2-283/11

2-283/11

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

14 FEBRUARI 2001


Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstoogmerk en de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 175 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Opschrift

Het opschrift vervangen als volgt :

« Wetsontwerp betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. »

Verantwoording

Het ontwerp wijzigt niet alleen de wet van 27 juni 1921, maar ook het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, het Wetboek der successierechten, het Wetboek der zegelrechten, het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen en talrijke andere wetten. Het schaft bovendien de wet van 25 oktober 1919 af.

Nr. 176 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 2

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 2. — Het opschrift van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, wordt vervangen als volgt : `Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen'. »

Verantwoording

1. Het huidige opschrift van de wet van 27 juni 1921 luidt in het Frans : « accordant la personnalité civile aux associations sans but lucratif ».

2. Het lijkt niet overbodig aan te geven dat het gaat om internationale verenigingen zonder winstoogmerk.

Nr. 177 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 4

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 4. — (...) Artikel 1 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Artikel 1. — De zetel van een Belgische vereniging zonder winstoogmerk, in dit hoofdstuk « vereniging » genoemd, is gevestigd in België.

De vereniging geniet rechtspersoonlijkheid, onder de voorwaarden omschreven in dit hoofdstuk.

De vereniging zonder winstoogmerk is die, welke niet nijverheids- of handelszaken drijft of welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan haar leden te verschaffen. »

Verantwoording

1. Dit amendement geeft duidelijk aan dat hier de definitie wordt gegeven van een Belgische vereniging zonder winstoogmerk, nu in titel I van de wet een onderscheid wordt gemaakt tussen Belgische VZW's (hoofdstuk I) en buitenlandse VZW's (hoofdstuk II). Bovendien wordt door dit amendement de voorwaarde dat de zetel in België moet gevestigd zijn, ingeschreven op een meer geschikte plaats.

2. In de huidige wet gebruikt men nu eens de termen « vereniging zonder winstoogmerk », dan weer de term « vereniging ». Het lijkt aangewezen de terminologie te uniformiseren.

3. In het Frans gebruikt men zowel de termen « personnalité civile » als de termen « personnalité juridique ». Deze laatste uitdrukking verdient de voorkeur.

Nr. 178 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 5

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 5. — Artikel 2 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 2. — De statuten van een vereniging vermelden ten minste (...) :

1º de naam, de voornamen en de woonplaats of, ingeval het rechtspersonen betreft, de naam, de rechtsvorm en de zetel van de oprichters;

2º de naam van de vereniging en het gerechtelijk arrondissement waar de zetel van de vereniging gevestigd is;

3º het minimumaantal leden, dat niet minder mag zijn dan drie;

4º de precieze omschrijving van het doel waarvoor zij is opgericht;

5º de voorwaarden en de formaliteiten betreffende toetreding en uittreding van de leden;

6º de bevoegdheden van de algemene vergadering en de wijze van bijeenroeping ervan, alsook de wijze waarop haar beslissingen aan de leden en aan derden ter kennis worden gebracht;

7º a) de wijze van benoeming en ambtsbeëindiging van de bestuurders, de omvang van hun bevoegdheden en de wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college, en de duur van hun mandaat;

b) in voorkomend geval, de wijze van benoeming en ambtsbeëindiging van de personen gemachtigd de vereniging overeenkomstig artikel 13, vierde lid, te vertegenwoordigen, de omvang van hun bevoegdheden en de wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college;

c) in voorkomend geval, de wijze van benoeming en ambtsbeëindiging van de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen overeenkomstig artikel 13bis, eerste lid, de omvang van hun bevoegdheden en de wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college;

d) in voorkomend geval, de wijze van benoeming van de commissarissen.

8º het maximumbedrag van de bijdragen of van de stortingen ten laste van de leden;

9º de bestemming van het vermogen van de vereniging ingeval zij wordt ontbonden;

10º de duur van de vereniging ingeval zij niet voor onbepaalde tijd is aangegaan.

Deze statuten worden bij authentieke of bij onderhandse akte vastgesteld. In dat laatste geval moeten zij in afwijking van artikel 1325 van het Burgerlijk Wetboek, slechts in twee originelen worden opgesteld. »

Verantwoording

1. Inleidende zin

De voorgestelde tekst herstelt de symmetrie met het Frans.

2. Eerste lid, 4º

De verwijzing naar het doel dat de vereniging nastreeft moet verdwijnen. Zij komt niet meer voor in de latere artikelen en men ziet ook niet in hoe dat doel verschilt met het doel waarvoor de vereniging is opgericht.

