2-122

2-122

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 7 JUIN 2001 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Questions orales

Question orale de M. Philippe Monfils au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur «l'atteinte à la liberté religieuse par le régime communiste du Vietnam» (n° 2-629)

Question orale de Mme Mia De Schamphelaere au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et au secrétaire d'État à la Coopération au développement sur «les droits de l'homme au Vietnam» (n° 2-643)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces questions orales. (Assentiment)

M. Philippe Monfils (PRL-FDF-MCC). - Une fois de plus les droits de l'homme, dans le domaine des libertés religieuses, sont violés par le régime communiste vietnamien.

Tout récemment en effet, le 17 mai, des policiers ont arrêté en pleine messe le révérend Père Thaddée Nguyen Van Ly en molestant d'ailleurs les fidèles qui tentaient de s'opposer à ce coup de force dans l'église.

Cette personne est actuellement en liberté surveillée ; elle fait la grève de la faim et a été transportée à l'hôpital. Les choses vont donc assez mal.

Ce n'est pas le seul religieux qui fait l'objet de sévices, d'ailleurs. Deux membres d'une église bouddhiste viennent d'être condamnés à de lourdes peines et le secrétaire de cette église, âgé de 81 ans, a été placé en résidence surveillée pour deux ans.

Naturellement, toutes ces arrestations et condamnations sont motivées par des arguments bien connus des régimes totalitaires à savoir « avoir causé des troubles à l'ordre public ».

Monsieur le vice-premier ministre, nous connaissons et apprécions les combats que vous menez pour la sauvegarde des droits de l'homme. Ne conviendrait-il pas que la Belgique adresse au régime communiste du Vietnam une protestation solennelle contre ces atteintes à la liberté religieuse et réclame la libération immédiate de ces personnes ?

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CVP). - Ik ben blij de bezorgdheid van collega Monfils over deze materie te kunnen delen.

Mensenrechtenorganisaties klagen de schending van de mensenrechten in Vietnam geregeld aan. Elke kritiek op het beleid wordt door de Vietnamese overheid in de kiem gesmoord. Huisarrest, geweldpleging, intimidatie en arrestatie zijn de beproefde methodes om critici de mond te snoeren. Politieke hervormingen met respect voor de internationale normen inzake mensenrechten en democratische spelregels blijven uit. Vrije meningsuiting en ongebonden media zijn nog steeds niet toegestaan. De toestand is enigszins verbeterd, maar internationale mensenrechtenorganisaties, zoals Amnesty International vorige week, dringen er toch op aan dat de internationale gemeenschap de nodige druk uitoefent op de Vietnamese overheid.

Hoewel religieuze groeperingen en kerken officieel niet vervolgd of gecontroleerd worden door de overheid, voert de Vietnamese overheid toch een politiek van religieuze repressie tegenover de drie belangrijkste godsdiensten in het land.

Is de Belgische overheid op de hoogte van de mensenrechtenschendingen in Vietnam? Welke stappen doet ze om de aanklachten van de verschillende internationale mensenrechtenorganisaties inzake respect voor de mensenrechten en religieuze vrijheid ter sprake te brengen bij de Vietnamese overheid?

Zal de minister tijdens het voorzitterschap van de Europese Unie deze problemen ter sprake brengen? Welke initiatieven kan hij in overleg met zijn ambtsgenoten op Europees niveau nemen?

Welke diplomatieke stappen zal hij doen om de vrijlating te bepleiten van alle Vietnamezen die enkel om hun religieuze overtuiging gevangen zitten?

In december 2000 heeft ons land schulden ten belope van ongeveer 34,7 miljoen euro kwijtgescholden. Het betrof hier de totale schuld van Vietnam aan de Delcrederedienst. Werd die schuldkwijtschelding gekoppeld aan het respect voor de mensenrechten?

De Belgische ontwikkelingssamenwerking houdt in haar beleid rekening met elementen als de politieke en institutionele omgeving voor het realiseren van de mensenrechten en de democratische en rechtsstatelijke beginselen. De directe bilaterale hulp aan Vietnam werd voor de periode 2001-2003 van 550 miljoen naar 900 miljoen opgetrokken. Werd het respect voor de mensenrechten en de democratische principes hieraan gekoppeld?

