2-184

2-184

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 28 FEBRUARI 2002 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Wetsvoorstel betreffende het rookverbod in de binnenlandse reizigerstreinen (van de heer Francis Poty, Stuk 2-157)

Algemene bespreking

De heer Michiel Maertens (AGALEV), rapporteur. - De commissie heeft dit voorstel besproken in haar vergaderingen van 12 januari, 10 mei en 16 november 2000, 14 maart 2001 en 16 januari 2002.

De auteur van het voorstel zegde dat vele mensen zich nog steeds niet bewust zijn van de dodelijke gevolgen van het tabaksgebruik. Hij verwees naar de minister van Volksgezondheid, die de moed had de horecasector te wijzen op de verplichting te zorgen voor een volledige scheiding tussen de ruimten voor rokers en niet-rokers. Sedert 15 mei 1990 is het ook verboden in openbare gebouwen te roken.

Zowel in de nieuwe als in de oude rijtuigen van de NMBS blijven er problemen bestaan. Er bestaat bij de NMBS weinig bereidheid om het aantal rokersplaatsen te beperken. De gemakkelijkste oplossing zou een algemeen rookverbod in de treinen zijn.

Tijdens de lange algemene bespreking, waarin heel wat collega's het woord namen, is uitvoerig ingegaan op het probleem.

Bij de artikelsgewijze bespreking werden vier amendementen ingediend. Het amendement op artikel twee was inhoudelijk erg belangrijk. De heer Ramoudt wou dit artikel aanpassen door een volledig rookverbod alleen in te stellen als er geen volledig afgesloten ruimten voor rokers voorhanden zijn. De heer Ramoudt trok dit amendement in, maar het werd overgenomen door de heer Moens en goedgekeurd. Uiteindelijk is het geamendeerde voorstel aangenomen met tien stemmen bij één onthouding.

Tot zo ver het rapport. Ik wil nu spreken in eigen naam.

Het voorstel werd door de amendering eigenlijk volledig uitgehold. Nu staat er dat het verboden is te roken in de trein, maar niet in de aparte daartoe voorziene ruimten. In feite is dit een bevestiging van de bestaande toestand. Dit voorstel is dus zonder voorwerp. Daarom heb ik me bij de stemming onthouden.

Ik heb met enkele collega's, waaronder de indiener zelf, een amendement ingediend om tot de oorspronkelijke tekst van de heer Poty terug te keren, namelijk de treinen volledig rookvrij maken. De meeste commissieleden wensten ook volledig rookvrije treinen.

De Wereldgezondheidsorganisatie berekende dat er wereldwijd 1,1 miljard mensen roken. In 2025 zullen dit er 1,6 miljard zijn. Elke dag beginnen 82.000 tot 99.000 jongeren met roken. Elke jaar sterven vier miljoen mensen door tabak. Dit zal tot tien miljoen oplopen tussen 2020 en 2030. Tabak heeft al 250 miljoen kinderen en jongeren gedood, meer dan om het even welke oorlog.

In België schommelt het aantal rokers tussen 25 en 30 procent. Twintig jaar geleden was dit nog 40 procent. Dit aantal daalde in 1995 tot 25 procent, maar steeg sindsdien opnieuw. Dat is een negatieve tendens.

Van de 2,5 miljoen Belgische rokers zal de helft gemiddeld 14 jaar vroeger sterven, tenzij ze hun rookgewoonten dringend veranderen. Zeker is ook dat 95 procent van de sterfgevallen door longkanker bij mannen te wijten is aan tabaksgebruik. De tegenwerping dat longkanker vooral veroorzaakt wordt door uitlaatgassen is niet bewezen. Het omgekeerde blijkbaar wel.

Tabak is in België jaarlijks verantwoordelijk voor bijna 19.400 doden, zowel door kanker als door cardiovasculaire aandoeningen. We kunnen dit vergelijken met het jaarlijks aantal verkeersdoden: 1.470 doden en 9.847 ernstig gewonden. Deze cijfers alleen al moeten ons doen besluiten om het rookverbod ernstig te nemen, tienmaal ernstiger dan de verkeersdoden. Zonder daarvoor een staten-generaal te moeten samenroepen, kunnen we dit probleem op een positieve manier behandelen.

