2-809/1

2-809/1

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

17 JULI 2001


Werkbezoek aan Europol te Den Haag over de politiesamenwerking op Europees niveau en de strijd tegen de mensenhandel


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN EN VOOR DE ADMINISTRATIEVE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR DE HEER TIMMERMANS


I. INLEIDING

In het kader van de voortgangscontrole op het regeringsbeleid inzake immigratie en de politiehervorming bracht de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden op 13 juni 2001 een bezoek aan Europol te 's Gravenhage (Nederland).

1. Opdracht

Europol is de Europese Rechthandhavingsorganisatie die criminele inlichtingen behandelt. Europol heeft ten doel de effectiviteit te bevorderen van het optreden van, en de samenwerking tussen, de bevoegde instanties van de lidstaten met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van ernstige internationale georganiseerde misdaad. Europol heeft als taak een wezenlijke bijdrage te leveren aan de rechtshandhavingsacties van de Europese Unie tegen georganiseerde misdaad, in het bijzonder gericht op de criminele organisaties.

2. Bevoegdheid

De bevoegdheid van Europol bestaat uit het ondersteunen van rechtshandhavingsactiviteiten tegen :

· illegale handel in verdovende middelen;

· immigratienetwerken;

· illegale handel in motorvoertuigen;

· mensenhandel met inbegrip van kinderpornografie;

· valsemunterij en vervalsing van betaalmiddelen;

· illegale handel in radioactieve en nucleaire stoffen;

· terrorisme;

· hiermee verband houdende witwasactiviteiten,

dit is van toepassing indien een georganiseerde criminele structuur bestaat en twee of meer lidstaten betrokken zijn. De bevoegdheden van Europol kunnen in de toekomst worden uitgebreid met andere vormen van ernstige internationale georganiseerde misdaad. Dit kan alleen plaatsvinden in overeenstemming met de Europol-Overeenkomst (1) en volgend op een met eenparigheid van stemmen genomen besluit van de Europese Raad.

Europol ondersteunt de lidstaten door :

­ het vergemakkelijken van de uitwisseling van gegevens, in overeenstemming met nationale wetgeving, tussen Europol verbindingsofficieren (ELO's). ELO's zijn door de lidstaten als vertegenwoordigers van hun nationale rechtshandhavingsorganen afgevaardigd naar Europol;

­ het verstrekken van operationele analyses ter ondersteuning van onderzoeken in de lidstaten;

­ generen van strategische verslagen en misdaadanalyses op basis van door de lidstaten verstrekte, door Europol gegenereerde of uit andere bronnen afkomstige informatie en inlichtingen;

­ het leveren van expertise en technische ondersteuning aan onderzoeken die worden uitgevoerd binnen de EU, onder toezicht en wettelijke verantwoordelijkheid van de betrokken lidstaten.

Europol is eveneens actief in het bevorderen van misdaadanalyse-methodes en de harmonisatie van onderzoekstechnieken.

3. Het computersysteem van Europol (TECS)

In de Europol-Overeenkomst is vastgelegd dat Europol een geautomatiseerd systeem zal opzetten en onderhouden voor het inbrengen, opvragen en analyseren van gegevens. De Europol-Overeenkomst geeft strikte regels voor de bescherming van mensenrechten en van gegevens, controle, toezicht en beveiliging.

Het Europol computersysteem (TECS) zal bestaan uit drie hoofdbestanddelen :

­ een informatiesysteem;

­ een analysesysteem;

­ een indexsysteem.

De analyse- en indexsystemen zijn reeds gereed. Het informatiesysteem wordt momenteel ontwikkeld en zal naar verwachting in het jaar 2002 operationeel zijn.

Het gemeenschappelijk controleorgaan met, per lidstaat, twee deskundigen op het gebied van de bescherming van gegevens houdt toezicht op de inhoud en aanwending van alle door Europol beheerde persoonlijke gegevens.