M. Louis Michel, vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères. - L'occasion m'a été donnée, à plusieurs reprises, de répondre à cette question à la Chambre.

J'en reprends ici les éléments essentiels.

Bien que le Vietnam n'ait toujours pas adopté la voie d'une démocratie pluraliste et que les contraintes imposées par l'État existent encore, il faut reconnaître que, depuis une dizaine d'années, il ne s'immisce plus systématiquement dans les sphères professionnelles et privées de chaque citoyen.

En matière religieuse, des progrès sensibles ont ainsi été réalisés. La liberté individuelle de culte n'est ni réprimée, ni découragée, même si elle est encore, il est vrai, strictement contrôlée. Seules les organisations religieuses reconnues par le gouvernement peuvent opérer ouvertement. Il s'agit de six cultes : le bouddhisme, le catholicisme, le protestantisme, le Cao Dai, le Hoa Hao et l'islam.

Les autres mouvements - non reconnus - sont donc considérés comme illégaux. Il arrive dès lors que leurs fidèles ou dirigeants soient arrêtés ou détenus de manière administrative sous prétexte qu'il y a atteinte aux intérêts et à la sécurité de l'État. En cela, certaines dispositions de la législation vietnamienne ne sont pas compatibles avec la mise sur pied d'un véritable État de droit, il faut l'affirmer.

En ce qui concerne le cas précis du père catholique Van Ly, il a été arrêté et mis en détention pour avoir fait transmettre à la Commission américaine sur la liberté religieuse internationale des documents dénonçant la répression religieuse au Vietnam. Pour les autorités vietnamiennes, la détention du prêtre, contre lequel une enquête pénale a été ouverte, est destinée à empêcher des tentatives de sabotage de la sécurité et de l'ordre public. Le Vietnam affirme que le prêtre sera jugé conformément à la loi. Quant aux deux membres bouddhistes dont vous me parlez, je dispose des mêmes informations que vous à ce stade. Notre ambassade à Hanoi veille à me communiquer les éventuels derniers développements.

Nous abordons la problématique des droits de l'homme, y compris la liberté religieuse, à chaque fois que nous avons l'occasion de nous entretenir avec les autorités politiques du Vietnam. Lorsque des diplomates européens rencontrent les dirigeants de ce pays - et cela arrive régulièrement -, cette question est également soulevée. Des cas précis sont traités. C'est ainsi qu'un certain nombre d'entre eux ont déjà pu trouver une solution.

En outre, les ambassadeurs européens en poste à Hanoi travaillent, en ce moment, à la rédaction d'un projet de plan pour une action européenne dans plusieurs domaines, dont les détentions arbitraires, la situation des minorités ethniques et la liberté religieuse.

Enfin, notre pays faisant partie de la Troïka et accédant très prochainement à la présidence de l'Union européenne, je puis vous assurer que nous continuerons à oeuvrer dans cette voie d'un meilleur respect des droits de l'homme.

Er werd ook een vraag gesteld over het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Staten die dit verdrag ratificeren, verplichten zich ertoe de bepalingen ervan na te leven en hun interne wetgeving eraan aan te passen. Indien ze dit niet doen, kunnen hen geen echte sancties worden opgelegd. Ze zijn enkel verplicht regelmatig, meer bepaald elke vier jaar, verslag uit te brengen over de naleving van het verdrag. Deze verslagen worden door het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties bestudeerd. Het comité maakt opmerkingen, die openbaar kunnen worden gemaakt. De betrokken staat wordt zo aangespoord inspanningen te doen om gevolg te geven aan de opmerkingen.