Ik wil het ook even hebben oven het passief roken. Het is verkeerd te stellen dat dit wetsvoorstel alleen bedoeld is om het passief roken te verminderen. Het gaat over het verminderen van het roken op zich. Uiteraard is het passief roken op de treinen een schadelijk neveneffect, zowel voor het treinpersoneel als voor de niet-rokende reizigers, die willens nillens vaak moeten meeroken omdat de deuren van de rokerscoupés open staan.

In 1992 werd in de Verenigde Staten door het Environmental Protection Agency een studie uitgevoerd. Als we de resultaten ervan over het passief roken naar België zouden extrapoleren, zouden in ons land jaarlijks 120 doden vallen ten gevolge van het roken van anderen. In Nederland werden in studies cijfers genoemd gaande tot 600 personen die jaarlijks sterven als gevolg van het roken van anderen. Veertig uur per week passief roken staat gelijk met het roken van vijf sigaretten per dag. Heel wat mensen moeten dat ondergaan in de huiskring, op kantoor, in de trein of in een café.

Het is merkwaardig dat het roken in het openbaar vervoer 25 jaar geleden al, in 1976, bij koninklijk besluit werd geregeld. Het was het eerste wetgevende antirookinitiatief.

In het rookgedrag spelen omgevingsfactoren psychologisch een bijzonder grote rol. Daarom heeft dit voorstel zo'n grote waarde. In een omgeving met rookverbod hebben mensen na verloop van tijd zelfs geen zin meer in een sigaret. Rookvrije treinen zijn in de eerste zes maanden eventjes pijnlijk voor de verstokte rokers, maar na die periode hebben ze het toch wel geleerd. De trein is dan geen stimulans meer om te roken en de behoefte om op die plaats te roken verdwijnt.

De behoefte om te roken verminderen en daardoor de medemens beschermen, dat is de betekenis van het wetsvoorstel van collega Poty en onze bijdrage tot de volksgezondheid. Daarom verzoek ik u met aandrang ons amendement te steunen, zodat het oorspronkelijke doel van het wetsvoorstel wordt hersteld. We kunnen een eventuele terugzending naar de commissie wel steunen, maar gelet op de ruime steun die ons amendement geniet, vinden we dat in dit geval niet nodig.

M. Francis Poty (PS). - Permettez-moi de rappeler ici, si besoin en est, que les États membres du Conseil de l'Europe ont inscrit au rang des droits humains le droit à la protection de la santé.

La proposition de loi qui vous est soumise aujourd'hui adhère parfaitement à cette approche. Elle constitue un pas important dans la lutte contre le tabagisme, lutte qu'il convient d'intensifier pour éliminer ce fléau, cette catastrophe pour la santé publique.

Quelques instants avant le vote en commission, M. Thissen est intervenu avec beaucoup d'à-propos pour dire combien il était regrettable de devoir recourir à une loi pour avancer dans cette matière. Il avait raison et je déplore d'avoir été contraint de suivre cette voie en vue de renforcer les actions visant tout naturellement à sauvegarder la santé publique.

Pourquoi en est-on arrivé à cette extrémité ? Constatons que si la législation du 15 mai 1990 relative au tabagisme est suffisamment précise quant aux lieux publics interdits aux fumeurs, elle semble néanmoins imprécise aux yeux de la haute administration de la Société nationale des chemins de fer qui n'assimile pas les voitures des chemins de fer à des lieux publics fermés. Ainsi donc, ces voitures restent-elles les derniers endroits publics fermés qui échappent à la loi en cette matière. Force est de constater encore aujourd'hui que M. Schouppe a mis tout en oeuvre pour s'opposer à une décision allant dans le sens du combat pour la santé de tous en recourant à des enquêtes, à des sondages n'ayant aucun caractère scientifique et objectif et en avançant des arguments de coûts financiers manquant totalement de sérieux.

Quels sont les objectifs de la proposition de loi ? Les droits des non-fumeurs l'emporte incontestablement sur la liberté de fumer. Il convient de protéger en priorité la santé de nos concitoyens qui ont fait le choix de respirer un air non pollué par la fumée du tabac. Cela s'inscrit, en Europe occidentale et en Belgique en particulier, dans le recours systématique aux principes de précaution et de prévention. Cependant, il s'agit aussi de réduire le tabagisme actif et de décourager les fumeurs.