3. Eerste lid, 7º

Dit onderdeel leidt door zijn te beknopte formulering tot onduidelijkheid. Bovendien is de vereniging niet altijd verplicht commissarissen te benoemen.

Ten slotte lijkt het aangewezen ook de ambtsbeëindiging van de in deze bepaling genoemde mandatarissen in de statuten te regelen.

4. Laatste lid

Het zijn de statuten die bij authentieke of onderhandse akte moeten worden vastgesteld. Er wordt tevens voorgesteld af te wijken van de regel dat er evenveel originelen moeten zijn als partijen met een onderscheiden belang, wat een omslachtige zaak is als er veel stichters zijn.

Nr. 179 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 6

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 6. — In dezelfde wet wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende :

« Art. 2bis. — Onverminderd de artikelen 3, § 2, en 11, zijn de leden in hun hoedanigheid van lid op generlei wijze persoonlijk aansprakelijk voor de verbintenissen die de vereniging aangaat. »

Verantwoording

1. Het amendement verwijst naar de twee uitzonderingen op artikel 2bis, te weten artikel 3, § 2, en artikel 11.

2. Omwille van de duidelijkheid wordt uitdrukkelijk vermeld dat de leden niet persoonlijk aansprakelijk zijn in hun hoedanigheid van lid.

Nr. 180 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 7

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 7. — In dezelfde wet wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidende :

« Art. 2ter. — De statuten van de vereniging kunnen bepalen onder welke voorwaarden derden die een band hebben met de vereniging als toegetreden lid van de vereniging kunnen worden beschouwd. De rechten en plichten van de leden omschreven in deze wet zijn niet van toepassing op de toegetreden leden. Hun rechten en plichten worden bepaald door de statuten. »

Verantwoording

1. Volgens de ontworpen formulering kan een derde die een band heeft met een vereniging, als toegetreden lid worden beschouwd, ook als hij dat niet wenst. Dit is niet verenigbaar met de grondwettelijk beschermde vrijheid van vereniging (artikel 27 van de Grondwet).

2. Het ontwerp bepaalt wel welke rechten en plichten niet op de toegetreden leden van toepassing zijn, doch niet welke rechten en plichten eventueel wel op hen van toepassing zijn.

Men kan eventueel voorschrijven dat de statuten (of het huishoudelijk reglement, of de algemene vergadering binnen de grenzen bepaald in de statuten) de rechten en plichten van deze leden bepalen.

Nr. 181 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 8

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 8. — Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 3. — § 1. De vereniging bezit rechtspersoonlijkheid vanaf de dag dat haar statuten, de akten betreffende de benoeming van de bestuurders en in voorkomend geval van de personen gemachtigd om de vereniging overeenkomstig artikel 13, vierde lid, te vertegenwoordigen, alsook die inzake de vestiging van de zetel van de vereniging, worden neergelegd overeenkomstig artikel 26novies, § 1.

De akten betreffende de benoeming vermelden de naam, de voornamen en de woonplaats of, ingeval het rechtspersonen betreft, de naam, de rechtsvorm en de zetel van de bestuurders en van de personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen, de omvang van hun bevoegdheid en de wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college.

De akten betreffende de vestiging van de zetel van de vereniging vermelden het adres ervan.

§ 2. Niettemin kunnen in naam van de vereniging reeds verbintenissen worden aangegaan vooraleer zij rechtspersoonlijkheid bezit. Tenzij anders is overeengekomen, zijn de personen die, in welke hoedanigheid ook, dergelijke verbintenissen aangaan, persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk indien de vereniging binnen zes maanden na het ontstaan van de verbintenis geen rechtspersoonlijkheid heeft verkregen en zij bovendien de verbintenissen niet heeft overgenomen binnen twee maanden na het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid. Verbintenissen overgenomen door de vereniging worden geacht door haar te zijn aangegaan vanaf het ontstaan van die verbintenissen. »

Verantwoording

§ 1, eerste lid. — 1. De aanwijzing van personen gemachtigd om de vereniging overeenkomstig artikel 13, vierde lid, te vertegenwoordigen, is facultatief. Men mag van de neerlegging van hun benoemingsakte dan ook geen absolute verplichting maken. Een VZW moet ook de rechtspersoonlijkheid kunnen verkrijgen zonder dergelijke benoemingsakten neer te leggen.

2. Er wordt voorgesteld alle bepalingen betreffende de neerlegging en bekendmaking van de stukken en het houden van een dossier te groeperen in artikel 26novies.

§ 1, tweede lid. — Voor rechtspersonen is het aangewezen ook de rechtsvorm te vermelden, zoals in artikel 2, 1º.

