2-164

2-164

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 13 DÉCEMBRE 2001 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Mimi Kestelijn-Sierens au ministre des Affaires sociales et des Pensions sur «les travaux du groupe de travail qui, sous la direction de Mme Cantillon, opère un rapprochement entre les régimes de sécurité sociale des travailleurs salariés et des indépendants» (n° 2-786)

M. le Président. - Mme Isabelle Durant, vice-première ministre et ministre de la Mobilité et des Transports, répondra au nom de monsieur Frank Vandenbroucke, ministre des Affaires sociales et des Pensions.

Mevrouw Mimi Kestelijn-Sierens (VLD). - In mei 2000 gaf de regering aan een werkgroep onder leiding van mevrouw Cantillon de opdracht om onder meer een toenadering uit te werken tussen de sociale zekerheidsstelsels van werknemers en zelfstandigen. Hoewel zelfstandigen een grotere persoonlijke bijdrage dan werknemers betalen, hebben ze vandaag een kleinere sociale bescherming.

De werkgroep besloot te opteren voor een gefaseerde aanpak, die in januari dit jaar resulteerde in een eerste verslag waarin die terreinen van de sociale zekerheid behandeld werden waar de kloof tussen de stelsels van zelfstandigen en werknemers het kleinst is, namelijk de arbeidsongeschiktheid, de gezondheidszorg en de gezinsbijslagen. De basisidee is dat de sociale bescherming van zelfstandigen en werknemers gelijkwaardig moet zijn zonder identiek te zijn.

Een bijkomende opdracht van de werkgroep bestond er vervolgens in de problematiek van de pensioenen van zelfstandigen te bespreken. Oorspronkelijk moest er in juli een rapport zijn. Na een vraag om uitstel gaf de werkgroep november aan als uiterste datum. We zijn inmiddels reeds december en nog steeds is het eindrapport niet verschenen.

Wanneer zal het rapport over de problematiek van de pensioenen van zelfstandigen verschijnen? Welke zijn de redenen voor de vertraging? Welke verbeteringen aan de pensioenen voor zelfstandigen kunnen verwacht worden?

Mevrouw Isabelle Durant, vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer. - De regering heeft, in haar bekommernis om het sociaal statuut van de zelfstandigen te verbeteren, aan de werkgroep onder leiding van professor Bea Cantillon opdracht gegeven ook de pensioenproblematiek te onderzoeken. Deze werkgroep legt de laatste hand aan een uitvoerig verslag. Hierin worden, naast de beschrijving van de huidige situatie en de thema's die specifieke aandacht vereisen, mogelijke oplossingen uitgewerkt en toegelicht. Het eindrapport over het pensioendossier zal waarschijnlijk over enkele weken worden ingediend.

De complexiteit van de materie vereist een uitgebreide en grondige studie. De verzameling en verwerking van alle noodzakelijke en nuttige informatie vergen een niet te onderschatten arbeid. In de schoot van de werkgroep werd eveneens een technische werkgroep opgericht om een documentair gedeelte met vooruitberekeningen samen te stellen in functie van de interne mechanismen en de economische, demografische en socio-professionele actoren. De kennis van de budgettaire repercussies is immers essentieel voor een gemotiveerde evaluatie van de voorgestelde oplossingen.

Aangezien de conclusies van de werkgroep nog niet beschikbaar zijn, kan ik nog geen standpunt innemen over de te verwachten verbeteringen. De regering zal op basis van de door de werkgroep uitgebrachte adviezen inzake gezinsbijslagen, invaliditeit, ziekteverzekering en pensioenen, en na sociaal overleg, nagaan welke maatregelen haalbaar zijn binnen de beschikbare budgettaire ruimte.

Mevrouw Mimi Kestelijn-Sierens (VLD). - Ik dank de minister voor het antwoord. Ik betreur dat minister Vandenbroucke hier niet kan zijn, maar ik heb begrip voor zijn drukke agenda. Wij wachten het rapport van de werkgroep-Cantillon af. Aan de hand daarvan zullen we later het debat kunnen aangaan.