Een andere vraag betrof de kwijtschelding van de schulden van Vietnam. De Directie-Generaal voor internationale samenwerking heeft de schuld van Vietnam aan de Delcrederedienst teruggekocht, als aanvulling op de initiatieven op multilateraal vlak. Op basis van de akkoorden die in december van vorig jaar met de Vietnamese regering werden getekend, stort Vietnam de tegenwaarde, 317 miljoen frank, in de plaatselijke munteenheid in een fonds bestemd om de uitgaven ter plaatse van onze bilaterale samenwerkingsprojecten te financieren. Onze samenwerking met Vietnam kadert in de armoedebestrijding, meer in het bijzonder in landelijke gebieden. De schuldverlichting had tot doel een ontwikkelingsland te ontlasten. Door de akkoorden die we met de Vietnamese regering hebben gesloten, kunnen we er meteen ook op toezien dat de tegenwaarde die door de Vietnamese overheid wordt gestort, rechtstreeks gebruikt wordt voor de financiering van acties voor de lotsverbetering van de bevolking.

Over de aanpak van de schuldenproblematiek in het algemeen beslist België niet alleen. We handelen in nauwe samenwerking met alle leden van de Club van Parijs. Bovendien heeft de ervaring, ook die van internationale organisaties zoals de Wereldbank of het Internationaal Muntfonds, ons geleerd dat het koppelen van ontwikkelingshulp of zelfs schuldverlichting aan het eerbiedigen van de mensenrechten niet de resultaten oplevert die we er theoretisch van kunnen verwachten. De naleving van de mensenrechten is een van de basisprincipes van ons algemeen samenwerkingsakkoord met Vietnam. Enkel samenwerken met landen waar de naleving van de mensenrechten geen zwakke plek is, is een utopie. In dat geval zouden we met geen enkel concentratieland kunnen samenwerken. We werken echter wel samen met landen die de mensenrechtensituatie willen verbeteren en waar de vooruitgang op dat gebied zichtbaar is.

M. Philippe Monfils (PRL-FDF-MCC). - Je remercie le vice-premier ministre de la réponse qu'il m'a donnée. Je suppose qu'il conviendra avec moi qu'il est quand même assez scandaleux que le Vietnam qualifie de tentative de sabotage le seul fait qu'un ressortissant vietnamien transmette à des autorités extérieures des documents relatifs à la violation des droits de l'homme au Vietnam.

Je suppose que le vice-premier ministre conviendra également avec moi qu'il est scandaleux que le Vietnam dise que cette personne sera jugée conformément à la loi alors qu'il s'agit évidemment d'une loi injuste, puisqu'elle organise précisément la répression de la liberté d'expression.

J'ajoute que j'ai préparé hier le texte le texte de ma question orale et que depuis, on m'a signalé également des difficultés rencontrées par des parlementaires qui se sont rendus au Vietnam et qui ont protesté contre cette atteinte à la liberté d'expression.

Il y a vraiment là un problème dramatique d'atteinte aux droits de l'homme. Même si je veux bien admettre que le Vietnam fait quelques progrès, je considère qu'il est toujours interdit à la diaspora vietnamienne de rentrer dans ce pays et que les autorités ne font évidemment rien pour améliorer leur image de marque puisqu'elles continuent à pratiquer la persécution religieuse et l'atteinte aux libertés d'expression.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CVP). - We kunnen natuurlijk in de ontwikkelingssamenwerking niet als grondvoorwaarde eisen dat alles perfect in overeenstemming is met onze visie op de mensenrechten. De armste mensen in de wereld zouden dan immers niet vooruitgeholpen worden.

Als we evenwel een partnerland hebben geselecteerd, dan kunnen we toch op zijn minst vragen dat er op het vlak van de mensenrechten stelselmatig vooruitgang wordt geboekt. In Vietnam is er inzake religieuze vrijheid daarentegen een achteruitgang. Er is meer politieke repressie dan enkele jaren geleden. Het betreft nochtans aanhangers van de zes officieel erkende godsdiensten, zoals boeddhistische monniken en katholieke priesters.

Het volstaat dus niet de officiële mededeling van de Vietnamese overheid in de Senaat voor te lezen. We moeten deze voorstelling van zaken via het Belgisch diplomatiek niveau doorprikken. Het gaat immers om verklaringen die niet overeenstemmen met de vrijheden die de mensen ter plaatse kunnen beleven.