2-770/2 | 2-770/2 |
26 JUNI 2001
Evocatieprocedure
Overeenkomstig het regeerakkoord en de beleidsverklaring van de regering is de ontwikkeling van de e-overheid een absolute prioriteit. Op federaal niveau heeft de sector van de sociale zekerheid op dit vlak een aanzienlijke voorsprong. Dit is, naast de oprichting van het netwerk van de sociale zekerheid, in belangrijke mate mogelijk gemaakt door het bestaan van een vereniging zonder winstoogmerk tussen de onderscheiden instellingen van sociale zekerheid die haar leden op een geïntegreerde wijze bijstaat bij het informatiebeheer en de informatieveiligheid. Het bestaan van een dergelijke vereniging laat immers toe om ICT-projecten op een geïntegreerde manier aan te pakken, gespecialiseerde knowhow te delen en daartoe over het nodige personeel te beschikken, naast het eigen statutair en contractueel personeel van de federale overheidsdiensten.
Op grond van die nuttige ervaring wil de regering ook de andere overheidsdiensten de mogelijkheid bieden zich te verenigen met het oog op de uitvoering van werkzaamheden inzake informatiebeheer en informatieveiligheid. Dit wetsontwerp bepaalt de voorwaarden waaronder en de regels volgens welke de openbare diensten daarbij te werk kunnen gaan. Hiet is in ruime mate ingegeven door artikel 17bis van de wet op de Kruispuntbank van de sociale zekerheid.
Meer bepaald stelt het wetsontwerp dat de overheidsdiensten zich enkel onder mekaar kunnen verenigen, en wel in de vorm van verenigingen zonder winstoogmerk. Daardoor wordt vermeden dat andere instanties dan overheidsdiensten via deelname aan een vereniging impact zouden kunnen hebben op het informatiebeheer van de overheidsdiensten. Vermits de leden van een vereniging zonder winstoogmerk de algemene vergadering uitmaken en de andere bestuursorganen aanstellen, is ook de overheidscontrole op de vereniging op die wijze gewaarborgd. Het spreekt voor zich dat de beslissing om aan een vereniging deel te nemen, dient te worden genomen door de bevoegde organen van elke federale overheidsdienst met inachtname van de regels inzake administratieve en begrotingscontrole.
Indien de leden een beroep doen op de vereniging, dienen zij bij te dragen in de kosten ervan. Voor de overheidsdiensten die lid zijn van de vereniging berust de toekenning van werkzaamheden aan de vereniging, alsmede de bijdrage in de kosten ervan ten gevolge van de uitvoering van die werkzaamheden, niet op een contractuele band tussen de vereniging en de betrokken overheidsdiensten, maar op een wettelijk toegestane en geregelde lidmaatschapsrelatie.
Er wordt uitdrukkelijk voorzien dat het gespecialiseerd personeel van een vereniging aan de overheidsdiensten die er deel van uitmaken ter beschikking kan worden gesteld om in hun schoot te worden tewerkgesteld. Deze terbeschikkingstelling vormt een juridische relatie sui generis gebaseerd op deze wet, die niet kadert binnen de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. Meer in het bijzonder beoogt deze terbeschikkingstelling een intensieve en langdurige samenwerking tussen het ter beschikking gesteld gespecialiseerd personeel en het personeel van de betrokken overheidsdienst te bewerkstelligen, die leidt tot een optimale ondersteuning van de werking van de informatiesystemen van deze laatste. De vereniging blijft echter de werkgever van het ter beschikking gestelde personeel; tussen het ter beschikking gestelde personeel en de betrokken overheidsdienst bestaat geen enkele arbeidsrechtelijke of statutaire relatie.
Ten slotte wordt de mogelijkheid geboden voor de vereniging die krachtens dit wetsontwerp zal worden opgericht, om zich op haar beurt te verenigen met de reeds bestaande vereniging van de instellingen van sociale zekerheid om daardoor gebruik te kunnen maken van gemeenschappelijke algemene diensten, zoals de personeels- of boekhoudingdienst, of infrastructuur te delen. Dit laat toe om de vereniging van de federale overheidsdiensten zo snel mogelijk operationeel te maken en heeft bovendien een kostenbesparend effect voor alle aan de koepelvereniging deelnemende verenigingen.
Het wetsontwerp geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
Het wetsontwerp in zijn geheel wordt aangenomen met 8 stemmen bij 1 onthouding.
Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur, | De voorzitter, |
Olivier de CLIPPELE. | Anne-Marie LIZIN. |
De door de commissie aangenomen tekst
is dezelfde als het door de Kamer van
volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp
(zie stuk Kamer nr. 50-1150/006)