2-193 | 2-193 |
De heer Didier Ramoudt (VLD). - Ruim een week geleden waren wij allen getuige van de plotse sluiting van een Herents rusthuis. De aanleiding voor het op straat zetten van de bewoners was de te hoog opgelopen RSZ-schuld, wat leidde tot een faillissement van de BVBA die het rusthuis uitbaatte. De curator besloot dan maar de 36 senioren van de ene dag op de andere op straat te zetten.
In de voorbije twee jaar heb ik verschillende vragen gericht aan de minister inzake de achterstallige RSZ-bijdragen van voetbal- en basketbalclubs. Uit de antwoorden van de minister blijkt duidelijk dat hij de problematiek wil aanpakken door het invoeren van een licentiesysteem. Met een langetermijnpolitiek wil hij hoog oplopende RSZ-achterstanden voorkomen.
Er wordt inzake achterstallige RSZ-bijdragen met twee maten en gewichten gewerkt. In verband met het rusthuis werden drastische maatregelen genomen terwijl de voetbalclubs een heel pak meer respijt wordt gegund. Die voorkeursbehandeling heb ik in het verleden reeds herhaaldelijk aan de kaak gesteld.
Graag vernam ik van de minister waarom achterstallige RSZ-schulden niet voor iedereen op dezelfde manier worden geïnd?
De heer Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Pensioenen. - Ik kan de heer Ramoudt geruststellen dat inzake de inning van achterstallige bijdragen alle werkgevers uit de privé-sector op identiek dezelfde manier worden behandeld, of het nu gaat om voetbalclubs of rusthuizen.
Om te beginnen wil ik kort de problemen schetsen. De schuld bij het rustoord is ontstaan in het eerste kwartaal van 2000. Het is zes maal door de rechtbank veroordeeld om die schuld te betalen, maar het heeft de bij vonnis opgelegde betalingsplannen nooit nageleefd. Er zijn heel wat contacten geweest tussen het rustoord en de RSZ, zonder dat het rustoord ooit een oplossing heeft kunnen vinden. De schuld is daardoor altijd opgelopen, tot uiteindelijk ruim vier miljoen frank, erg veel voor een kleine instelling. Er restte dus niets anders dan een dagvaarding in faillissement.
Persoonlijk vind ik de gevolgen voor de inwoners zeer dramatisch. Plots werden ze geconfronteerd met het feit dat hun instelling failliet was. Omdat ze een nieuw onderkomen moesten zoeken heb ik onmiddellijk contact opgenomen met Vlaams minister van Welzijn, mevrouw Vogels, aangezien zij bevoegd is voor de inspectie en de erkenning van de rustoorden. Wij hebben samen een voorstel uitgewerkt om dit soort problemen in de toekomst te voorkomen. We willen mevrouw Vogels systematisch informatie geven over die rustoorden waar ze vragen bij heeft. Een systeem van financiële knipperlichten kan zo worden ontwikkeld voor de Vlaamse overheid zodat ze op voorhand wordt verwittigd dat er financieel iets misloop.
De informatie betreft bijvoorbeeld de schulden bij de RSZ ingevolge achterstallige bijdragen en wijzigingen in de dagforfaits die de ZIV betaalt. Die dagforfaits hangen af van de graad van afhankelijkheid van de inwoners en worden ingedeeld in de categorieën O, A, B en C. Als rustoorden hun forfaits wijzigen, dan is dat dikwijls een teken van problemen, omdat de eisen inzake personeelsformatie en dergelijke gebonden zijn aan de aard van de forfaits.
Dit zijn twee alarmsignalen.
De afspraak is dat mevrouw Vogels ons een lijst overhandigt van de rustoorden waarvoor financiële informatie van belang kan zijn voor haar jaarlijkse inspectie. We zullen die gegevens maandelijks elektronisch doorgeven. Bovendien zullen er in de administratie van het RIZIV en de Vlaamse administratie contactpersonen worden aangeduid die met elkaar in verbinding staan en overleg plegen over de concrete dossiers om de ernst van de situatie vast te stellen.
Naar aanleiding van de spijtige gebeurtenis is er een zeer concrete oplossing uitgewerkt om preventief op te treden en problemen van die aard onmiddellijk te identificeren.
