2-159

2-159

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 22 NOVEMBER 2001 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Voorstel tot wijziging van artikel 26 van het Reglement van de Senaat (van de heer Philippe Monfils, Stuk 2-872)

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Het voorstel tot wijziging van artikel 26 van het Reglement van de Senaat voorziet uitdrukkelijk in het behoud van de regel dat subcommissies en werkgroepen met gesloten deuren vergaderen. De indiener van dit voorstel tot wijziging van het Reglement verwijst in zijn motivatie naar de sterke toename van werkgroepen en subcommissies in de Senaat. Ik wijs er toch even op dat dezelfde indiener een actieve rol heeft gespeeld in het uitdokteren van het compromisvoorstel naar aanleiding van de dotatie van prins Laurent, een compromisvoorstel dat er precies in bestaat een werkgroep op te richten.

Uit de tekst die ter stemming voorligt, blijkt duidelijk dat subcommissies en werkgroepen in de toekomst alleen nog openbare vergaderingen kunnen houden wanneer twee voorwaarden vervuld zijn. Ten eerste moet het verslag goedgekeurd en aan de commissie voorgelegd zijn en ten tweede moet de commissie het met die openbaarheid eens zijn. Vroeger bestond er voor de commissies nog een uitwijkroute. De voorzitter van de Senaat kon altijd toestemming geven om de vergaderingen openbaar te laten verlopen. Die mogelijkheid valt nu weg en de subcommissies en werkgroepen zullen altijd met gesloten deuren moeten vergaderen. Ik ben van oordeel dat het toch nog mogelijk moet zijn om openbare vergaderingen te beleggen. Mijn fractie zal tegenstemmen.

M. Philippe Monfils (PRL-FDF-MCC). - Étant l'auteur dont vient de parler mon collègue, je voudrais répondre que j'ai toujours lutté contre les excès des groupes de travail lorsqu'ils deviennent permanents et s'assimilent finalement à de véritables commissions parlementaires.

Je n'ai jamais critiqué les groupes de travail temporaires qui s'efforcent de défricher une matière qu'ils présentent ultérieurement à leurs commissions respectives.

Indépendamment du cas relatif à la dotation, soulevé par mon collègue, je voudrais évoquer, par exemple, le groupe de travail « ASBL » dont le travail, dans l'obscurité médiatique, a permis de défricher le terrain pour la commission de la Justice qui a ensuite pu voter les amendements en connaissance de cause.

Voilà donc les raisons pour lesquelles j'ai défendu ce point de vue et que je continue à le faire. Si l'on maintient la publicité d'office pour les groupes de travail, nous ne résisterons pas à la tentation.

Je rappelle, en outre, que les groupes de travail sont composés de manière particulière, en général une personne maximum par groupe politique, sans proportionnalité ni notion de représentativité. C'est pourquoi il n'est pas question que le groupe de travail s'arroge les pouvoirs d'une commission parlementaire. Je maintiens donc entièrement mon point de vue tout en estimant qu'il est justifié, dans des circonstances particulières, de créer des groupes de travail pour une période déterminée et des matières bien définies.

Stemming 7

Aanwezig: 61
Voor: 58
Tegen: 3
Onthoudingen: 0

-Het voorstel tot wijziging van het reglement is aangenomen.