2-190

2-190

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 14 MAART 2002 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Erika Thijs aan de vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie en aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over «de terugstorting aan de OCMW's van de aan asielzoekers toegestane voorschotten» (nr. 2-924)

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Uit een analyse van de cijfers van de Limburgse OCMW's betreffende de opvang van asielzoekers waaraan een financiële uitkering toegekend wordt, blijkt dat de federale overheid voor het jaar 2001 nog 11.526.790 euro achterstallen verschuldigd is aan de OCMW's.

Krachtens de wet van 2 april 1965 dient de overheid het geld dat de OCMW's voorschieten tijdig terug te betalen. Volgens artikel 13 van de wet over de staatstoelagen van 22 april 1965 kunnen de OCMW's immers bij gebrek aan tijdige betaling de renten die ze moeten betalen om de achterstallen voor te financieren, terugvorderen van de federale overheid.

Doordat de totale financiële steun aan asielzoekers de afgelopen jaren enorm gestegen is, komen heel wat OCMW's in financiële ademnood. Ze moeten steeds weer opnieuw aankloppen bij de gemeenten, zelf een lening aangaan of een kaskrediet opnemen. We weten dat de gemeenten het vandaag al bijzonder lastig hebben en als daarbovenop nog eens de druk van de OCMW's komt, is de situatie niet langer houdbaar.

Uit mijn rondvraag blijkt bovendien dat er heel wat problemen zijn met de verwerking van de gegevens van de OCMW's - diskettes die niet leesbaar zijn - en dat alles bijna twee tot drie keer manueel moet worden ingebracht. Ook wanneer de diskette die wordt binnengebracht wel leesbaar is, krijgt het OCMW een lijst terug die het dan zelf opnieuw moet inbrengen. Daarbovenop komt nog het groot verloop van personeel, waardoor de continuïteit niet altijd gewaarborgd wordt. Wel moet ik erop wijzen dat de werkkracht en de motivatie van de personeelsleden bijzonder groot zijn.

Met de asielzoekers die in beroep gaan bij de Raad van State, is er ook een probleem. Hun financiële tegemoetkoming wordt stopgezet op het ogenblik dat ze een bevel tot uitwijzing krijgen, maar begint opnieuw te lopen op het ogenblik dat ze in beroep gaan. Dat deze mensen steun blijven krijgen, is goed, maar de procedure moet toch eens opnieuw worden bekeken.

Tot slot wil ik nog een bijkomende element aanbrengen. In België hebben we een spreidingsplan, maar over de normen daarvan bestaat geen duidelijkheid. Vroeger gold de `één-per-duizend-regel', maar welke norm geldt er op het ogenblik? We hebben op verschillende plaatsen navraag gedaan, maar niemand kon uitsluitsel geven.

Wanneer zullen de bedragen die de OCMW's in 2001 aan de asielzoekers hebben uitgekeerd, volledig zijn terugbetaald?

Overweegt de minister om in 2002 hogere voorschotten uit te betalen, zodat de grootste kosten gedekt zijn?

Het gebrek aan informatisering van de behandeling van de dossiers veroorzaakt vertraging bij de terugbetaling van de voorschotten. Kan er geen overleg gestart worden om de informaticaprogramma's van de lokale overheden en de centrale dienst beter op elkaar af te stemmen?

Is het niet mogelijk om de dossiers van de asielzoekers die beroep aantekenen bij de Raad van State, op een andere wijze te behandelen zodat ze sneller opnieuw in het circuit komen?

Overweegt de minister niet om de renten terug te betalen die OCMW's moeten betalen op kaskrediet of leningen? OCMW's hebben mij immers verzekerd dat ze deze leningen pas na grondig beraad aangaan.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. - Ik ben het niet eens met de geciteerde cijfers. We hebben een betalingsvoorsprong die in de miljarden loopt. Nog vóór het ons gevraagd werd, hebben we in februari 3 miljard uitgekeerd aan de Vlaamse OCMW's, evenveel als we in 2000 voor zes maanden hebben uitgegeven. Wijzen op een tekort, maar niet zeggen welk voorschot men ontvangen heeft, is maar de halve waarheid spreken. De waarheid is dat de federale overheid de OCMW's nog geld moet, maar de waarheid is ook dat de OCMW's voorschotten hebben gekregen die dat stuk ruimschoots overtreffen. Concreet hebben we nu al de rekening betaald die we normaal in juni moeten ontvangen. Zo'n groot voorschot hebben we nog nooit uitgekeerd en dat hebben we met opzet gedaan.