Trouwens, indien mevrouw Vogels dat wenst, ben ik ook bereid om een systeem te helpen opbouwen dat vergelijkbaar is met wat ik voor de voetbalclubs heb uitgewerkt. Die clubs krijgen alleen nog een licentie als de RSZ een positief attest verstrekt. U hebt de gevolgen daarvan al gezien. Aalst kreeg van de RSZ geen positief attest. Er was voor Aalst spijtig genoeg geen andere oplossing dan de ontbinding van de club.
Als de Vlaamse regering bereid is voor de rustoorden hetzelfde te doen als wat ik samen met de Voetbalbond doe voor de voetbalclubs, ben ik bereid om ook daar te werken met een systeem van attesten. De Vlaamse overheid kan de verlenging van de erkenning ook daar afhankelijk maken van het verkrijgen van een positief attest van de RSZ. Wij zijn wat de RSZ betreft, helemaal niet strenger opgetreden tegenover Berkenhof dan tegenover de voetbalclubs. Ook bij voetbalclubs wordt er gedagvaard in faillissement. Dat is een klassieke procedure. De schuld van Berkenhof was echter van die aard dat er geen andere oplossing mogelijk was. Wanneer de curator voor de deur staat, kan er helaas niets meer worden gedaan. Er moet vooraf worden opgetreden en dat is de verantwoordelijkheid van de Vlaamse regering. We zullen haar tijdig de nodige informatie meedelen.
De heer Didier Ramoudt (VLD). - Het is goed te horen dat er een alarmsysteem, de minister noemt dat een knipperlichtsysteem, op komst is waardoor de Vlaamse regering verwittigd wordt wanneer er problemen zijn bij de uitbating van een rusthuis.
Het koppelen van een erkenning aan een positief attest van de RSZ is als het instampen van een open deur. Dergelijke systemen worden vaak bij gewone openbare aanbestedingen gebruikt. Ik denk bijvoorbeeld aan het exploiteren van schoolvervoer. Blijkbaar wordt het al dan niet behouden van de licentie niet in overweging genomen, wat bij een schoolbusuitbater wel het geval is.
Mij stoort dat een voetbalclub en een andere RSZ-plichtige niet op dezelfde manier worden behandeld. Ik kom uit de bedrijfswereld en ben vertrouwd met de RSZ-regeling. Ook wij hebben RSZ-problemen gehad, niet omdat wij niet konden betalen, maar omdat wij niet wilden betalen. De overheid was ons namelijk zeer hoge bedragen schuldig. Wij werden gedagvaard en werden veroordeeld.
Ik heb de jongste jaren niet veel voetbalclubs gezien die failliet zijn gegaan nadat ze door de RSZ werden gedagvaard, integendeel, de RSZ-schulden groeiden constant. Dat betekent dat de clubs systematisch uitstel van betaling kregen of dat er andere hefbomen werden gehanteerd zodat er geen faling moest worden uitgesproken.
De heer Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Pensioenen. - Ik moet bekennen dat ik vrij zwaar til aan de insinuatie van de heer Ramoudt. Kan hij mij aantonen op welk vlak ik mij als minister van Sociale Zaken laks zou tonen ten aanzien van voetbalclubs? Wellicht moet hij zijn beschuldigingen tot de vorige ministers van Sociale Zaken richten.
Ik heb de RSZ opdracht gegeven om ten aanzien van voetbalclubs de juridische procedures toe te passen. Ik heb ervoor gezorgd dat er een licentiesysteem komt waarvan een voetbalclub in mijn onmiddellijke woonomgeving waarschijnlijk het eerste slachtoffer zal zijn. Niemand anders heeft de moed om een dergelijke maatregel te nemen. Ik wil dan ook dat de heer Ramoudt stopt met te insinueren, tenzij hij bewijzen heeft.
De heer Didier Ramoudt (VLD). - Het voorval dat ik heb aangehaald, mag niet worden beschouwd als een aanval op het beleid van de minister.
Bij zijn aantreden werd hij geconfronteerd met het beleid dat in het verleden werd gevoerd. Tot op heden zijn de gevolgen daarvan nog voelbaar aangezien er nog steeds niet wordt ingegrepen en de RSZ-schulden niet worden geïnd. Mijn vraag heeft betrekking op de efficiëntie van een dergelijk beleid en op de mogelijkheid om de toestand recht te zetten. Sedert het aantreden van de minister is er nog geen enkele voetbalclub in faling gedagvaard.