2-119

2-119

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 31 MEI 2001 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Voorstel van resolutie over de politieke strijd binnen de Europese Unie tegen het gebruik van geweld en het terrorisme, in het bijzonder in Spaans Baskenland (van de heer Paul Galand c.s., Stuk 2-751)

Bespreking

Mme Marie-José Laloy (PS), corapporteuse. - Je vais vous présenter le rapport de la commission des Affaires étrangères et de la Défense nationale relatif à la proposition de résolution concernant la lutte politique au sein de l'Union européenne contre le recours à la violence et le terrorisme, notamment en Pays basque espagnol.

Compte tenu du résultat des élections qui ont eu lieu au Pays basque le 13 mai 2001, et en préparation de votre visite au Sénat belge, chers collègues du Sénat espagnol, qui a lieu aujourd'hui sous la conduite de votre présidente, il a semblé utile aux auteurs de la proposition d'adopter d'urgence une proposition de résolution qui fait le point sur un mode politique, voire terroriste et violent d'un certain nombre de groupements, groupes ou partis au Pays basque, mode politique totalement contraire aux valeurs fondamentales de l'Union européenne.

Les pratiques violentes et terroristes s'observent d'ailleurs non seulement en Pays basque espagnol mais aussi, par exemple, en Corse et en Irlande du Nord. La proposition qui vous est soumise a pour objet principal de confirmer une fois de plus l'appui énergique qui est acquis à tous les partis démocratiques espagnols.

Les élections qui viennent de se dérouler au pays basque montrent d'ailleurs une condamnation généralisée, nette et ferme de toutes les formes d'expression politique qui ne sont pas conformes aux valeurs politiques et civiles de non-violence, de l'État de droit et de la représentation démocratique, valeur fondamentale propre aux États membres de l'Union européenne. Après discussion et adoption de deux amendements, la proposition de résolution a été votée à l'unanimité en commission. Je vous renvoie au texte général de cette résolution.

Je voudrais maintenant m'exprimer au nom de mon groupe politique, le groupe socialiste.

Aujourd'hui, le monde radical représente entre 15% et 18% de la population basque, soit près d'un demi million de personnes. Les gens vivent entre eux, dans une sorte de bulle ultra-nationaliste, coupés du reste de la population. Les institutions régionales disposent de plus de pouvoir qu'un Land allemand et pourtant le gouvernement autonome se voit qualifié de « collaborateur ». Cet univers à la détermination inflexible constitue un terreau social fertile sans lequel l'ETA n'aurait pu subsister pendant trente ans.

L'autoghettoïsation sociologique du monde radical explique son extrémisme ainsi que son indifférence face à la condamnation du terrorisme non seulement par l'Espagne, mais aussi par la très grande majorité - 85% - des Basques et même par des fondateurs historiques de l'ETA.

Face à la détermination d'une organisation enfermée dans son autisme meurtrier, la politique de sécurité de Madrid a du mal à s'imposer. L'ETA n'est pas un petit groupe armé isolé. Les extrémistes basques font preuve d'un rigorisme idéologique obsolète qui les conduit à des actions terroristes stratégiquement contre-productives car elles ne peuvent que renforcer leur isolement et risquer de disqualifier l'ensemble de la cause nationaliste.

En effet, la reprise des attentats de l'organisation indépendantiste ETA, qui a tué à trente reprises depuis la rupture en janvier 2000 d'une trêve de six mois de ses opérations armées, a provoqué un report important de leur électorat vers les nationalistes modérés qui ont toujours condamné la violence politique durant ces dernières élections du 13 mai.

Quand, dans une démocratie, une frange de la population s'estime, à tort ou à raison, « opprimée » et soutient le recours à la violence, même la plus abjecte, l'État de droit souffre d'un déficit de légitimité. La question basque est particulièrement révélatrice de l'évolution d'un état d'esprit initial, qui est passé de la lutte contre la dictature en place à une logique de violence aveugle et inconditionnelle, inacceptable dans un État de droit.

C'est pourquoi nous demandons au gouvernement d'affirmer et d'apporter son soutien aux partis démocratiques espagnols mais aussi à tous les démocrates de l'Union européenne et à ceux des pays candidats à l'adhésion à l'Union, de persévérer dans sa politique de condamnation et de refus de compromis avec les groupes extrémistes usant de la violence comme moyen politique, de continuer à oeuvrer en faveur de la promotion de la démocratie et de la non-violence auprès des pays membres de l'Union mais aussi auprès des pays candidats et des Balkans, et enfin de renforcer les capacités de l'Union européenne et de sa politique visant à combattre démocratiquement les terrorismes et les extrémismes. (Applaudissements)

Mevrouw Erika Thijs (CVP), corapporteur. - Eerst en vooral dank ik mevrouw Laloy voor de voortreffelijke wijze waarop ze hier verslag heeft uitgebracht.