§ 1, derde lid. — De regel dat de zetel van de Belgische VZW's in België moet gevestigd zijn, hoort thuis in artikel 1.

§ 2. — Men moet de verschillende stadia in de logische volgorde vermelden : eerst het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid, dan het overnemen van de verbintenis.

Bovendien dient aan de beide vereisten te zijn voldaan.

Nr. 182 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 9

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 9. — In dezelfe wet wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende :

« Art. 3bis. — De nietigheid van een vereniging kan alleen in de hiernavolgende gevallen worden uitgesproken :

1º wanneer de statuten de vermeldingen bedoeld in artikel 2, 2º niet bevatten;

2º wanneer het doel waarvoor zij is opgericht, strijdig is met de wet of met de openbare orde. »

Verantwoording

1. Het Gerechtelijk Wetboek bevat al een aantal bepalingen inzake de bevoegdheid van de rechtbanken met betrekking tot de VZW's (artikelen 569, 9º, en 628, 5º). Als men nieuwe regels wil invoeren, horen die thuis in het Gerechtelijk Wetboek.

2. « Statuten » is minder dubbelzinning dan « oprichtingsakte ».

3. Omwille van de uniformiteit wordt verwezen naar het doel waarvoor de vereniging is opgericht.

Nr. 183 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 10

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 10. — In dezelfde wet wordt een artikel 3ter ingevoegd, luidende :

« Art. 3ter. — Onverminderd artikel 26novies, §§ 2 en 3, heeft de nietigheid gevolgen te rekenen van de dag waarop zij is uitgesproken.

De beslissing waarbij de nietigheid van een vereniging wordt uitgesproken, brengt de vereffening van de vereniging mee overeenkomstig artikel 19. Onverminderd de gevolgen van het feit dat zij zich in vereffening bevindt, doet de nietigheid geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van de verbintenissen van de vereniging of van die welke ten aanzien van haar zijn aangegaan. »

Verantwoording

Eerste lid. — De tweede zin bevat een regel die reeds voorkomt in artikel 26novies dat de algemene regels betreffende de bekendmaking en de tegenstelbaarheid bevat. Het lijkt aangewezen te verwijzen naar dat artikel.

De woorden « op zichzelf » zijn overbodig.

Nr. 184 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 11

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 11. — Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 4. — Een besluit van de algemene vergadering is vereist voor :

1º de wijziging van de statuten;

2º de benoeming en de afzetting van de bestuurders;

3º de benoeming en de afzetting van de commissarissen, het bepalen van hun bezoldiging ingeval een bezoldiging wordt toegekend;

4º de kwijting aan de bestuurders en de commissarissen;

5º de goedkeuring van de begroting en van de rekening;

6º de ontbinding van de vereniging;

7º de uitsluiting van een lid;

8º de omzetting van de vereniging in een vennootschap met een sociaal oogmerk;

9º alle gevallen waarin de statuten dat vereisen. »

Verantwoording

1. Artikel 4, 3º, handelt over de bezoldiging van de commissarissen als hen een bezoldiging wordt toegekend. Bovendien verschilt de Nederlandse redactie onnodig van de Franse.

2. Het is aangewezen de opsomming aan te vullen met de punten waarvoor andere artikelen een beslissing van de algemene vergadering vereisen.

Nr. 185 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 12

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 12. — Artikel 5 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 5. — De algemene vergadering wordt door de raad van bestuur bijeengeroepen in de gevallen bepaald bij de wet, de statuten of wanneer ten minste een vijfde van de leden het vraagt. »

Verantwoording

1. De verplichting tot bijeenroeping van de algemene vergadering ligt eerder bij de raad van bestuur dan bij de bestuurders.

2. In een aantal gevallen bepaalt de wet dat de algemene vergadering moet worden bijeengeroepen.

3. De precisering dat het moet gaan om ten minste één vijfde van de leden lijkt nuttig en gebruikelijk (zie bijvoorbeeld artikel 195 van de Grondwet).

Nr. 186 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 13

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 13. — In artikel 6 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º In de Franse tekst worden de volgende wijzigingen aangebracht :

a) Het eerste lid wordt vervangen als volgt :

« Tous les membres sont convoqués à l'assemblée générale au moins huit jours avant celle-ci. L'ordre du jour est joint à cette convocation. Toute proposition signée d'un nombre de membres au moins égal au vingtième est portée à l'ordre du jour. »

b) In het tweede lid wordt het woord « associés » vervangen door het woord « membres » en het woord « associé » door het woord « membre ».