4. Begeleiding en management

Europol legt verantwoording af aan de Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. De Raad is verantwoordelijk voor de begeleiding en het toezicht van Europol. De Raad benoemt de directeur en de adjunct-directeuren en keurt de begroting goed. De Raad van ministers is samengesteld uit vertegenwoordigers uit alle lidstaten en het vereiste van eenparigheid van stemmen bij besluiten draagt bij tot een democratische controle van Europol. De raad van bestuur van Europol telt afgevaardigden uit elk van de lidstaten en is belast met het algemene toezicht op de werkzaamheden van de organisatie.

5. Nieuwe ontwikkelingen

Op basis van artikel 30 van het Verdrag van Amsterdam en na de topconferentie van de Europese Raad in Tampere, Finland, in 1999 hebben de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden of vinden plaats :

­ Middels de aanbeveling van de Raad van 28 september 2000 verzoekt de Raad de lidstaten om « de verzoeken van Europol om in specifieke gevallen een onderzoek te initiëren, uit te voeren of te coördineren in behandeling te nemen en deze verzoeken zorgvuldig te bestuderen. Europol wordt er in beginsel van op de hoogte gesteld of het gevraagde onderzoek zal worden ingesteld alsook van de resultaten van een dergelijk onderzoek ».

­ Middels de akte van de Raad van 30 november 2000 werd de bevoegdheid van Europol uitgebreid tot het bestrijden van het witwassen van geld in het algemeen, ongeacht het soort misdrijf waarvan de witgewassen opbrengsten afkomstig zijn. Deze wijziging van de Europol-Overeenkomst moet door alle lidstaten worden geratificeerd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen. Deze procedure is reeds gestart.

­ Middels de aanbeveling van de Raad van 30 november 2000 verzoekt de Raad de lidstaten om, met inachtneming van de Europol-Overeenkomst en de desbetreffende toepassingsverordeningen, ten volle gebruik te maken van de mogelijkheden die Europol biedt om gemeenschappelijke onderzoeksteams te ondersteunen. Europol biedt conform de Europol-Overeenkomst, via de nationale eenheden (ENE's) ondersteuning aan de gemeenschappelijke onderzoeksteams, met name voor de onderstaande doelstellingen en onder de volgende voorwaarden :

· de kennis van Europol van criminele milieus ter beschikking stellen van gemeenschappelijke onderzoeksteams;

· ondersteuning bieden bij de coördinatie van operaties van gemeenschappelijke onderzoeksteams;

· aan gemeenschappelijke onderzoeksteams advies op technisch gebied verlenen;

· ondersteuning bieden bij de analyse van strafbare feiten.

De taakgroep van hoofden van operationele politieeenheden in Europa is begonnen met haar werkzaamheden. De doelstelling hiervan is om, in samenwerking met Europol, ervaringen, beste methodieken en informatie uit te wisselen inzake actuele trends in de grensoverschrijdende criminaliteit, en bij te dragen tot de planning van onderzoeken.

­ De voorbereidende werkzaamheden voor de vestiging van een Europese politieacademie zijn aangevangen.

­ De Europese Raad, bijeen in Nice, Frankrijk, op 9 december 2000 is verdere stappen voor Eurojust overeengekomen. In aanvulling op Europol dient Eurojust te bestaan uit nationale officieren van justitie, magistraten of politieofficieren met een gelijkwaardige bevoegdheid, die door elk lidstaat worden gedetacheerd naargelang zijn rechtsstelsel. In artikel 31 van het Verdrag van Nice wordt het volgende uiteengezet : « De Raad bevordert de samenwerking via Eurojust door :

· de medewerking van Eurojust te bevorderen aan het onderzoeken van zaken van ernstige grensoverschrijdende criminaliteit, in het bijzonder wanneer het om georganiseerde criminaliteit gaat, met name rekening houdend met de door Europol verrichte analyses; ... »

II. GESPREK EN GEDACHTEWISSELING MET EUROPOL-VERANTWOORDELIJKEN

1. Uiteenzetting door de heer Willy Bruggeman, adjunct-directeur van Europol

De heer Bruggeman geeft een overzicht van de werking en de taken van Europol in het kader van de Europese instellingen. Hij verduidelijkt meteen dat Europol nog niet de tegenhanger is van het Amerikaanse FBI maar dat zulks wel het doel op langere termijn is.