Terrorisme vormt een gevaar voor de democratie, de mensenrechten en de economische en sociale ontwikkeling van elk individu in de Europese Unie.

Terecht hebben de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken tijdens het toenmalig Spaans voorzitterschap op de informele bijeenkomst van La Gomera op 14 oktober 1995 de strijd tegen terrorisme, een van de zwaarste vormen van criminaliteit, als prioritair beschouwd. Inmiddels hebben alle lidstaten de twaalf verdragen van de VN ter bestrijding van terrorisme ondertekend en, op enkele uitzonderingen na, geratificeerd.

Artikel 29 van het Verdrag van de Europese Unie bepaalt dat het doel van de Unie is de burgers in een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van zekerheid te verschaffen door het ontwikkelen van een gezamenlijk optreden van de lidstaten op het gebied van politionele en justitiële samenwerking in strafzaken en door het voorkomen en bestrijden van al dan niet georganiseerde criminaliteit, waaronder terrorisme. Daarom besloot de Raad op 3 december 1998 Europol te belasten met de behandeling van strafbare feiten die werden gepleegd of zullen worden gepleegd in het kader van terroristische activiteiten. Tegelijkertijd wordt om de zes maanden een vertrouwelijk document bij de Raad ingediend over de dreiging van terroristische activiteiten.

Ondanks dit internationaal en intracommunautair wetgevend kader en de samenwerking wordt de Europese Unie nog al te vaak opgeschrikt door acties van mensen en groepen die hun gelijk met geweld willen afdwingen. Dat strookt geenszins met de democratische principes van de Unie en haar lidstaten. Integendeel, degenen die, ongeacht de al dan niet nobele doelstellingen die ze nastreven, gebruik maken van terroristische acties, gijzelen de democratie en beknotten de vrijheid van de burgers. Vooral de burgers zijn vaak de onschuldige slachtoffers van bomaanslagen, gijzelingsacties en allerlei misdadige afpersingssystemen.

Terreur is nooit te rechtvaardigen. Politieke of ideologische doelstellingen kunnen we alleen realiseren in dialoog, verdraagzaamheid en respect voor de anderen. In een geciviliseerde samenleving moeten geweld, terreur en afpersing worden gebannen. Ze horen hier gewoonweg niet thuis.

De CVP-fractie steunt deze resolutie dan ook ten volle. De Spaanse democratie mag niet zwichten voor de argumenten van de wapens en de chantage. Integendeel! Ze moet hard optreden tegen degenen die gebruik maken van geweld om hun visie aan anderen op te dringen. De recente betogingen van honderdduizenden mannen en vrouwen, ouderen en jongeren - over alle ideologische en politieke grenzen heen - tegen de ETA-aanslagen getuigen van een afkeer van terrorisme.

De jongste verkiezingsuitslag bewijst dat terroristische activiteiten contraproductief werken en dat terroristische organisaties uiteindelijk alle krediet bij de mensen verliezen. De gewone man is het beu en wil dat iedereen de democratische spelregels naleeft.

Ook de Baskische samenleving veroordeelt massaal - met meer dan 85% - het terrorisme van de ETA, maar tegelijkertijd verwachten de burgers inspanningen van de overheid, niet alleen om het geweld te stoppen, maar ook met het oog op een duurzame oplossing van de tweespalt in de Baskische regio. Vrede bekomt men enkel door dialoog en overleg. Vrede sluit men alleen met zijn vijanden.

De CVP-fractie is ervan overtuigd dat op Europees en internationaal niveau bijkomende stappen in de strijd tegen terrorisme moeten worden gedaan. De bestaande verdragen bewijzen dat de democratische staten nog niet over een voldoende instrumentarium beschikken in de strijd tegen het terrorisme.

Dit kan een uitdaging zijn, zowel voor het komend Belgisch voorzitterschap als voor het daaropvolgend Spaans voorzitterschap.

Resoluties zijn een morele steunbetuiging, maar maken niet meteen een einde aan het geweld. Nieuwe initiatieven inzake diplomatieke, wetgevende en politionele samenwerking tussen staten zijn dus meer dan noodzakelijk. Het aan banden leggen van de wapentrafiek, het uniformiseren van het strafrecht inzake terroristische acties, het intens uitwisselen van informatie en een internationaal akkoord over de strijd tegen de financiering van terrorisme zijn maar enkele elementen waarvan het Belgisch voorzitterschap werk kan maken.

Het is vast en zeker een uitdaging. De vraag is alleen of de moed zal gevonden worden om deze uitdaging aan te gaan.