2º de Nederlandse tekst wordt vervangen als volgt :

« Alle leden worden ten minste acht dagen tevoren voor de algemene vergadering opgeroepen. De agenda wordt bij de oproepingsbrief gevoegd. Elk voorstel, ondertekend door ten minste een twintigste van de leden wordt op de agenda gebracht.

De leden kunnen zich op de algemene vergadering laten vertegenwoordigen door een ander lid of, zo de statuten het toelaten, door een persoon die geen lid is. »

Verantwoording

1. De precisering dat het moet gaan om ten minste één twintigste is nuttig en gebruikelijk (zie bijvoorbeeld artikel 195 van de Grondwet).

2. Het lijkt aangewezen uit te gaan van het werkelijk aantal leden, zoals dat uit het register blijkt.

3. De redactie van de Nederlandse tekst moet beter aansluiten bij die van de Franse tekst.

Nr. 187 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 14

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 14. — Artikel 7, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

Alle leden hebben gelijk stemrecht op de algemene vergadering. De besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden, behalve in de gevallen waarin de wet of de statuten het anders bepalen. »

Verantwoording

Als men de Nederlandse tekst wijzigt, dient ook de Franse tekst te worden aangepast. Er moet worden op gewezen dat de voorgestelde wijziging inhoudelijk niet neutraal is.

Nr. 188 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 15

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 15. — Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 8. — Over een statutenwijziging kan de algemene vergadering alleen op geldige wijze beraadslagen en besluiten wanneer de voorgestelde wijzigingen uitdrukkelijk zijn vermeld in de oproeping en wanneer ten minste twee derden van de leden op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Een wijziging kan alleen worden aangenomen met ten minste twee derden van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.

Wanneer de wijziging evenwel betrekking heeft op het doel waarvoor de vereniging is opgericht, kan ze alleen worden aangenomen met een meerderheid van vier vijfden van de stemmen van de aanwezige en vertegenwoordigde leden op de vergadering.

Ingeval op de eerste vergadering minder dan twee derden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kan een tweede vergadering worden bijeengeroepen, die geldig kan beraadslagen en besluiten met de meerderheden bedoeld in het eerste of het tweede lid ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. De tweede vergadering mag niet binnen vijftien dagen volgend op de eerste vergadering worden gehouden. »

Verantwoording

Dit amendement strekt ertoe de redactie van het artikel in zijn geheel te verbeteren door een aantal preciseringen aan te brengen. Bovendien worden de Nederlandse en Franse tekst beter op elkaar afgestemd.

Nr. 189 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 16

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 16. — Artikel 9 van dezelfde wet wordt opgeheven. »

Verantwoording

Als alle bepalingen omtrent de neerlegging, de bewaring en de bekendmaking van de stukken worden gegroepeerd, kan artikel 9 vervallen. Artikel 26novies bepaalt trouwens reeds dat de akten tot wijziging van de statuten moeten worden neergelegd.

Nr. 190 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 17

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 17. — In dezelfde wet wordt een artikel 9bis ingevoegd, luidende :

« Art. 9bis. — De akten betreffende de benoeming of de ambtsbeëindiging van de bestuurders, van de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen, van de commissarissen en van de personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen vermelden hun naam, hun voornamen en hun woonplaats of, ingeval het rechtspersonen betreft, hun naam, hun rechtsvorm en hun zetel.

De akten betreffende de benoeming van de bestuurders, van de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen en van de personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen vermelden bovendien de omvang van hun bevoegdheid en de wijze waarop zij die uitoefenen, ofwel alleen, ofwel gezamenlijk ofwel als college. »

Verantwoording

Eerste lid. — 1. Het ontwerp verplicht de vereniging wel tot neerlegging van de akten die de akten betreffende de ambtsbeëindiging wijzigen, maar nergens wordt bepaald dat de oorspronkelijke akten van ambtsbeëindiging moeten worden neergelegd.

2. De regel dat de stukken moeten worden bewaard in het dossier staat al in het artikel 26novies. Het amendement streeft ook naar meer eenheid in de terminologie.

Tweede lid. — Het amendement strekt eveneens om, zoals in andere bepalingen, de vermelding van de rechtsvorm van rechtspersonen op te leggen.

Nr. 191 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 18

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 18. — Artikel 10 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 28 juni 1984 en gewijzigd bij de wet van 30 juni 2000, wordt vervangen als volgt :

« Art. 10. — Op de zetel van de vereniging wordt door de raad van bestuur een register van de leden gehouden. Dit register vermeldt de naam, voornamen en woonplaats of, ingeval het rechtspersonen betreft, de naam, de rechtsvorm en de zetel van de leden. Bovendien moeten alle beslissingen betreffende de toetreding, uittreding of uitsluiting van leden door toedoen van de raad van bestuur in dat register worden ingeschreven binnen acht dagen nadat hij van de beslissing in kennis is gesteld.