Europol heeft in enkele jaren tijd een zeer belangrijke ontwikkeling doorgemaakt, waarbij van informele samenwerking werd overgeschakeld op formele samenwerking. Daarenboven wordt de intergouvernementele aanpak geleidelijk vervangen door samenwerking op basis van verdragen (Schengen, Maastricht, Amsterdam).

Men stelt eveneens vast dat er een verband ontstaat tussen de politionele samenwerking en de gerechtelijke samenwerking (Eurojust). De lidstaten blijven bij hun uiteenlopende standpunten, maar er is toch wel een reële verandering.

De thema's en de instrumenten veranderen constant dankzij bijvoorbeeld het Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp op het Europese niveau en het UNO-Verdrag over de georganiseerde misdaad dat in Palermo is goedgekeurd.

Gegevensbescherming

De bescherming van de politiegegevens is een dwingende noodzaak. Er werd een overeenkomst gesloten tussen Interpol en Europol over dit thema. Een van de moeilijkheden is het duidelijk maken van de standpunten van de verschillende landen over de gegevensbescherming. Er bestaan immers nog belangrijke verschillen inzake standaardennormen met bijvoorbeeld de Verenigde Staten, wat betreft de controle van de gegevensbanken.

Op een vraag van een lid in verband met de controle op de Europol-gegevens, antwoordt de heer Bruggeman dat de bescherming van privé-gegevens binnen Europol via een interne reglementering gebeurt. Alle gegevens worden geregistreerd en om de zes maanden « geflagd ». Controleurs vanuit vijftien landen vormen het gemeenschappelijk controleorgaan en voeren de controle in dat verband uit. Voor België heeft professor De Schutter zitting in het controleorgaan. Daarnaast wordt ook elke nationale desk gecontroleerd.

Bevoegdheden en opdrachten

De bevoegdheden van Europol werden de jongste jaren steeds ruimer. Oorspronkelijk was de drugsproblematiek prioritair, namelijk toen de « Drugs »-eenheid van Europol werd opgericht. Naarmate Europol zich verder ontwikkelde werd het bevoegd voor de volgende aangelegenheden : terrorisme, mensenhandel, clandestiene immigratie, gestolen voertuigen, namaak ...

Een beslissing van de Raad van de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken is voldoende om aanvullende bevoegdheden toe te kennen aan Europol. Dat zal binnenkort het geval zijn voor bijvoorbeeld criminele praktijken in verband met de invoering van de euro : vervalsing, witwassen van geld, veiligheid van de geldtransporten. Europol kan aldus het enige onderzoekscentrum worden voor valsmunterij in verband met de euro.

Geografische uitbreiding

Europol kan akkoorden sluiten met derde Staten.

Met betrekking tot een akkoord met Interpol werd een tekst opgesteld, ondanks het voorbehoud van het Franse Parlement. Dit akkoord kan in werking treden op 1 januari 2002.

De heer Bruggeman benadrukt dat er met Noorwegen en IJsland, die al deel uitmaken van het Schengen-systeem, onderhandelingen aan de gang zijn om tot een akkoord te komen.

Er wordt ook voorrang verleend aan de kandidaat-leden van de Europese Unie (Hongarije, Polen, de Tsjechische Republiek, Estland, Letland), waarmee akkoorden worden voorbereid.

Samenwerking tussen Europol en Schengen

Er bestaan akkoorden om onderling informatie uit te wisselen. Tijdens de top in Tampere is overeengekomen dat Europol toegang krijgt tot het Schengen-systeem. Dit is nog niet gebeurd. Het Schengen-Verdrag is nog steeds niet in die zin aangepast.

Europol ­ Eurojust

Momenteel is er nog geen enkel formele tekst over Eurojust aangenomen. Dit doet problemen rijzen voor de beslissingen die gezamenlijk moeten worden genomen.

Zo zijn er bijvoorbeeld in een anti-maffiazaak die op gang kwam in Palermo, 600 mensen in 5 lidstaten ondervraagd. In België werden twee personen gearresteerd. Een van beide uitgeleverde personen mocht niet worden uitgeleverd. Derhalve heeft men moeten beslissen alles in België te concentreren, daar de rechters uiteindelijk moeten beslissen.

