2-386/2

2-386/2

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

30 OKTOBER 2001


Voorstel van bijzondere wet tot wijziging van artikel 50 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen


ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

[L. 32.406/2]


De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 19 oktober 2001 door de Voorzitter van de Senaat verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een voorstel van bijzondere wet « tot wijziging van artikel 50 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen » (stuk Senaat, 1999-2000, nr. 2-386/1) heeft op 25 oktober 2001 het volgende advies gegeven :

Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2º, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt de motivering in de brief met de adviesaanvraag als volgt :

« (l'urgence est motivée) ... par le souci de la commission de remédier dans les plus brefs délais à une situation qui risque de donner lieu à des contestations de la validité juridique des décrets adoptés par le Conseil de la Communauté française ».


Het voorstel strekt ertoe dat de leden van de Waalse Gewestraad die de eed uitsluitend of in de eerste plaats in het Duits hebben afgelegd, binnen de Franse Gemeenschapsraad kunnen worden vervangen door hun opvolgers.

Zoals hierboven is aangegeven, wordt het verzoek om spoedbehandeling als volgt met redenen omkleed :

« ... par le souci de la commission de remédier dans les plus brefs délais à une situation qui risque de donner lieu à des contestations de la validité juridique des décrets adoptés par le Conseil de la Communauté française ».

In de brief met de adviesaanvraag staat ook het volgende te lezen :

« La commission se demande en particulier si le texte concerné est susceptible de remédier à la situation actuelle, où la validité de la composition du Conseil de la Communauté française peut être contestée. En effet, deux membres du Conseil régional wallon qui ont prêté serment en langue allemande conformément à l'article 50 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, n'ont pas le droit de vote au Conseil de la Communauté française. »

Het is de Raad van State echter niet duidelijk in welk opzicht de regel die thans opgenomen is in artikel 50, tweede lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, te weten dat de leden van de Waalse Gewestraad die de eed uitsluitend of in de eerste plaats in het Duits hebben afgelegd niet deelnemen aan de stemmingen, aanleiding zou kunnen geven tot betwisting met betrekking tot de geldigheid van de decreten van de Franse Gemeenschapsraad. Het is de Raad van State immers niet duidelijk welke hogere norm bij die rechtsregel zou worden geschonden (1). Het Arbitragehof, het enige rechtscollege dat gemachtigd is om kennis te nemen van schending van de bijzondere wet door een decreet, heeft hoe dan ook meermaals erop gewezen dat het niet bevoegd is om het proces van totstandkoming van wetsbepalingen te toetsen, doch uitsluitend de inhoud van die bepalingen (2).

Voorts is de wijze waarop de Waalse Gewestraad bepaalde decreten aanneemt, aan kritiek onderhevig, zoals de Raad van State meer dan eens heeft opgemerkt. Het betreft het geval van decreten van het Waals Gewest waarbij zowel de gewestbevoegdheden als de gemeenschapsbevoegdheden worden uitgeoefend die de Franse Gemeenschap heeft overgedragen aan het Waals Gewest. In dat geval nemen de leden van de Waalse Gewestraad die uitsluitend of in de eerste plaats de eed in het Duits hebben afgelegd, deel aan de stemming over de bepalingen die gewestmateries regelen, maar mogen ze niet deelnemen aan de stemming over de bepalingen die gemeenschapsmateries regelen. Daaruit volgt dat een decreet van het Waals Gewest de bijzondere wet van 8 augustus 1980 schendt indien het zowel gewest- als gemeenschapsmateries regelt (3). Het voorstel van wet dat ter fine van advies aan de afdeling wetgeving van de Raad van State is voorgelegd, regelt dat probleem niet.

De kamer was samengesteld uit :

De heer Y. KREINS, kamervoorzitter;

De heren P. LIÉNARDY en J. JAUMOTTE, staatsraden;

Mevrouw B. VIGNERON, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer L. DETROUX, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door mevrouw G. MARTOU, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. JAUMOTTE.

De griffier, De voorzitter,
B. VIGNERON. Y. KREINS.

(1) Vergelijk met artikel 50, eerste lid, van de bijzondere wet met betrekking tot de decreten van de Vlaamse Raad.

(2) Zie onder meer arrest 134/98 van 16 december 1998, overweging B.3.

(3) Zie in die zin onder meer advies 31 116/4 d.d. 28 maart 2001 van de afdeling wetgeving van de Raad van State over een ontwerp, het latere decreet van het Waals Gewest van 28 juni 2001 tot wijziging van het decreet van 23 maart 1995 houdende oprichting van een Gewestelijk Hulpcentrum voor gemeenten dat instaat voor de follow-up van en de controle op de beheersplannen van de gemeenten en provincies dat het financiële evenwicht van de gemeenten en provincies van het Waalse Gewest moet helpen handhaven, stuk, Conseil régional wallon, 2000-2001, nr. 237/1.