Alle leden kunnen op de zetel van de vereniging het register van de leden raadplegen, alsmede alle notulen en beslissingen van de algemene vergadering, van de raad van bestuur en van de personen, al dan niet met een bestuursfunctie, die bij de vereniging of voor rekening ervan een mandaat bekleden, evenals alle boekhoudkundige stukken van de vereniging. »

Verantwoording

1. Alle voorgaande wijzigingen van een artikel moeten in de inleidende zin worden vermeld.

2. Een register is uit de aard der zaken geen alfabetische lijst. In een register worden de gegevens chronologisch ingeschreven, wat niet te verenigen valt met een alfabetische volgorde, zeker bij latere wijzigingen. Een steeds bijgewerkte alfabetische lijst bijhouden kan zeer belastend zijn als de vereniging veel leden telt. Om de formaliteiten voor de verenigingen zoveel als mogelijk te beperken, worden zij slechts gehouden tot het bijhouden van één enkel stuk.

3. Voor de rechtspersonen moet ook de rechtsvorm worden vermeld.

4. De verplichting tot het houden en bijwerken van het register berust bij de raad van bestuur.

5. De regels betreffende de neerlegging en de centralisering van de gegevens staan in artikel 26novies.

6. Taalkundige verbeteringen.

Nr. 192 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 19

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 19. — Artikel 11 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 11. — Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken die uitgaan van verenigingen zonder winstoogmerk, vermelden de naam van de vereniging, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden « vereniging zonder winstoogmerk » of door de afkorting « VZW » en het adres van de zetel van de vereniging.

Eenieder die in naam van een vereniging meewerkt aan een in het eerste lid vermeld stuk waarop één van de vermeldingen niet is aangebracht kan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de verbintenissen die de vereniging krachtens dit stuk heeft aangegaan. »

Verantwoording

Eerste lid. — De schrapping van de derde « door » herstelt de concordantie met het Frans.

Tweede lid. — De tekst moet duidelijk aangeven dat de sanctie kan gelden zodra één van de verplichte vermeldingen ontbreekt, en dat in om het even welk stuk bedoeld in het eerste lid, en niet enkel in de akten.

Nr. 193 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 20

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 20. — Artikel 12 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 12. — Elk lid van een vereniging is vrij uit te treden door het indienen van zijn ontslag bij de raad van bestuur. Onverminderd artikel 2, 5º, kan een lid dat zijn bijdrage niet betaalt, worden geacht ontslag te nemen.

De uitsluiting van een lid kan slechts door de algemene vergadering worden uitgesproken met een meerderheid van twee derden van de stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.

Een lid dat ontslag neemt of dat wordt uitgesloten, heeft geen aanspraak op het bezit van de vereniging en kan betaalde bijdragen niet terugvorderen, tenzij de statuten anders bepalen. »

Verantwoording

Eerste lid. — De voorgestelde wijziging laat de tekst beter aansluiten bij de realiteit. Volgens de rechtsleer is de toepassing van de sanctie facultatief en kan de vereniging net zo goed de veroordeling van het lid vorderen tot de betaling van achterstallige bijdragen. Tevens wordt gepreciseerd dat het ontslag moet worden ingediend bij de raad van bestuur.

Tweede lid. — 1. De voorgestelde tekst bepaalt dat de meerderheid berekend wordt op het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden.

2. Er wordt voorgesteld het tweede lid op te splitsen omdat de twee zinnen verschillende aangelegenheden regelen.

Nr. 194 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 21

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 21. — Artikel 13 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 13. — De raad van bestuur bestaat uit ten minste drie personen. Als evenwel maar drie personen lid zijn van de vereniging, bestaat de raad van bestuur uit slechts tweee personen. Het aantal bestuurders moet in elk geval altijd lager zijn dan het aantal personen dat lid is van de vereniging.

De raad van bestuur bestuurt de vereniging en vertegenwoordigt haar in en buiten rechte. Alle bevoegdheden die de wet niet uitdrukkelijk verleent aan de algemene vergadering, worden toegekend aan de raad van bestuur.

De statuten kunnen de bevoegdheden die op grond van het vorige lid aan de raad van bestuur worden toegekend, beperken. Deze beperkingen, alsook de taakverdeling die de bestuurders eventueel zijn overeengekomen, kunnen niet aan derden worden tegengeworpen, zelfs niet indien zij zijn bekendgemaakt.