Spreker acht het noodzakelijk dat de samenwerking geregeld wordt. Eurojust heeft nog geen algemeen actieplan waarin wordt bepaald waarover moet worden samengewerkt of waarover gezamenlijk moet worden beslist.

Beveiliging van het computersysteem

Een lid wenst te weten of de beveiliging tegen externe computerbedreiging gewaarborgd is. De heer Bruggeman verzekert dat de organisatie tegen vormen van infiltratie gewapend is. Het systeem is sterk beveiligd tegen hackers. De internetconnecties worden volledig gescheiden van het intranet en alle informatie wordt geëncrypteerd.

De samenwerking met de privé-firma's moet echter ook worden gescreend en de heer Bruggeman pleit ervoor om de beveiligingen naar de maatstaven van de NATO-clearance op te trekken.

Onregelmatigheden bij Europol

Een lid wijst erop dat Europol thans onder vuur ligt als gevolg van sterke aanwijzingen dat ambtenaren van de politiedienst bij de uitbouw van een intern informatiesysteem hun bevoegdheden te buiten zijn gegaan. Europol zou technologie gebruiken die op een illegale manier werd bemachtigd van het Duitse bedrijf Polygenesys, dat daardoor in zware financiële moeilijkheden kwam. Een agent van de Duitse inlichtingendienst speelde hierin een belangrijke rol. Ook heeft, aldus het lid, deze zaak uitlopers naar het Ieperse spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie.

De heer Bruggeman benadrukt dat momenteel een gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd naar de fraudepraktijken waarvan een Franse ambtenaar van Europol wordt verdacht en naar de relatie van Europol met het Duitse bedrijf Polygenesys. Het onderzoek is in handen van de officier van justitie in Den Haag en wordt gevoerd door de Nederlandse rijksrecherche. Hij wenst er bovendien aan toe te voegen dat er geen sprake is van een complot of van een mogelijke infiltrering door criminele organisaties.

De moeilijkheden waar Europol mee kampt

Volgens de heer Bruggeman is Europol een jong bureau, dat zowel geografisch als functioneel nog gehandicapt is. Het Europol-Verdrag is nog maar twee jaar in werking en de bevoegdheden zijn beperkt tot het niet-operationele.

Naast het horizontale onderzoeksplatform, dat momenteel 44 verbindingsofficieren telt, zou er een verticaal informatiesysteem moeten komen.

Een algemeen Europees misdaadbestand ontbreekt nog. Dat is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat het in 11 verschillende talen moet worden opgemaakt en aan het obstakel van de uiteenlopende gerechtelijke systemen. De heer Bruggeman herinnert eraan dat per 1 januari 2002 de euro van start gaat en dat op dat vlak nog weinig initiatieven zijn genomen.

Op dit ogenblik bestaat slechts één systeem van criminele analyse voor ernstige gevallen (bijvoorbeeld telefoontap, analyses van de slachtoffers, enz.). Maar er bestaat nog geen echt operationeel informatiesysteem.

De heer Bruggeman wil er ook op wijzen dat er onvoldoende mogelijkheden zijn voor controle en inspectie van de onderzoeken die de politiediensten van de lidstaten uitvoeren.

Tot slot benadrukt de heer Bruggeman dat België niet voldoende dynamisch optreedt wat betreft de uitbouw van Europol. Groot-Brittannië is in dat opzicht een na te volgen voorbeeld.

Daarnaast moet de relatie tussen Eurojust en Europol worden verduidelijkt.

Wat de controle betreft, valt Europol onder de bevoegdheid van de Europese ministers. De mate waarin de parlementen controle uitoefenen, verschilt van land tot land. Een tucht- en politie-inspectie ontbreekt echter nog. Europol heeft geen concrete bevoegdheid om onderzoeken uit te oefenen : het beschikt noch over rechters, noch over parketten.

