Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-45

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Financiën

Vraag nr. 1592 van de heer de Clippele d.d. 15 oktober 2001 (Fr.) :
Openbare schuld. ­ Leningen.

1. Zou de geachte minister me meer details kunnen geven over de meest recente analyse van de openbare schuld van de nationale overheid, meer bepaald door in afnemende volgorde de interestvoeten van de leningen en de corresponderende bedragen op te sommen ?

2. Wat was de aankoopprijs van de « 27 ton goud die is overgedragen aan de Europese Centrale Bank bij de oprichting daarvan » en wat was de overdrachtsprijs ervan (telkens in frank per ton) ?

Wat waren sinds de overdracht van die 27 ton goud aan de Europese Centrale Bank de interestvoeten en de ontvangen interesten met betrekking tot dat goud ? En wie waren bij gebrek aan een prioritaire openbare schuld de begunstigden daarvan ?

3. Zou het, gezien het feit dat de openbare schuld leningen omvat waarop een hogere interestvoet van toepassing is dan de huidige, niet interessant zijn om die schuld terug te betalen met de eerder vermelde 7 miljard en een soortgelijke lening aan te gaan voor het Zilverfonds ? Een dergelijke arbitrage zou de openbare schuld doen afnemen met een percentage dat gelijk is aan het verschil van de hoger vermelde interestvoeten.

Zou de voorgestelde arbitrage niet kunnen worden toegepast vanaf de overdracht van de 27 ton goud aan de Europese Centrale Bank aangezien die overdracht gericht was op de vermindering van de openbare schuld ?

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna een antwoord te willen vinden op de drie punten die in zijn vraag aan bod komen.

1. De tabel hierna geeft de verdeling per rentemarge van de obligatieschuld in euro (hetzij 95 % van de totale schuld op lange en middellange termijn ­ toestand september 2001).

Rentecategorieën
­
Classes de taux d'intérêt
Omloop (in miljoenen euro)
­
Encours (en millions d'euros)
Relatief aandeel (in %)
­
Part relative (en %)
>= 9 12 625,81 5,89
>= 8 en/et < 9 38 458,12 17,94
>= 7 en/et < 8 34 009,75 15,86
>= 6 en/et < 7 35 643,54 16,63
>= 5 en/et < 6 43 531,42 20,31
>= 4 en/et < 5 22 648,05 10,56
>= 3 en/et < 4 25 399,20 11,85
>= 2 en/et < 3 2 070,52 0,97
Totaal. ­ Total 214 386,41 100

Als bijlage vindt u een meer gedetailleerde tabel.

2. De twee punten over de transfer van goud naar de ECB

a) De Nationale Bank heeft per 5 januari 1999 27,1 ton goud overgedragen aan de Europese Centrale Bank, overeenkomstig artikel 30 van de ESCB-ECB-statuten (1). De overdracht gebeurde tegen marktwaarde, dit is tegen een prijs van 319 529 frank per kg. De gemiddelde historische aanschaffingsprijs van het gecedeerde goud bedroeg 56 225 frank. De meerwaarde voortvloeiend uit de goudoverdracht aan de ECB beloopt aldus 263 304 frank per kg, wat een totale meerwaarde opleverde van 7,1 miljard frank (177,1 miljoen euro). Dit bedrag werd, overeenkomstig artikel 30 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank, geboekt op een bijzondere onbeschikbare reserverekening.

b) De Nationale Bank verwierf, in ruil voor de aan de ECB overgedragen externe reserves, een vordering in euro op de ECB. Op deze vordering wordt rente vergoed op basis van het tarief van de basisherfinancieringsoperaties van het eurosysteem. Wat de relatie met de Staat betreft, wordt op grond van reeds voornoemd artikel 30 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank, aan de Staat de netto-opbrengst toegekend van de activa die de tegenpost vormen van de door de Nationale Bank gerealiseerde meerwaarde naar aanleiding van de goudoverdracht aan de ECB. In toepassing hiervan stort de Nationale Bank aan de Staat jaarlijks een bedrag dat berekend wordt tegen de gemiddelde rente waartegen de vordering van de Nationale Bank op de ECB ingevolge de overdracht van externe reserves wordt vergoed. Wat betreft de jaren 1999 en 2000 werd aldus aan de Staat een som betaald van respectievelijk 165,0 en 248,6 miljoen frank.

3. De terugkoop van leningen met hoge rentevoet.

Zoals blijkt uit de onderstaande tabel betreffende de verhandelbare effecten (hoofdzakelijk OLO's), worden de leningen waarvan de rentevoet hoger is dan de actuele rente, op de markt genoteerd tegen prijzen boven pari (100 %). De terugkoop van dergelijke leningen zou leiden tot een onmiddellijke stijging van de staatsschuld en dit ten belope van het verschil tussen de marktprijs en de waarde tegen pari.

Een voorbeeld : de OLO's met vervaldag 2007 en met een (faciale) rentevoet van 8,50 % worden momenteel genoteerd rond de 121 % en hun rendement op de markt bedraagt momenteel 4,31 %. De terugkoop van deze OLO's onder die voorwaarden zou tot gevolg hebben dat de staatsschuld onmiddellijk toeneemt met 21 % van de nominale waarde van de teruggekochte effecten. Dergelijke verrichtingen zijn onverenigbaar met het genormeerde traject van het stabiliteitsprogramma dat voorziet in de vermindering van de schuldratio, zelfs indien de kostprijs voor de terugkoop in de loop van de volgende jaren gecompenseerd wordt door een vermindering van de rentelasten.