De bevoegdheid om de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen, kan evenwel op de wijze bepaald in de statuten worden opgedragen aan één of meer personen, al dan niet bestuurder of lid die ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college optreden. Deze beslissing is tegenwerpbaar aan derden onder de voorwaarden bepaald in artikel 26novies, § 3. »

Verantwoording

Eerste lid. — Het eerste lid van dit artikel vestigt de regel dat de raad van bestuur in principe uit minimum drie personen bestaat, maar dat het aantal bestuurders altijd lager (en niet « minder » zoals in de aangenomen tekst staat) moet zijn dan het aantal leden (eerste en derde zin).

De tweede zin regelt een bijzondere situatie : die van een vereniging met drie leden. Dan moeten er twee bestuurders zijn. Men ziet evenwel niet in waarom men terzake een onderscheid maakt tussen natuurlijke personen en rechtspersonen.

Derde en vierde lid. — Enerzijds wordt een tekstcorrectie aangebracht.

Anderzijds wordt het vierde lid herschreven naar analogie met artikel 13bis om rekening te houden met artikel 2, 7º, dat bepaalt dat de statuten eventueel bepalen op welke wijze personen kunnen worden aangesteld die de vennootschap kunnen vertegenwoordigen « overeenkomstig artikel 13, vierde lid. »

Ten slotte wordt bepaald dat de betrokkenen ook als college kunnen optreden.

Nr. 195 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 22

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 22. — In dezelfde wet wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidende :

« Art. 13bis. — Het dagelijks bestuur van de vereniging, alsook de vertegenwoordiging van de vereniging wat dat bestuur aangaat, mogen op de wijze bepaald in de statuten worden opgedragen aan één of meer personen, al dan niet bestuurder of lid, die ofwel alleen, ofwel gezamenlijk, ofwel als college optreden.

Deze beslissing is tegenstelbaar aan derden onder de voorwaarden bepaald in artikel 26novies, § 3. Beperkingen van hun vergenwoordigingsbevoegdheid zijn evenwel niet tegenstelbaar aan derden. »

Verantwoording

1. De personen belast met het dagelijks bestuur kunnen ook optreden als college.

2. Het amendement houdt rekening met artikel 2, 7º, zoals gewijzigd. Het is dus niet meer nodig opnieuw te bepalen dat de benoeming, het ontslag en de bevoegdheid van de betrokkenen geregeld worden bij de statuten.

3. Het is de beslissing waarbij personen belast worden met het dagelijk bestuur die tegenstelbaar is aan derden.

Nr. 196 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 23

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 23. — Artikel 14 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 november 1997, wordt vervangen als volgt :

« Art. 14. — De vereniging is aansprakelijk voor de fouten die kunnen worden toegerekend aan haar aangestelden en aan de organen waardoor zij handelt. »

Verantwoording

De vroegere wijzigingen van een te wijzigen artikel worden in de inleidende zin vermeld.

Nr. 197 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 23bis (nieuw)

Een artikel 23bis invoegen, luidende :

« Art. 23bis. — In dezelfde wet wordt een artikel 14bis ingevoegd, luidende :

« Art. 14bis. — Onverminderd artikel 26septies zijn de bestuurders niet persoonlijk verbonden door de verbintenissen van de vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de vervulling van de hun opgedragen taak en aansprakelijk voor de fouten in het bestuur. »

Verantwoording

1. Het lijkt aangewezen te verwijzen naar artikel 26septies.

2. Men ziet niet in wat de woorden « alleen » en « overeenkomstig het gemeen recht » bijdragen.

Nr. 198 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 23ter (nieuw)

Een artikel 23ter (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 23ter. — In dezelfde wet wordt een artikel 14ter ingevoegd, luidende:

« Art. 14ter. — De personen die met het dagelijks bestuur zijn belast zijn niet persoonlijk verbonden door de verbintenissen van de vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de vervulling van de hun opgedragen taak en aansprakelijk voor de fouten in het dagelijks bestuur. »

Verantwoording

Voorstellen van tekstverbeteringen.

Nr. 199 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 24

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 24. — In artikel 15 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in de Franse tekst van het eerste lid worden de woorden « l'objet ou les objets en vue desquels elle est formée » vervangen door de woorden « le but en vue duquel elle est constituée »;

2º de Nederlandse tekst van het eerste lid wordt vervangen als volgt :

« Art. 15. — De vereniging kan slechts die onroerende goederen in eigendom of anderszins bezitten, welke zij nodig heeft voor het bereiken van het doel waarvoor zij is opgericht. »

Verantwoording

Het lijkt aangewezen niet te raken aan het bestaande tweede en derde lid van artikel 15 omdat deze leden een onderwijsaangelegenheid betreffen waarvoor de federale wetgever niet meer bevoegd is.