2. Uiteenzetting van de heer Jensen over de activiteiten van Europol in de strijd tegen de clandestiene immigratie

De heer Jensen verklaart dat momenteel vier officieren van Europol belast zijn met dossiers inzake clandestiene immigratie. Het departement heeft tot doel :

­ een definitie vast te stellen van het begrip clandestiene immigratie teneinde ze duidelijk te onderscheiden van mensenhandel. Jaarlijks wordt een specifiek rapport gewijd aan de criminele bendes die in die sector actief zijn.

­ Strategische analyses uit te voeren. Op operationeel niveau spitsen de werkzaamheden zich vooral toe op :

· het Midden-Oosten

· de Balkan

· het Verre Oosten (China)

· de voormalige Sovjetrepublieken, waar veel gevallen van vervalsing van documenten worden vastgesteld.

3. Uiteenzetting van de heer Mens, ambtenaar bij Europol, gespecialiseerd in de analyse van mensenhandel en van kinderpornografie

De heer Mens is samen met twee andere politiebeambten verantwoordelijk voor dit departement. Zijn departement behandelt de georganiseerde misdaad en volgt de problematiek van de slachtoffers van mensenhandel.

Mensenhandel definieert hij als een misdaad tegen de rechten van de mens.

Vandaag stelt men vast dat :

­ het aantal slachtoffers in de Europese Unie toeneemt;

­ steeds minder misdadigers een Europese nationaliteit hebben;

­ er uit de mensenhandel steeds grotere winsten behaald worden;

­ het geweld tegenover de slachtoffers is toegenomen.

Weinig Staten hebben een wetgeving die de mensenhandel als dusdanig als een misdrijf definieert. Alleen België, Nederland en Duitsland beschikken over een concrete definitie.

Er blijven problemen bestaan op het vlak van de systematische gegevensverstrekking, omdat de slachtoffers weinig met de politiediensten samenwerken uit schrik voor represailles tegen hun familie. De inkomsten uit de mensenhandel worden blijkbaar zelden in beslag genomen.

Volgens de heer Mens moeten gespecialiseerde politie-eenheden voor de mensenhandel opgericht worden, moeten de informanten beter begeleid worden, moeten de financiële onderzoeken grondiger verricht worden en moeten de wetgevingen aangepast worden. België heeft in dit opzicht goede voorzieningen en speelt een voortrekkersrol in de strijd tegen de mensenhandel.

Wat kinderpornografie betreft, is Europol een aantal acties aan het voorbereiden met betrekking tot pornografie op het internet. De gegevensbank met kinderpornobeelden zal door Interpol samengesteld worden. De analyse zal door Interpol gebeuren.

4. Uiteenzetting van de heer Alex Boone over de analyse-activiteiten van Interpol in het algemeen

In het departement werken ongeveer 40 mensen voor alle landen en alle activiteiten die te maken hebben met illegale migratie en mensenhandel.

Het departement bereidt voor eind september 2001 een prospectieve studie over illegale migratie. Volgens de heer Boone gaat het om een voorspellende analyse van de landen van herkomst, de transitlanden, de illegale activiteiten (prostitutie en zwartwerk). Dit verslag is bestemd voor de hoofden van de politiediensten.

III. AANBEVELINGEN

Op voorstel van de commissie voor Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden doet de Senaat aan de regering de volgende dringende aanbevelingen :

1) oprichting van een werkelijke algemene inspectie binnen Europol, die met het volledige interne toezicht wordt belast (personeels- en begrotingsbeleid, beheer van de gegevensbanken, overeenkomsten en verdragen);

2) oprichting van een extern toezicht op Europol, naar het voorbeeld van het Comité P. Dit externe toezicht moet in een bijlage bij de Europol-Overeenkomst worden opgenomen. Dit toezichtsorgaan moet bestaan uit politiemensen van alle lidstaten. Hun taak zou erin bestaan aan de regeringen en aan de parlementsleden van de lidstaten te rapporteren.

De inhoud van dit verslag is eenparig goedgekeurd door de 8 aanwezige leden. Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitster,
Jacques TIMMERMANS. Anne-Marie LIZIN.

(1) Overeenkomst van 26 juli 1995 op grond van artikel K3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (hierna genoemd Europol-Overeenkomst).