2-193 | 2-193 |
De heer Jan Remans (VLD). - De laatste kadastrale perequatie werd toegepast op het aanslagjaar 1980. Voor de netto jaarlijkse huurwaarde werd gerefereerd aan de huurwaarde van 1975.
Er is een nieuwe aanpassing gepland, die zou gericht zijn op de huurwaarde van goederen in 1994. Tot op heden is er echter nog niets gebeurd. De wet is niet gewijzigd, maar op 14 februari 2001 verscheen een instructie van het ministerie van Financiën, omzendbrief 10/2001 - herdruk 11 mei 2001 - waarin de administratie van het kadaster verplicht wordt om bij de verkoop van een bescheiden woning, waarvan het kadastraal inkomen niet hoger is dan 30.000 frank, een verificatie en desgevallend een herschatting van het kadastraal inkomen te doen. Indien na de herschatting het kadastraal inkomen hoger is dan 30.000 frank, zijn de verlaagde registratiekosten van 5%, voorheen 6%, niet langer van toepassing en worden de registratiekosten opgetrokken naar 10%, voorheen 12,5%. De procedure werd van toepassing op 15 mei 2001.
Hoeveel aanvragen tot verificatie werden er ingediend? Kunnen deze cijfers worden opgesplitst per provincie? In hoeveel gevallen gebeurde er een herschatting? In hoeveel gevallen lag het nieuwe kadastraal inkomen hoger dan 30.000 frank? Is het mogelijk de extra werkdruk te meten - manuren en manjaren - die deze bijkomende opdracht eist van de Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen?
Een verkoop heeft plaats op het ogenblik dat de verkoopovereenkomst wordt getekend, dus vóór de akte bij de notaris wordt getekend. Er ontstaat rechtsonzekerheid omdat bij het tekenen van de overeenkomst de verschuldigde registratiekosten nog niet bekend zijn. Dat kan nochtans doorslaggevend zijn bij de aankoop van een woning.
Kan deze rechtsonzekerheid niet worden opgelost door de reeds lang goedkeurde algemene perequatie voor onroerende goederen uit te voeren? Kan dit ook gebeuren voor roerende goederen die onroerend zijn geworden door bestemming?
M. Olivier de Clippele (PRL-FDF-MCC). - Nous sommes dans un Sénat fédéral. Je voudrais donc ajouter que si le tarif varie entre 5 et 10% en Flandre, il reste fixé à 6% ou 12% à Bruxelles et en Wallonie. Par ailleurs, si le revenu cadastral est porté à plus de trente mille francs à l'occasion d'une « mini » péréquation consécutive à la vente d'un bien, l'acquéreur ne bénéficiera pas de réduction du précompte immobilier limitée, à Bruxelles et en Wallonie, aux revenus cadastraux inférieurs ou égaux à trente mille francs.
M. Didier Reynders, ministre des Finances. - Les taux pratiqués dans les différentes régions ne relèvent pas de l'État fédéral mais des entités fédérées.
Par ailleurs, j'ai déjà eu l'occasion de faire valoir qu'il était peut-être préférable pour les acquéreurs de jouir d'une sécurité juridique immédiate que d'être confrontés à des demandes de paiement complémentaire après l'acquisition du bien.
De heer Remans wijs ik erop dat het nazicht en de mogelijke herschatting van het kadastraal inkomen met het oog op het verlaagde registratierecht gebeuren op basis van de gemiddelde netto huurwaarden op het referentietijdstip, zijnde 1 januari 1975. Dat wordt bepaald in de artikelen 471, §2, 477 en 486 van het Wetboek der inkomstenbelastingen van 1992.
Een herschatting gebeurt meestal niet omdat de huurwaarde van de woning is gewijzigd, maar veel vaker omdat de belastingplichtige heeft nagelaten aan te geven dat er aan de woning aanpassingswerken zijn gebeurd, zoals opgelegd wordt door artikel 473 van het Wetboek der inkomstenbelastingen. Om te vermijden dat de nieuwe eigenaar later wordt geconfronteerd met een vraag tot betaling van bijrechten, werd ervoor geopteerd proactief in te grijpen en aldus aan de kandidaat-koper de zekerheid te bieden dat hij nadien geen navorderingen meer zal krijgen.
Een voorzichtige kandidaat-koper kan ook reeds tijdens de onderhandelingen vóór de ondertekening van de verkoopovereenkomst vragen dat de verkoper hem een recent kadastraal uittreksel bezorgt waaruit blijkt dat dit de staat van het onroerend goed correct weergeeft. Hij kan ook zelf aan de administratie een uittreksel aanvragen om zekerheid over het kadastraal inkomen te krijgen. Uiteraard vergt dit een bijkomende inspanning van de administratie, maar het behoort tot haar normale werkzaamheden. Over het nut en de rechtvaardigheid van deze maatregel kan er geen discussie bestaan, aangezien ze de burger alleen maar meer rechtszekerheid geeft.
Wat de door de heer Remans gevraagde cijfers betreft, kan ik hem meedelen dat op basis van de gegevens van het voorbije jaar 21% van de aanvragen om uittreksels met het oog op het verkrijgen van het verlaagde registratierecht, aanleiding geeft tot een herschatting en dat 11,2% van de herschatte kadastrale inkomens het grensbedrag overschrijdt. Ik wil de heer Remans graag de tabel bezorgen met het gemiddeld aantal aanvragen tot verificatie per maand, het aantal herschattingen en het aantal gevallen met nieuwe kadastraal inkomens boven 30.000 frank.
Voor toelichtingen bij een mogelijke algemene perequatie verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 539 van 15 december 2000 van volksvertegenwoordiger Alfons Borginon betreffende het kadastraal inkomen van gebouwen met een historische hoge economische waarde.
-Het incident is gesloten.