Voor het 1º (Franse tekst) : terminologische eenvormigheid.

Nr. 200 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 25

In artikel 16 van dezelfde wet wordt het tweede lid vervangen door de volgende leden :

« Die machtiging wordt alleen verleend indien de vereniging de statuten en de akten bedoeld in de artikelen 3 en 9bis en de wijzigingen ervan, evenals al haar jaarrekeningen vanaf haar oprichting of althans die van de laatste tien boekjaren, overeenkomstig artikel 26novies, §§ 1 en 2, heeft neergelegd.

Schenkingen onder de levenden of bij testament ten voordele van een vereniging doen geen afbreuk aan de rechten van de schuldeisers en van de erfgenamen met wettelijk erfdeel van de schenkers of van de erflaters. Zij kunnen voor de rechtbank de nietigverklaring van handelingen verricht met benadeling van hun rechten vorderen. »

Verantwoording

In het eerste lid kan de verwijzing naar artikel 9 vervallen (zie artikel 16).

In het tweede lid verdwijnt de verwijzing naar artikel 26octies, dat niet over de Belgische VZW's handelt.

Voor zover het derde lid gehandhaafd wordt — de wettelijke reserve is immers van openbare orde — moet in elk geval het woord « bedrieglijke » worden geschrapt.

Nr. 201 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER M. ISTASSE

Art. 26

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 26. — Artikel 17 van dezelde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 17. — § 1. Ieder jaar legt de raad van bestuur de jaarrekening van het voorbije boekjaar, opgemaakt overeenkomstig dit artikel, alsook de begroting van het volgende boekjaar, ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.

§ 2. Verenigingen voeren een vereenvoudigde boekhouding die ten minste betrekking heeft op de mutaties in contant geld of op de rekeningen, overeenkomstig een door de Koning vastgesteld model.

§ 3. De verenigingen houden evenwel hun boekhouding en maken hun jaarrekening op overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen, alsmede de uitvoeringsbesluiten ervan, wanneer zij op het einde van het kalenderjaar of bij de afsluiting van het boekjaar, met betrekking tot ten minste twee van de volgende criteria de onderstaande cijfers te boven gaan :

1º het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 5 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978;

2º in totaal 250 000 euro aan de andere dan uitzonderlijke ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde;

3º een balanstotaal van 1 000 000 euro.

De Koning past de verplichtingen die voor de verenigingen voortvloeien uit het bepaalde in de uitvoeringsbesluiten van de voornoemde wet van 17 juli 1975 aan de bijzondere aard van hun werkzaamheden en hun wettelijk statuut aan. De Koning kan bovenvermelde bedragen aanpassen aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

§ 4. De §§ 2 en 3 zijn niet van toepassing op verenigingen die wegens de aard van hun hoofdactiviteit onderworpen zijn aan bijzondere regels betreffende het houden van een boekhouding en betreffende hun jaarrekening, voor zover zij minstens gelijkwaardig zijn aan die bepaald op grond van deze wet.

§ 5. De verenigingen moeten een of meer commissarissen belasten met de controle van de financiële toestand, van de jaarrekening en van de regelmatigheid ervan in het licht van de wet en van de statuten, alsook van de verrichtingen die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld wanneer het aantal tewerkgestelde werknemers gemiddeld over het jaar 100 te boven gaat, of wanneer de vereniging met betrekking tot ten minste twee van de volgende criteria de onderstaande cijfers te boven gaat :

— het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 50 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978;

— in totaal 6 250 000 euro aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde;

— balanstotaal : 3 125 000 euro.

De commissarissen worden door de algemene vergadering benoemd onder de leden, natuurlijke personen of rechtspersonen, van het Instituut van bedrijfsrevisoren.

De Koning kan bovenvermelde bedragen aanpassen aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. »

Verantwoording

Tijdens de hoorzittingen is het noodzakelijk gebleken, enerzijds, een vereenvoudigd boekhoudkundig model op te maken voor de verenigingen die niet ressorteren onder het toepassingsgebied van § 3 en anderzijds dat de Koning modeldocumenten vaststelt in overleg met de representatieve actoren van het verenigingsleven.

De criteria op grond waarvan een vereniging onder het toepassingsgebied van de wet van 17 juli 1975 valt, worden verduidelijkt.

