2-155

2-155

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 25 OKTOBER 2001 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Patrik Vankrunkelsven aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en aan de minister van Sociale Zaken en Pensioenen over «de screening voor borstkanker» (nr. 2-734)

De voorzitter. - De heer Eddy Boutmans, staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, antwoordt namens mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Het recentste nummer van The Lancet publiceert een vrij belangrijke studie over de screening naar borstkanker. Op een zeer wetenschappelijke wijze wordt daarin aangetoond dat borstkankerscreening niet per definitie voordeliger is dan niet-screening. Daarom heb ik een paar pertinente vragen voor mevrouw Aelvoet.

Vindt ze niet dat het door de regering zo geprezen evidence based medicine met voeten wordt getreden als de regering na het lezen van het artikel in The Lancet gewoon voortgaat met borstkankerscreening? Uit het onderzoek blijkt dat met screenings er mogelijk 20 procent meer borstamputaties worden verricht dan zonder, zonder dat het een voordeel oplevert voor de bevolking. Screenings veroorzaken bijgevolg vooral onzinnig leed.

Kan de regering het huidige project voortzetten, zonder eerst de nieuwe gegevens te onderzoeken?

Volgens The Lancet worden met screenings vooral nog zeer kleine, mogelijk traag groeiende tumoren ontdekt, waarvan de vrouwen misschien nooit last zouden krijgen. Eigent de regering zich in feite niet het recht toe om vrouwen angsten te bezorgen, zonder dat dit de volksgezondheid dient?

De studie besluit dat grootschalige screenings enkel kunnen gebeuren in het kader van epidemiologische studies. Moet de minister dan niet ten minste de voorwaarden creëren opdat de screening kan kaderen in een studie die meer inzicht kan geven over het nuttigheid. Moet ze de vrouwen niet meer informeren over de voor- en nadelen van screening en hun instemming vragen alvorens te screenen.

De heer Eddy Boutmans, staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. - Een Cochrane Review wordt zeker op het domein van de epidemiologie erkend als een gestandaardiseerde benadering voor het bundelen van informatie uit verschillende studies. Het is echter ook een menselijk proces waarin onderzoekers keuzes maken. Onderzoekers interpreteren bewijsmateriaal vaak verschillend. De onderzoekers wier artikel in The Lancet gepubliceerd werd, trekken negatieve conclusies uit de review. Zij staan met hun interpretatie veeleer alleen in de onderzoekswereld. Dat bleek uit de reactie op hun publicatie. Hun onderzoek heeft duidelijke beperkingen, aangezien het gebaseerd is op samengebrachte gegevens. Het samenbrengen van de gegevens op individueel niveau kan sommige methodologische problemen oplossen, maar het zal tijd vragen om een nieuwe review uit te voeren. Ondertussen blijft de screeningmethode evolueren.

Het besluit van de overheid om een algemene borstkankerscreening te organiseren kadert in het Europese beleid terzake en volgt dan ook de Europese richtlijnen. Een algemene screening is bovendien de enige aanpak die kwaliteit kan garanderen.

Mastectomie en radiotherapie zijn inderdaad niet altijd de meest geschikte therapieën. Dat is ook het oordeel van de Cochrane Breast Cancer Group. Tegenwoordig kunnen in de geneeskunde zeer gerichte therapieën worden gebruikt.

De overheid streeft er natuurlijk naar steeds de meest geschikte therapie aan te bieden. Een van de conclusies van de Europese borstkankerscreening is dat een georganiseerd programma leidt tot het gebruik van nieuwe en betere behandelingstechnieken en therapieën. Met zo'n aanpak kan men immers op elk ogenblik de preventieve actie bijsturen.

Bij een screening worden inderdaad ook de traag groeiende tumoren ontdekt. De beslissing om elke twee jaar te screenen is gebaseerd op de huidige kennis inzake de groeisnelheid van borstkankertumoren. We proberen de negatieve gevolgen van een fout positief resultaat zoveel mogelijk te beperken door een dubbele lezing en door feedback aan de lezers. Uit onderzoek van universiteiten en van het Wetenschappelijk Instituut voor volksgezondheid blijkt dat bij een vrijwillige screening vrouwen zich te vaak laten screenen en er meer foute positieve resultaten zijn.

Het screeningprogramma zal natuurlijk na verloop van tijd worden aangepast, omdat er betere technieken zullen worden gevonden voor de vroegtijdige opsporing van kanker en omdat de risicofactoren door demografische en sociaal-economische verschuivingen wijzigen. De richtlijnen zullen worden aangepast na een proefondervindelijk onderzoek bij de bevolking. Dit soort van onderzoek zal op internationaal of ten minste op Europees niveau gebeuren.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Uit het antwoord blijkt dat de screening niet op een lichtzinnige manier gebeurt.

Ik zou graag een kleine aanbeveling formuleren voor de minister. De screening moet zeker niet gestopt worden. Dat was ook niet de bedoeling van mijn vraag. Ze zou echter moeten worden gekoppeld aan een universitaire studie. Ik denk dat de universiteiten van ons land hiertoe zeker bereid zijn. Daarvoor is wel een goede kankerregistratie nodig. Die bestaat in België niet. Ik vraag dus uitdrukkelijk om zo snel mogelijk deze lacune weg te werken.

De minister zou het Centrum voor evidence based medicine, dat niet zo lang geleden is opgericht, ook kunnen vragen randvoorwaarden te formuleren om de screening optimaal te laten verlopen.