2-212

2-212

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 20 JUIN 2002 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Johan Malcorps au ministre de la Justice sur «le classement sans suite massif par les parquets flamands des procès-verbaux relatifs à des infractions environnementales» (nº 2-1023)

M. le président. - M. Rik Daems, ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes, répondra au nom de M. Marc Verwilghen, ministre de la Justice.

De heer Johan Malcorps (AGALEV). - Zopas kwam het Milieuhandhavingsrapport 2001 van de Vlaamse Milieu-inspectie uit. In dit rapport worden ook cijfers gegeven in verband met de strafrechterlijke afhandeling van door de inspecteurs opgemaakte processen-verbaal. De cijfers die de Vlaamse Milieu-Inspectie ontvangt van de parketten zijn verbijsterend: 74% van alle PV's wordt geseponeerd, voor 22% van de PV's wordt een minnelijke schikking bereikt en amper voor 4% van de PV's wordt een veroordeling uitgesproken. Daarbij ontbreekt elke feedback over de prioritaire processen-verbaal. Het ziet er dan ook naar uit dat de `prioriteitennota vervolgingsbeleid' opgemaakt in overleg tussen de diensten van het Vlaamse gewest en vertegenwoordigers van de procureurs-generaal in 1999, dode letter blijft.

Kan de minister mij meedelen of de parketten voortaan milieu-PV's met meer aandacht zullen opvolgen? Zal daarover een ernstige en gestoffeerde terugkoppeling tot stand komen met de bevoegde gewestelijke diensten?

Het hoofd van de Vlaamse Milieu-inspectie denkt dat dit kan worden verholpen door de strafrechtelijke opsporingstaken niet alleen toe te vertrouwen aan politiediensten. Een beperkte groep ambtenaren van Milieu-inspectie moet volgens hem ook opsporingsbevoegheid krijgen.

Uit het Vlaams milieuhandhavingsrapport blijkt tevens dat veel PV's wel renderen in het raam van administratieve toezichtprocedures. Veel vervuilers stellen zich in regel en gaan tot sanering over na aanmaning door de Vlaamse administratie. Dit neemt echter niet weg dat overtredingen begaan werden, dat vervuild werd, dat de gezondheid van mensen werd aangetast en dat deze feiten in de meeste gevallen totaal onbestraft blijven. Hoe kan de minister dit verantwoorden?

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand. - De minister van Justitie wil in de eerste plaats opmerken dat de heer Malcorps zonder twijfel weet dat in heel wat andere categorieën van misdrijven veel dossiers worden geseponeerd. Uit de bekend gemaakte cijfers mag dus zeker niet worden afgeleid dat milieuovertredingen veel vaker dan andere zaken worden geseponeerd.

Gelet op het grote aantal wetten waarin strafbepalingen zijn opgenomen, is het onvermijdelijk dat naargelang de noden in ieder gerechtelijk arrondissement door de parketten prioriteiten moeten worden vastgelegd omtrent de al dan niet te vervolgen zaken. Daarmee is niet gezegd dat milieudelicten niet tot deze prioriteiten behoren. Alle parketten in Vlaanderen beschikken thans integendeel over een afzonderlijke en gespecialiseerde milieuafdeling. Minstens een en vaak meerdere magistraten zijn gespecialiseerd in milieu-aangelegenheden. Bovendien wordt de jongste jaren steeds meer capaciteit vrijgemaakt voor correctionele zittingen tot afhandeling van milieuzaken. Dit resulteert, zeker in grotere arrondissementen, in een de facto specialisatie van een of meerdere kamers van de rechtbank inzake milieumateries.

Het is echter evident dat, als er prioriteiten bestaan, deze op milieugebied moeten worden besproken met de betrokken instanties. Voor overleg omtrent dergelijke aangelegenheden bestaat daarvoor een specifiek forum. Het is de Commissie Vervolgingsbeleid, die onder voorzitterschap van de secretaris-generaal van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur halfjaarlijks het handhavingsbeleid inzake leefmilieu in brede zin bespreekt, teneinde het beleid tussen de betrokken actoren op een gestructureerde manier te stroomlijnen.

Aan deze vergaderingen wordt deelgenomen door magistraten van de parketten-generaal van Brussel, Antwerpen en Gent, die ieder gespecialiseerd zijn in milieu-aangelegenheden, en sedert de tweede helft van vorig jaar eveneens door een kabinetsmedewerker.

Als er een probleem is met de opvolging van processen-verbaal, komt dit normaal aan bod op dit forum of wordt de kwestie bij bijzondere hoogdringendheid tussentijds aangekaart bij de magistraat van het parket-generaal van Brussel, die inzake deze materie fungeert als referentiemagistraat.

Ten slotte is het van belang erop te wijzen dat een seponeringsbeslissing geen definitief karakter heeft: als er zich nieuwe of bijkomende elementen voordoen, bijvoorbeeld een tweede proces-verbaal waaruit blijkt dat een overtreder volhardt in de boosheid, dan kan alsnog een andere richting aan het betreffende dossier worden gegeven.

De heer Johan Malcorps (AGALEV). - Het antwoord van de minister van Justitie lijkt me naast de kwestie. Ik weet namelijk ook wel dat er overleg plaatsvindt tussen de milieudienst van het Vlaamse Gewest en de federale diensten van Justitie. Het probleem dat ik wil aankaarten is echter dat er over de daar vastgelegde prioriteiten geen enkele feedback is. Uit het Milieuhandhavingsrapport en uit verklaringen van het hoofd van de Milieu-inspectie in Vlaanderen blijkt dat er geen enkele terugkoppeling bestaat wat betreft "in overleg als prioritair aangeduide milieu-overtredingen". De minister moet dus niet doen alsof er geen probleem is.

Hij kan zichzelf wijsmaken dat geseponeerde zaken achteraf nog terug kunnen worden opgevist, maar als 74 procent van de zaken geseponeerd wordt, dan is dat een aanduiding dat milieudelicten op het federale niveau nog altijd niet au sérieux worden genomen.