N'est-il pas vrai qu'en vertu de ces principes, nous nous battons aujourd'hui et dépensons parfois des sommes considérables pour réduire le nombre de victimes de la route, empêcher le développement de la maladie de la vache folle, prévenir les effets néfastes des dioxines, éradiquer l'amiante de la construction, nous prémunir contre les ondes des émetteurs GSM alors même qu'en la matière, les scientifiques ne se sont pas encore définitivement prononcés ? On a raison de le faire.

J'ai relevé avec grand intérêt la déclaration récente d'un député européen : la santé doit avoir la priorité sur l'économie et les infrastructures. Cela s'applique bien à la proposition de loi discutée aujourd'hui d'autant qu'en matière de tabagisme, les réalités sont bien plus effrayantes que les menaces que je viens d'évoquer.

Je me dois de rappeler quelques chiffres interpellants tirés de rapports de l'Organisation mondiale de la santé. M. Maertens y a déjà fait référence, mais ils méritent d'être rappelés. En 2000, il y avait 1,4 milliard de fumeurs dans le monde ; 4 millions de décès sont imputables chaque année au tabac pour l'instant.

Ils seront vraisemblablement 10 millions en 2025 si l'on ne réagit pas vigoureusement ; 3 millions de personnes, soit 6 par minute, meurent chaque année dans nos pays industrialisés ; 80% des nouveaux fumeurs de l'Union européenne ont moins de dix-huit ans. Voilà qui est particulièrement inquiétant et exige d'urgence des actions énergiques de prévention, de publicité dynamique et de contre-publicité envers le tabac.

Les effets du tabagisme sur les non-fumeurs sont désormais connus et non contestés - jusqu'à 4.000 décès par an en Union européenne - de même que les maladies et cancers chez les enfants de parents fumeurs. L'OMS a relevé pas moins de 25 maladies induites par le tabac. En Belgique, des enquêtes signalent que 50 personnes en meurent chaque jour. Des études font apparaître que le tabagisme des parents peut entraîner des conséquences graves pour l'enfant. Le risque de cancer augmente de 3 à 42% selon l'importance de la consommation de tabac des parents. Les droits des enfants ne doivent-ils pas passer avant ceux de l'industrie du tabac ?

De telles réalités effrayantes ne peuvent nous laisser sans réaction. Le tabac est bien l'un des problèmes majeurs de ce 21ème siècle. Que l'on arrête de me dire qu'un tel est mort à 85 ans alors qu'il a fumé toute sa vie ou qu'un autre, décédé à l'âge de 35 ans, n'avait jamais fumé ! Il y aura toujours des exceptions, mais elles n'enlèvent rien aux réalités statistiques scientifiquement établies. Dans un rapport en préparation, l'OMS, le Parlement européen et le Conseil de l'Europe appellent à innover et à développer des actions déterminées pour sauvegarder notre santé publique.

En commission, un vote acquis de justesse a permis de réduire la portée de la proposition de loi. Ce vote obtenu sur le fil du rasoir me laisse croire qu'une autre majorité pourrait se dégager en séance publique. Un geste fort et courageux consiste à rétablir aujourd'hui la proposition de loi telle que déposée, à savoir l'interdiction totale de fumer dans les voitures de chemin de fer. C'est sans conteste la meilleure solution, la plus simple aussi, et qui ne coûtera quasiment rien. C'est celle qui respecte les non-fumeurs, les accompagnateurs que l'on oublie souvent et qui vivent pendant des heures dans le tabagisme des compartiments fumeurs. Enfin, cette solution pousse les fumeurs à un effort de réserve et de maîtrise pendant un temps relativement court, guère plus d'une heure en général. Est-ce vraiment trop demander ?

Certes, nous pourrions nous contenter de la proposition de loi telle que votée en commission. Ce serait un progrès réel puisqu'un très grand nombre de voitures n'ont pas de séparation entre les espaces fumeurs et non fumeurs. Elles se verraient légalement dotées de séparations mais toujours plus ou moins efficaces. Ne nous contentons pas de demi-mesures. Allons au bout de notre détermination à préserver la santé publique, à changer le poids des habitudes. Chassons nos appréhensions et nos excuses. Osons affirmer par un vote clair que le tabac tue.

