-être, mais comportant les mêmes publicités pour le tabac.
Pour ce qui nous concerne, nous pensons que, depuis trois ans déjà, le gouvernement aurait dû prendre des mesures dans le sens d'une prévention réelle contre le tabagisme et non de la défense de symboles. Les écolos montent à la tribune et livrent à présent un grand combat alors que, pendant trois ans, on ne les a pas entendus à propos d'une véritable lutte contre le tabagisme.
M. Josy Dubié (ECOLO). - Participer au débat, c'est s'informer.
M. René Thissen (CDH). - Nous avons participé au débat !
En ce qui nous concerne, étant donné les différentes sensibilités, comme l'a dit M. Mahoux, chacun décidera en âme et conscience de son attitude lors de ce vote. Certains sont sensibles à tel argument, d'autres à tel point de vue. Au sein de notre parti, chaque parlementaire sera totalement libre de voter comme il le souhaite.
De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Net zoals collega Thissen ben ook ik verwonderd over het feit dat er tijdens de algemene bespreking van het voorstel gisteren minder volk aanwezig was.
Toen ik vanochtend een krant kocht, kreeg ik er een blikje bier bij. Als ik vandaag dus drie kranten koop en dan naar huis rij, ben ik strafbaar. Ik zeg dit gewoon om de hypocrisie van het verbod op bepaalde reclame aan te klagen. Ik herhaal wat ik gisteren heb gezegd: ik ben tegen elk verbod op reclame.
Ik ben tegen dit wetsvoorstel, omdat het discriminerend is. Een wet is geen instantproduct dat ten voordele van een bepaald evenement met een of ander amendement kan worden verkracht. Ik heb dan ook een amendement ingediend om ervoor te zorgen dat de wet voor iedereen, bijvoorbeeld voor alle WK-manches, gelijk is. Het getuigt ook van gebrek aan kennis over de sportwereld dat men met een wafelijzerpolitiek het voorstel wil goedgekeurd krijgen ten voordele van het clubje van Ecclestone. Ik verwijt hem niets; de man heeft het recht geld te verdienen en wij moeten maar niet zo dwaas zijn om ons voor zijn kar te laten spannen. Mensen zullen Zolder verdedigen. In de wet staat daarover niets. Ik zie echter wel dat kazakdraaiers van politici het voorstel goedkeuren omdat Zolder hun achtertuin is en stemmen zou kunnen opleveren, terwijl anderen van dezelfde partij, die ook uit Limburg afkomstig zijn, enkele jaren geleden de wet op de tabaksreclame hebben goedgekeurd.
Op de WK-manche in Zolder, op de Prijs der Naties op de citadel van Dinant en vele andere motorcrossevenementen op wereldniveau, is tabaksreclame verboden. Dus er klopt iets niet.
Dit is snelwetgeving. Ze is economisch niet verantwoord en ik heb persoonlijk heel veel moeite om te kiezen. Mijn hart zit bij de sport, maar ook bij het oorspronkelijke wetsvoorstel van de heren Monfils en Happart, dat ik heel goed vond. Als het echter met amendementen wordt verkracht om bepaalde partijen te plezieren, zodat de gelijkheid van organisaties en individuen niet meer gegarandeerd is, dan krijgt het mijn stem niet.
Mme Anne-Marie Lizin (PS). - M. Mahoux a expliqué que nous avions diverses sensibilités dans ce groupe et elles s'exprimeront.
Nous savons que tout le monde ici est contre la publicité et surtout contre le fait, si possible, de ne pas fumer et enfumer les autres. En tant que responsables d'hôpitaux, nous savons ce que veulent dire les cancers du poumon.
Tout le monde sait aussi que la négociation de ce grand prix est en cours. L'Afrique du Sud n'a pas l'argent pour le payer, mais bien Dubaï. La publicité qui se fera autour de ce grand prix se verra de la même manière à Dubaï qu'à Francorchamps.
Par contre, ce que je ne peux pas accepter, c'est l'argument Écolo selon lequel un vote positif nous lierait aux intérêts de M. Ecclestone. Il y a une gigantesque différence entre les deux : nous sommes liés à l'intérêt de Francorchamps, de Spa et de la région.
Le rallye doit se passer de la publicité pour le tabac, et il s'en sort bien. Pensons à Ypres, monsieur Dedecker, et au rallye du Condroz. Par contre, je demanderai aux collègues libéraux et du VLD de réfléchir à ce qui nous attend et à ce qui m'attend, moi, comme bourgmestre d'une ville qui compte plus de 1.000 emplois de haute technologie visés par le même type d'argument. La solidarité en matière d'emploi, je vais la pratiquer, rappelez-vous de cela à la rentrée.
M. le président. - Nous votons donc à présent sur l'ensemble de la proposition de loi.
Vote nº 4
Présents : 67
Pour : 31
Contre : 35
Abstentions : 1
-La proposition de loi n'est pas adoptée.