Tegenover de OCMW's die ons diskettes aanleveren, is er geen achterstand.

Jammer genoeg werken vele Vlaamse OCMW's nog niet met diskettes. In Wallonië doet het merendeel dat wel en hebben we dan ook geen betalingsachterstand.

De rekeningen van februari die per diskette werden binnengebracht, worden op het ogenblik behandeld - de concrete uitbetaling neemt dan normaal nog 4 à 6 weken in beslag. De dienst die de papieren formulieren manueel inbrengt, heeft om diverse redenen wel een achterstand. De beste oplossing is en blijft dat alle OCMW's met diskettes werken. We willen hen in ieder geval binnenkort meedelen dat we hoogstens over anderhalf jaar alleen nog gegevens op geïnformatiseerde dragers aanvaarden. De OCMW's kunnen dat trouwens vandaag al. Wallonië bewijst dat het daar zelfs geen bijkomend personeel voor nodig heeft. Ook in Vlaanderen zijn de gemeenten over het algemeen geïnformatiseerd, maar om een voor mij onduidelijke reden heel wat OCMW's nog niet.

Bij de verwerking is het grote probleem dat de dienst, met het oog op de controle van het Rekenhof, een factuur eist voor iedere medische verrichting die terugbetaalbaar is. Dat stelt ons voor immense problemen, onder andere omdat documenten voortdurend heen en weer gaan tussen mijn departement, het Rekenhof en de OCMW's. We zijn pas onlangs, in overleg met het Rekenhof, tot een akkoord gekomen waarbij het Rekenhof de verklaringen van het OCMW aanvaardt en enkel a posteriori controle uitoefent. Dat moet de afhandeling zeker versnellen.

Voor de zomer zal de afwerking van 2001 volledig rond zijn voor de manuele zaken. Voor de geïnformatiseerd binnengebrachte rekeningen is 2001 al helemaal klaar. Alle diskettes zijn weg, behalve degene waarbij er fouten zijn gemaakt.

Er zijn natuurlijk nog steeds OCMW's die hun rekeningen van 2001 nog niet hebben ingediend. Enkele hebben een bijkomend voorschot gevraagd en hebben dat ook gekregen. Zo vermijden ze dat ze een overbruggingskrediet moeten nemen. Het merendeel heeft daar zelfs nooit om gevraagd. Sommige OCMW's hebben hun rekeningen te laat of onvolledig ingediend. In dat geval kunnen ze moeilijk verwachten dat de federale overheid een rente op de achterstand uitbetaalt, te meer daar we in februari 3 à 4 miljard bij wijze van voorschot hebben gestort.

Uitgewezen asielzoekers die na 1 januari 2001 een aanvraag hebben ingediend, gaan naar een opvangcentrum. Voor de anderen is het een kwestie van enkele dagen voor ze een uitwijzing krijgen. We hebben echter ook een coderingsprobleem gehad, dat we op het ogenblik oplossen.