Le délai laissé par la proposition de loi pour son application permet à la SNCB de prendre toutes les dispositions nécessaires à sa totale réalisation, et s'il s'agit d'une interdiction totale, de permettre aux ministères concernés aux niveaux fédéral et des communautés de se concerter en vue de développer une contre-publicité agressive contre le tabac.

Le tabac est un maître chanteur qui prend l'argent, la santé et, bien souvent, la vie. Mais en fait, c'est aussi la liberté qu'il prend aux fumeurs, leur liberté de s'en défaire un jour, car il n'est pas simple d'échapper à sa dépendance. J'en appelle à témoin tous les fumeurs de cette assemblée et ceux qui ont fumé autrefois, et cela au seul profit de quelques grandes multinationales pour lesquelles seul l'argent compte. L'industrie du tabac ne cherche en outre qu'à recruter de nouveaux consommateurs et à favoriser leur dépendance au tabac.

À cet égard, il nous appartient d'être particulièrement attentifs aux dangers que court la jeunesse exposée à ces agissements. Notre rôle est aussi d'aider tous ceux qui veulent rompre le lien avec le tabagisme. Encourageons-les si nécessaire.

C'est pourquoi, chers collègues, je vous demande de voter l'amendement rédigé à l'initiative de notre rapporteur, M. Maertens. Faisons en sorte que cette proposition de loi sonne fort sur le chemin menant à une meilleure prévention de la santé de tous. À la politique de l'autruche, opposons une politique innovante et courageuse. Je remercie d'ailleurs dès à présent les collègues fumeurs qui soutiennent et voteront positivement cette proposition de loi.

Chaque jour, en moyenne, quatre personnes meurent sur nos routes. Le gouvernement prend des mesures courageuses, pas nécessairement populaires. À cet égard, je me permets de rappeler ce que notre premier ministre, M. Verhofstadt, déclarait il y a quelques jours - je cite : « Des enquêtes d'opinions révèlent que les mesures prises récemment par le gouvernement ne sont pas populaires. Le but n'est pas la popularité. Notre but est de sauver des vies. Quand nous atteindrons cet objectif, alors nos mesures deviendront populaires. »

Chers collègues, je vous rappelle qu'en ce 28 février, plusieurs dizaines de personnes sont déjà mortes ou vont mourir de maladies liées au tabac.

De heer Didier Ramoudt (VLD). - De negatieve gevolgen van het roken zijn al voldoende aan bod gekomen. Ons uitgangspunt was dat een treinwagon een openbare ruimte is, zoals een café. In cafés zijn er gescheiden ruimten voor rokers en niet-rokers, worden afzuigsystemen geïnstalleerd en zo meer. Een treinwagon is evenals een café een openbare plaats, met dit grote verschil dat iemand niet verplicht is op café te gaan, maar soms wel verplicht is de trein te nemen.

Naar aanleiding van het voorstel van de heer Poty heb ik me afgevraagd of we niet beter zouden uitgaan van praktische overwegingen die rekening houden met de realiteit. Dat was ook de bedoeling van mijn amendement dat het roken op treinen alleen nog wil toelaten in ruimten die volledig van andere passagiersruimten zijn afgesloten. In de nieuwe treinwagons zijn de ruimten alleen afgesloten door een glazen wand die zelfs niet tot het plafond doorloopt. Als ik thuiskom vraagt mijn vrouw soms van welk café ik kom omdat ik naar tabaksrook stink. Ik antwoord dan dat ik niet van café kom, maar van de trein. Spijtig genoeg ben ik dan niet op café geweest. Anderzijds kan ik later dan wel zeggen dat ik van de trein kom als ik op café geweest ben.

In de nieuwe wagons werkt de luchtverversing inderdaad niet goed. Om te vermijden dat de herinrichting van de wagons te veel geld zou kosten, stelde ik voor de nieuwe wagons om te vormen tot niet-rokerswagons. Voor de oude wagons zou niets veranderen.

In de commissie werden heel wat waardevolle argumenten met betrekking tot de nadelige gevolgen van het passief roken naar voren gebracht. Ik heb vernomen dat minister Aelvoet een ontwerp van koninklijk besluit heeft opgesteld dat op de verpakking van sigaretten de waarschuwing `Roken is dodelijk' wil aanbrengen. In de commissie was ik ervan overtuigd geraakt dat een totaal rookverbod voor de gezondheid de beste oplossing is. Of dit maatschappelijk ook de beste oplossing is, is een andere vraag. Met de herindiening van het amendement dat een totaal rookverbod op de binnenlandse treinen wil invoeren, wordt deze discussie nu opnieuw geopend.

