2-218

2-218

Sénat de Belgique

Annales

MERCREDI 10 JUILLET 2002 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Martine Taelman à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l'Environnement sur «des jouets dangereux» (nº 2-1050)

Mevrouw Martine Taelman (VLD). - Tijdens recente kermissen doken er speelgoedwapens op van B&G International met als referte "F-71100 Chalon-sur-Saône - Fusil d'assaut Detoni 50811" en met een kracht van 0,23 joule. De kleine ronde kogeltjes van dit geweer doorboren met gemak een stuk karton. Op de doos van het wapen staat - enkel in het Frans - vermeld: Distribution interdite aux mineurs en Ne jamais diriger le tir vers une personne. Il est recommandé d'utiliser des lunettes de protection.

Het is onthutsend te constateren dat dergelijke speelgoedwapens in een speelgoedkraam op een kermis worden verkocht. Op de doos staat wel dat ze niet aan minderjarigen mogen worden verkocht, maar een speelgoedkraam op een kermis is per definitie voor minderjarigen en voor kinderen bedoeld. Dit wapen vormt een ernstig gevaar omdat de kinderen zich niet bewust zijn van de kracht van wat voor hen gewoon speelgoed is en ze de Franstalige waarschuwingen op de doos al helemaal niet kunnen lezen. Ze kunnen zichzelf of iemand anders verwonden.

Is de minister op de hoogte van het bestaan van deze zogenaamde speelgoedwapens? Wordt de verkoop gecontroleerd om te verhinderen dat dit speelgoed aan minderjarigen verkocht wordt? Is de minister van plan deze speelgoedwapens te laten onderzoeken en eventueel uit de handel te nemen?

Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Ik ben op de hoogte van het bestaan van dat product. Het gaat hier echter niet over speelgoed, maar over sport- of in sommige gevallen zelfs verweerwapens, die vallen onder de wapenwetgeving. De verkoop van deze wapens is bijgevolg op papier geregeld. Zo moet de verkoper erkend zijn als wapenhandelaar en mogen deze wapens niet verkocht worden aan minderjarigen.

Het probleem is echter dat heel wat speelgoedwinkels een vergunning hebben om zulke wapens te verkopen. De vergunning wordt uitgereikt door de provinciegouverneur. Door de verkoop van dergelijke wapens in speelgoedwinkels geeft men de indruk aan de consumenten dat het gaat om speelgoed dat beantwoordt aan de zeer strenge eisen van de speelgoedreglementering.

In de Europese eenheidsmarkt kunnen wij de grenzen voor deze producten niet sluiten. De wapens uit de handel nemen kan bijgevolg niet. Wat we wel kunnen is de verkoop regelen. Reeds in 1998 hebben mijn diensten voorgesteld een verbod in te stellen op de verkoop van sport- en andere wapens in winkels waar ook speelgoed wordt verkocht. Bij de herziening van de wapenwet, die op dit moment wordt bespreken, wordt rekening gehouden met deze vraag. In artikel 14bis van de wet wordt een 9º ingevoegd, dat bepaalt dat het verboden is wapens, daarin begrepen namaakwapens, en speelgoed te verkopen in éénzelfde handelszaak.

Na de publicatie van de wijziging zullen we dus een wettelijk instrument hebben om de verkoop van deze wapens in speelgoedwinkels te verbieden. Hierdoor zal het voor de consumenten duidelijk zijn dat het niet gaat over speelgoed, maar over echte wapens. Dat zal de verspreiding van deze zogenaamde speelgoedwapens sterk beperken.

Op het gebruik van de talen is de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument van toepassing. Artikel 13 van deze wet bepaalt dat de vermeldingen op de etiketten, de gebruiksaanwijzingen en de garantiebewijzen ten minste moeten opgesteld zijn in de taal of de talen van het taalgebied waar de producten of diensten op de markt worden gebracht. Dat betekent dat in de tweetalige gebieden de vermeldingen in beide landstalen moeten opgesteld zijn. In de eentalige gebieden is alleen de taal van het taalgebied verplicht. Geregeld doet de Economische Inspectie controles en worden bij overtreding ook de gepaste maatregelen genomen.