2-126 | 2-126 |
Mme la présidente. - Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre de l'Emploi, répondra au nom de M. Frank Vandenbroucke, ministre des Affaires sociales et des Pensions.
Mevrouw Iris Van Riet (VLD). - In het raam van de volmachtenwet besloot de toenmalige minister bij het koninklijk besluit van 23 december 1996 de pensioenleeftijd voor vrouwen trapsgewijs te verhogen van 60 tot 65 jaar. Meteen werden de loopbaanvoorwaarden waaraan moet worden voldaan om vervroegd met pensioen te kunnen gaan van 20 naar 35 jaar opgetrokken.
Wat is de financiële weerslag van de pensioenhervorming? Uit het antwoord op een vraag die tijdens de vorige regeerperiode in de Kamer werd gesteld, heb ik begrepen dat in 1997 en 1998 respectievelijk 474 miljoen en 2,5 miljard werden bespaard. Wat was de opbrengst van de combinatie van de twee maatregelen - de verhoging van de pensioenleeftijd en de verhoging van de loopbaanvoorwaarde - voor 1999 en 2000?
Welke prijs hebben vrouwen moeten betalen voor deze maatregel die een grotere gelijkheid tussen beide geslachten tot doel heeft, maar in dit geval in het nadeel van de vrouwen uitvalt?
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Werkgelegenheid. - De vorige regering heeft bij koninklijk besluit van 23 december 1996 besloten om de normale pensioenleeftijd voor vrouwen trapsgewijs - om de drie jaar - van 60 naar 65 jaar op te trekken en dit voor de pensioenen die daadwerkelijk voor de eerste maal zijn ingegaan op 1 juli 1997.
Gelijklopend met deze trapsgewijze verhoging van de pensioenleeftijd wordt ook de loopbaanvoorwaarde verhoogd. Om vervroegd met pensioen te gaan vanaf 60 jaar stijgt de loopbaanvoorwaarde gradueel van 20 jaar tewerkstelling in 1997 naar 35 jaar tewerkstelling in 2005.
Deze maatregelen van de pensioenhervorming leidden tot een besparing in het repartitiestelsel van de werknemerspensioenen van 361 miljoen in 1997 en 2,347 miljard in 1998.
Voor de jaren 1999 en 2000 bedragen deze besparingen respectievelijk 3,415 miljard en 4,749 miljard.
Mevrouw Iris Van Riet (VLD). - Misschien kan dit ook eens worden bekeken in het licht van de budgetten voor het gelijkekansenbeleid.
Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre de l'Emploi. - Peut-être qu'à l'occasion du budget 2002, vous pourriez engager ce genre de dialogue avec le ministre des Affaires sociales.
Mme la présidente. - Nous pouvons en discuter avec le ministre Vande Lanotte au sein du Comité d'avis pour l'égalité des chances entre les femmes et les hommes.
Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre de l'Emploi. - Il faudra trouver une alternative. Ce que l'on perd d'un côté, il faut le reprendre de l'autre.
-L'incident est clos.