Als niet-roker ben ik het amendement van de heer Poty wel genegen; om die reden heb ik mijn amendement ingetrokken, dat door de heer Moens opnieuw werd ingediend. We moeten echter ook rekening houden met praktische en maatschappelijke overwegingen.

De heer Schouppe, die altijd graag schermt met onderzoeken die hij zelf laat uitvoeren, heeft een tweetal jaar geleden in het midden van de zomer een onderzoek laten doen naar het storend karakter van roken op de trein. Aangezien het zomer was, waren de gewone gebruikers, ambtenaren en bedienden, op vakantie en zaten er vooral jobstudenten en vakantiegangers op de trein. Uit dit onderzoek bleek dat roken op de trein wordt getolereerd.

Uit mijn dagelijkse contacten op de trein heb ik echter kunnen afleiden dat de vraag naar een totaal rookverbod op dit ogenblik veel groter is dan de vraag om te kunnen roken. In een democratie geldt het recht van de meerderheid. Ik kan me dan ook vinden in het amendement van de heer Poty voor een totaal rookverbod voor zover het betrekking heeft op de nieuwe wagons waarop geen afscheiding aanwezig is. Op de oude wagons met volledig afgescheiden ruimten zou ik de situatie laten zoals ze is. Ik besef echter dat dit een moeilijke oefening is.

M. François Roelants du Vivier (PRL-FDF-MCC). - Je me félicite que notre excellent collègue M. Poty ait insisté, en commençant son intervention, sur un élément essentiel, à savoir celui de la santé publique, qui, selon moi, doit guider notre vote et notre décision.

Je m'étonne de certains arguments avancés en faveur d'espaces clos, réservés aux fumeurs, dans les trains. En effet, comme l'a dit M. Poty, les distances à parcourir pour traverser notre pays sont telles que les voyages ne durent jamais plus d'une heure et demie à deux heures. Lorsque nous prenons l'avion, nous acceptons que les vols soient non fumeurs pour toutes les destinations intra-européennes, quelle que soit la compagnie choisie. Dès lors, pourquoi ne pas accepter d'appliquer sur le service intérieur de la SNCB ce qui se pratique à travers l'ensemble du continent européen ?

L'amendement qui est proposé et que j'ai cosigné me paraît la solution idéale pour résoudre le problème posé. À cet égard, il est par ailleurs dommage que nous ayons dû recourir à une législation : il eut fallu que la SNCB gère cette question par une interdiction. Une proposition de loi a donc été déposée.

Je demande aux membres de l'assemblée de se prononcer en leur âme et conscience, en tenant compte de l'objectif de santé publique et sans se laisser aveugler par les écrans de fumée de ceux qui avancent la courtoisie ou des aspects pratiques pour recommander d'autres solutions.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Een aantal van mijn argumenten werden al ontwikkeld door voorgaande sprekers. Ik zal ze dan ook niet herhalen.

Onze fractie is ervan overtuigd dat de maatregel het best wordt ingevoerd zoals het oorspronkelijk wetsvoorstel vooropstelde. Daarom zullen we amendement dat ertoe strekt de inhoud daarvan terug van toepassing te maken ten volle steunen.

Ik ga niet dieper in op de argumenten in het voordeel van de volksgezondheid. Het argument dat de vrijheid van rokers beperkt wordt is trouwens relatief. De reisafstanden in ons land zijn zo beperkt dat ze zelfs voor de meest verstokte verslaafden, die ook de nacht doorkomen met doorgaans zes tot acht uur slaap, geen probleem kunnen vormen.

Wat het amendement van de heer Vandenberghe betreft die ook andere producten wil laten verbieden, doe ik opmerken dat het gebruik van middelen die anderen kunnen schaden moeten worden verboden. Voor zover ik weet, ligt het niet in de bedoeling van de meerderheid het gedoogbeleid zodanig uit te breiden dat in het publiek mag worden gerookt of het gebruik van cannabis wordt toegelaten.

Ik wil eindigen met een boutade: het kauwen van tabak is nog steeds toegelaten voor wie het te erg wordt.