In het kader van het beleid dat de Schatkist voert om de vervaldagenkalender een gelijkmatig verloop te geven, worden bepaalde leningen regelmatig vervroegd terugbetaald via omruilingen van effecten of door een rechtstreekse terugkoop op de markt. Tot op heden gaat het hier echter om verrichtingen die betrekking hebben op effecten waarvan de vervaldatum nabij is (minder dan 12 maanden) en waarvan de marktprijs bijgevolg relatief dicht aanleunt bij het pari.

Mocht het nodig zijn om in de toekomst, steeds met de bedoeling belangrijke onevenwichten weg te werken in het meerjarenprofiel van de vervaldagenkalender, de terugkopen uit te breiden tot effecten met een latere vervaldatum, dan zal de Schatkist slechts overgaan tot dergelijke verrichtingen na een zorgvuldige evaluatie van het effect ervan op de begrotingskost en op de aangroei van de staatsschuld.

Rentevoet ­ Code
­
Taux ­ Code
Benaming van de leningen
­
Dénomination des emprunts
Omloop
(in miljoenen euro)
­
Encours
(en millions d'euros)
Omloop per
rentecategorie
­
Encours par classe
de taux
Relatief
aandeel per
rentecategorie
(in %)
­
Part relative
par classe
de taux
(en %)
Huidige marktprijs
van de OLO
­
Prix de marché
actuel des OLO
4,90 000941 SB voor/à 8 jaar/ans ­ 4/6/2009 ­ 4,90 % in/en euro/euros 73,50
4,80 000905 SB 3/5/7 ­ 18/12/2003 ­ 3,80 % 57,61
4,75 000297 OLO ­ 28/9/2006 ­ 4,75 % 7 612,40 102,80
4,75 000294 OLO ­ 28/9/2005 ­ 4,75 % 11 673,10 102,97
4,75 000939 SB voor/à 8 jaar/ans ­ 4/3/2009 ­ 4,75 % in/en euro/euros 68,50
4,75 000943 SB voor/à 8 jaar/ans ­ 4/9/2009 ­ 4,75 % in/en euro/euros 122,00
4,70 000904 SB 5/7 ­ 18/12/2003 ­ 4,70 % 140,06
4,70 000908 SB 5/7 ­ 4/6/2004 ­ 4,70 % 157,41
4,70 000910 SB 5/7 ­ 4/6/2004 ­ 4,70 % (2) 224,34
4,70 000911 SB 3/5/7 ­ 4/6/2004 ­ 3,85 % (2) 61,97
4,65 000940 SB 5/7 ­ 4/6/2008 ­ 4,65 % in/en euro/euros 166,00
4,60 000916 SB 5/7 ­ 4/6/2005 ­ 4,60 % 260,29
4,60 000915 SB ­ 3/5/7 ­ 4/3/2005 ­ 4,10 % 157,07
4,60 000917 SB 3/5/7 ­ 4/6/2005 ­ 4,20 % 153,03
4,60 000907 SB 3/5/7 ­ 18/3/2004 ­ 3,70 % 64,17
4,55 000928 SB 5/7 ­ 4/12/2006 ­ 4,55 % in/en euro/euros 128,00
4,55 000938 SB 5/7 ­ 4/3/2008 ­ 4,55 % in/en euro/euros 206,50
4,50 000906 SB 5/7 ­ 18/3/2004 ­ 4,50 % 146,88
4,50 000914 SB 5/7 ­ 4/3/2005 ­ 4,50 % 246,65
4,35 000926 SB 5/7 ­ 4/9/2006 ­ 4,35 % in/en euro/euros 221,50
4,35 000942 SB 5/7 ­ 4/9/2008 ­ 4,35 % in/en euro/euros 150,00
4,20 000918 SB 5/7 ­ 4/9/2005 ­ 4,20 % 206,37
4,20 000919 SB 3/5/7 ­ 4/9/2005 ­ 4,00 % 303,67
4,00 000375 SPB ­ 4 % 1 932 lots 1,05
4,00 000376 SPB ­ 4 % 1 933 lots 3,26
4,00 000377 SPB ­ 4 % 1 938 lots 6,47
4,00 000378 SPB ­ 4 % 1 941 lots 2,74
4,00 000112 SPB ­ 4 % ­ (1 serie/série) Perpetual 2,86
4,00 000113 SPB ­ 4 % (2 serie/série) Perpetual 26,27
4,00 000114 SPB ­ 4 % (liberation) Perpetual 4,36
Rentevoet. ­ Taux d'intérêt >= en/en < 5 22 648,05 10,56
3,80 000927 SB 3/5/7 ­ 4/9/2006 ­ 3,80 % in/en euro/euros 128,00
3,75 000292 OLO ­ 28/3/2009 ­ 3,75 % 16 397,90 94,82
3,75 000920 SB 5/7 ­ 4/12/2005 ­ 3,75 % 112,79
3,50 000105 SPB ­ 3,5 % Perpetual 2,50
3,50 000921 SB 3/5/7 ­ 4/12/2005 ­ 3,5 % 146,88
3,35 000922 SB 5/7 ­ 4/3/2006 ­ 3,35 % in/en euro/euros 129,00
3,30 000924 SB 5/7 ­ 4/6/2006 ­ 3,30 % in/en euro/euros 115,00
3,20 000296 OLO ­ 28/9/2011 ­ 5,00 %/sw 8 250,00 101,44
3,00 000923 SB 3/5/7 ­ 4/3/2006 ­ 3,0 %
Rentevoet. ­ Taux d'intérêt >= 3 en/et < 4 25 399,20 11,85
2,92 000293 FRN OLO 33 2 000,00
2,90 000925 SB 3/5/7 ­ 4/6/2006 ­ 2,90 % 65,07
2,50 000101 SPB ­ 2,5 % Perpetual 5,45
Rentevoet. ­ Taux d'intérêt >= 2 en/et < 3 2 070,52 0,97
Totaal. ­ Total 214 386,41