De enige oplossing is dat alle OCMW's aansluiten bij de Kruispuntbank. We hebben dat al vaak voorgesteld. Via deze databank kunnen ze alle gegevens doorsturen. Dan zullen we nooit nog achterstand oplopen. Wij zijn bereid om voor elke geïnformatiseerde rekening onmiddellijk een betaling te verrichten en deze pas achteraf te verifiëren. We denken dat er voldoende garanties zijn om eventueel te veel gestorte bedragen te kunnen terugvorderen. We dringen aan op een ingrijpende vereenvoudiging. Wij zijn daar klaar voor en ook vele OCMW's hebben al de nodige software.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Het klopt dat er voorschotten zijn uitbetaald, maar die dienen voor het jaar 2002. De minister houdt staande dat het de eerste zes maanden van 2002 betreft. Mijns inziens moet dus eerst het jaar 2001 worden afgesloten.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. - Ook voor het jaar 2001 werden er voorschotten uitgekeerd, voor een bedrag van 2,5 miljard BEF voor Vlaanderen, gelijk aan twee keer 80% van de laatste drie maanden waarvan de rekeningen werden geverifieerd.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Inderdaad, ik beschik over de cijfers: een half miljard aan voorschotten voor de Limburgse gemeenten. Dat komt neer op een derde van de totale uitgaven voor die begrotingspost.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. - Dat kan niet kloppen.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Toch wel, de voorschotten belopen een derde van het bedrag dat de gemeenten normalerwijze zouden moeten krijgen, maar dat tot nog toe niet werd betaald.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. - Dat klopt niet, mevrouw Thijs.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Ik zal u de cijfers zo dadelijk overhandigen, mijnheer de minister.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. - U mag mij die cijfers geven, maar ik zeg u bij voorbaat dat ze onjuist zijn.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Mijnheer de minister, ik vind dat u ook het probleem van de diskettes eens van naderbij zou moeten bekijken. De OCMW-ambtenaar vertrekt nu met een diskette naar Brussel en komt met uitgeprinte lijsten terug, zodat alle verbeterde gegevens opnieuw manueel moeten worden ingevoerd.

Deze problematiek belangt niet alleen de federale, maar ook de regionale overheid aan.

Op heel wat plaatsen worden er overlegwerkgroepen opgericht, waarop dan soms OCMW-voorzitter wordt uitgenodigd. Men zou er echter beter aan doen de ambtenaar uit te nodigen die zelf met deze bestanden werkt. Hij of zij weet precies hoe het er in de praktijk aan toe gaat.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. - Ik hoop dat u mij die gegevens bezorgt. Wij mochten al kennis nemen van een vijftal gevallen. Meestal bleek de aanvraag niet eens te zijn ingediend. Ik betwist dus uw uitspraken.

De gemeenten die dit deel van hun OCMW-administratie hebben geautomatiseerd, beschikken al over deze gelden.

Het is al te gemakkelijk het ministerie van laattijdigheid te beschuldigen. Ik heb deze zaak op de voet gevolgd en heb kunnen vaststellen dat heel wat OCMW's zeer laks omspringen met hun aanvragen. De wet voorziet in de mogelijkheid om een voorschot te vragen.

Mevrouw Thijs, hebt u getracht te achterhalen of die OCMW's wel een voorschot hebben gevraagd?

Ik ken het antwoord: `Neen!'

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - De meeste OCMW's hebben een voorschot ontvangen, maar dan wel een onvoldoende voorschot.

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. - U begrijpt mij verkeerd. De OCMW's kunnen ook een individueel voorschot vragen om te vermijden dat ze een lening moeten aangaan. Ik kan u verzekeren dat bijna geen OCMW individuele voorschotten heeft gevraagd. Zij doen geen beroep op de mogelijkheden die de wet biedt. Nochtans zijn zij daarvan genoegzaam op de hoogte. Ik heb al vier keer in die zin geantwoord, onder andere ook op vragen van de Belgische Vereniging van Steden en Gemeenten. Dat zij nu toch eens een beroep doen op die mogelijkheid.

Het is natuurlijk gemakkelijker om voor te wenden dat men het geld nog niet heeft ontvangen van de federale overheid.

Bovendien is de balans van de rekeningen globaal genomen positief. Ik wil dat nogmaals benadrukken. Aan de ene kant moeten er inderdaad renten worden betaald, maar anderzijds ontvangt men ook renten, wanneer men in februari een voorschot ontvangt voor zes maanden. Dat geld wordt immers slechts maand per maand aan de belanghebbende uitbetaald en blijft dus op een rekening staan.