M. René Thissen (PSC). - Le rapporteur et l'auteur de la proposition initiale nous ayant rappelé toutes les statistiques, je ne compte pas recommencer la démonstration de l'utilité de prendre une réglementation. J'ai effectivement regretté que nous soyons amenés à devoir légiférer à propos d'une question qui aurait pu être résolue par un règlement. Étant donné qu'il n'existe pas aujourd'hui dans notre pays de véritable politique globale de lutte contre le tabagisme, politique réclamée avec insistance pas l'OMS, la proposition de M. Poty va dans la bonne direction.

Dès le début de la discussion, j'avais indiqué que j'étais plutôt favorable à la suppression totale. Cependant, compte tenu du fait que cette proposition constitue une avancée avec laquelle la majorité semble relativement d'accord, nous avons décidé de la soutenir. Je constate qu'après l'approbation du rapport, un nouvel amendement a été déposé, qui vise à en revenir à notre souhait initial. Notre groupe peut donc le soutenir sans problème. Je regrette cependant que cet amendement, qui a été signé par les membres de la majorité, n'ait pas été présenté à notre signature, alors qu'il était clair que nous serions d'accord. Quoi qu'il en soit, cela ne nous empêchera pas de soutenir énergiquement la proposition de l'interdiction totale de fumer dans les trains en Belgique.

De heer Guy Moens (SP.A). - Vermits mijn naam is gevallen, kan ik niet anders dan het woord te nemen. Ik heb het amendement van de heer Ramoudt inderdaad overgenomen en opnieuw ingediend om het voorstel de redelijkheid terug te geven die het tijdens de bespreking was verloren.

Ik ben het er honderd procent mee eens dat roken een zeer schadelijke praktijk is, die met alle middelen moet worden bestreden. Ik zou zelfs veel verder willen gaan dan wat hier wordt voorgesteld. Ik ben voor een absoluut rookverbod, overal en in heel de maatschappij. Alleen blijkt dat niemand dat durft te verdedigen. Dat is dus tegenstrijdig met de bewering van zovelen die roken als het hoogste kwaad beschouwen. Het is maar een kwaad als het zich voordoet in bepaalde onderdelen van de infrastructuur van de NMBS. Elders is het blijkbaar een veel kleiner kwaad.

Toch wil ik over dit punt niet echt een discussie aangaan. Mijn amendement pleit voor een rookverbod in kantiaanse zin: de vrijheid van ieder individu gaat zover tot ze de vrijheid van een ander beperkt. Daarom stellen we een rookverbod voor in alle spoorwagons, in die mate dat niemand die niet met tabakgebruik geconfronteerd wil worden, daar niet toe verplicht wordt. Zorg dat er afgesloten coupés zijn zodat er geen enkele vermenging mogelijk is en dat niemand geconfronteerd wordt met wat hij niet wil. Op die manier komt niemands vrijheid in het gedrang, wordt de volksgezondheid gehandhaafd voor ieder die dat wenst en wordt ook de vrijheid van wie toch wil roken, niet geschaad. Ik doe een beroep op het gezond verstand van de senatoren om hen die willens en wetens van de vrijheid gebruik willen maken om zichzelf en alleen zichzelf schade te berokkenen, die mogelijkheid te laten. Dat is de echte betekenis van de vrijheid.

M. Philippe Mahoux (PS). - Je tiens à féliciter M. Poty de son initiative. Je me souviens, lorsque j'était jeune sénateur, d'une réunion de la commission des Affaires économiques ou de la Santé publique, au cours de laquelle nous avions auditionné des représentants de l'industrie du tabac. Au terme des auditions, j'aurais dû tirer de celles-ci la conclusion que la relation entre le tabac et les maladies cardiovasculaires ou entre le tabac et le cancer n'était pas évidente.

J'étais jeune parlementaire, mais aussi médecin aguerri et je n'ai pas pu m'empêcher d'être scandalisé de ce type de conclusion. Fort heureusement, en collaboration avec la Chambre, nous avons réuni une commission commune Santé publique et nous avons entendu des experts, des médecins, des spécialistes de santé publique, qui ont évidemment redressé ce que l'on tentait de nous faire croire. Que de chemin parcouru depuis lors !

Il eût été plus logique que la SNCB prenne d'autorité une décision de cette nature, comme l'ont fait un très grand nombre de compagnies aériennes. M. Poty a rappelé que la chose n'avait pas été possible. Je n'émets pas de jugement sur les raisons de cette situation et je pense que c'est une mesure contraignante qu'il convient de prendre pour empêcher de fumer dans les trains.

J'ajoute, par rapport aux propos de M. Moens, que nous ne sommes pas partisans de législations comportementalistes, consistant à dire que la liberté de quelqu'un de se comporter comme il le souhaite devrait être régie par la loi.

Il ne s'agit pas de cela en l'occurrence. Il s'agit de considérer que le tabagisme passif et les conséquences de celui-ci, induisent dans l'exercice d'une liberté une nuisance vis-à-vis d'autrui. Dans ces conditions, on est en droit d'interdire complètement le tabac dans les lieux publics.

Je me réjouis effectivement de cette initiative, en félicitant une nouvelle fois M. Poty. Chacun jugera comme il l'entend mais, personnellement, en tant que parlementaire et médecin, je voterai évidemment en faveur de l'amendement redéposé par M. Poty, qui rétablit le texte initial et interdit totalement de fumer dans les trains.

M. Alain Destexhe (PRL-FDF-MCC). - Dans le même sens que ce qu'a dit M. Mahoux en tant que parlementaire et médecin, je ne puis que soutenir l'amendement de M. Poty.

Quand on voyage en avion, parfois sur de très longues distances, il est interdit de fumer. Sauf retard - parfois important - de la SNCB, il n'est pas vraiment possible de rester plus de deux ou trois heures dans le train en Belgique. Il me semble donc tout à fait légitime de soutenir l'amendement de M. Poty, ce que je ferai bien entendu.

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Hoewel ik zelf een verstokt roker ben steun ik het voorstel voor een totaal rookverbod op de trein. Toch maak ik er een paar bedenkingen bij.

Achttienduizend doden, weliswaar actieve rokers, en vijftienhonderd verkeersdoden per jaar. Er is echter alleen een beleid in verband met de verkeersdoden. Waar blijven even ambitieuze ontradingscampagnes tegen het gebruik van tabak?

De heer Moens maakt een wel erg manke redenering die enkel opgaat voor passagiers die passief op hun plaats blijven zitten of zich hoogstens binnen een wagon verplaatsen. Ze gaat alleszins niet op voor de kaartjesknippers, die zolang er rokerscoupés bestaan, ook met rokers geconfronteerd worden. U lacht, mijnheer Moens, maar ik heb van verschillende kaartjesknippers opmerkingen in die zin gekregen. Zij zijn ook mensen en ze worden elke dag geconfronteerd met plaatsen waar mag worden gerookt. We moeten een totaal rookverbod op de trein goedkeuren. Mijnheer Moens, uw argument was een goede laatste poging, maar het is niet valabel.

Inzake de bijkomende producten waar de heer Vandenberghe het in zijn amendement over heeft, wijs ik erop dat die, voor zover het gaat over producten zoals vermeld in de wet van 1921, ook op andere manieren kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld door ze te kauwen. Bij het nuttigen van een space cake schaad je niemand, tenzij misschien jezelf.

M. Paul Galand (ECOLO). - En tant que médecin et sénateur, je voterai l'amendement. On connaît les dangers du tabac pour la santé. Le train étant un service public et non un lieu privé ou semi-privé, il est normal que l'on impose une interdiction totale de fumer. Cette disposition s'inscrit dans la logique de l'évolution législative en cours. C'est pourquoi je soutiens entièrement l'amendement.

Mevrouw Meryem Kaçar (AGALEV). - Als trouwe pendelaar steun ik het voorstel van de heer Poty. Ik rook zelf niet. Maar ondanks ik in de niet-rokerszone zit ruikt mijn kledij naar sigarettenrook omdat de ventilatiesystemen in de treinen niet efficiënt zijn. Tijdens het spitsuur is het opmerkelijk dat de rokerszones halfleeg zijn en de niet-rokerszones en de gangen vol zitten.

Ik spreek de heer Moens tegen dat dit voorstel een vrijheidsbeperking is. In het verlengde van het rookverbod in openbare ruimtes is een rookverbod in een openbaar vervoermiddel als de trein, een consequente maatregel.

-De algemene bespreking is gesloten.