Voortaan worden de ter zake doende criteria (aantal werknemers, bedrag van de ontvangsten en balans) afzonderlijk geanalyseerd op grond van het Franse model.

Gelet op het gegeven dat thans aan twee criteria moet worden voldaan, zijn de oorspronkelijke bedragen verminderd.

De bedragen zijn omgezet in euro.

De verenigingen die overeenkomstig een bijzondere wetgeving een boekhouding moeten houden, zouden de bestaande boekhoudkundige verplichtingen niet meer moeten naleven, zulks om hun administratieve taken niet te verzwaren.

Deze vrijstelling geldt echter enkel als de boekhoudkundige vereisten gelijkwaardig zijn.

Paragraaf 5 betreffende de formaliteiten inzake openbaarheid bevindt zich niet langer in artikel 17, maar zal worden ingelast in artikel 26novies dat aldus alle vereisten inzake openbaarheid verenigt.

Het is tevens noodzakelijk gebleken om de verenigingen die de grenzen die gelden met betrekking tot handelsvennootschappen overschrijden, te onderwerpen aan controle door commissarissen, die moeten worden gekozen onder de leden van het Instituut van bedrijfsrevisoren.

Nr. 202 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 27

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 27. — Artikel 18 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :

« Art. 18. — De rechtbank kan op verzoek van een lid, van een belanghebbende derde of van het openbaar ministerie de ontbinding uitspreken van een vereniging die :

1º niet in staat is haar verbintenissen na te komen;

2º haar vermogen of de inkomsten uit dat vermogen voor een ander doel aanwendt dan waarvoor zij is opgericht;

3º in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, of in strijd handelt met de wet of de openbare orde;

4º gedurende drie opeenvolgende boekjaren niet heeft voldaan aan de verplichting om een jaarrekening neer te leggen overeenkomstig artikel 26novies tenzij de ontbrekende jaarrekeningen worden neergelegd vooraleer de debatten worden gesloten;

5º minder dan drie leden telt.

Ook indien de rechtbank de eis tot ontbinding afwijst, kan zij de vernietiging van de betwiste handeling uitspreken. »

Verantwoording

1. De regels betreffende de bevoegdheid van de rechtbanken inzake de ontbinding van de VZW's staan in het Gerechtelijk Wetboek (artikelen 569, 9º, en 628, 5º).

2. In het 4º worden de woorden « tenzij een regularisatie van de toestand mogelijk is en plaatsvindt vooraleer een uitspraak wordt gedaan over de grond van de zaak » vervangen door de woorden « tenzij de ontbrekende jaarrekeningen worden neergelegd vooraleer de debatten worden gesloten ».

Alhoewel de voorgestelde tekst overgeschreven is van artikel 177sexies van de vennootschapswet, is hij vatbaar voor kritiek.

Men ziet niet in hoe een « regularisatie » kan plaatsvinden als zij niet mogelijk is. Wat is trouwens een regularisatie ? Men kan de rekeningen niet retroactief neerleggen. Bedoeld wordt allicht : « tenzij de (ontbrekende) jaarrekeningen alsnog worden neergelegd. »

De regeling dat nog kan worden « geregulariseerd » tot een uitspraak ten gronde verwondert. Dat betekent dat de toestand nog kan worden geregulariseerd nadat de zaak werd behandeld en in beraad genomen door de rechtbank. Een dergelijke regeling lijkt de efficiëntie en de rechtszekerheid niet te dienen. Zou het niet aangewezen zijn de tekst op dat punt te wijzigen ?

3. In het 5º worden de woorden « op geldige wijze verbonden » weggelaten.

Wat is immers het nut van « op geldige wijze verbonden » of is het de bedoeling te vermijden dat men « vergeet » leden te schrappen die er niet meer zijn ? Om betwistingen te voorkomen, lijkt het aangewezen deze woorden weg te laten.

4. Het tweede lid wordt gewijzigd omdat de ontworpen formulering de indruk wekte dat de rechtbank de vernietiging van de handeling alleen kan uitspreken als zij de eis tot ontbinding afwijst.

Nr. 203 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 28

Dit artikel vervangen als volgt :

« Artikel 19 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 19. — In geval van ontbinding van een vereniging door de rechtbank benoemt deze, onverminderd artikel 19bis één of meer vereffenaars die, na aanzuivering van het passief, de bestemming van het actief vaststellen.

Deze bestemming kan geen andere zijn dan die bepaald in de statuten of besloten door de algemene vergadering die de vereffenaar of de vereffenaars bijeenroepen. Bij gebreke van een bepaling in de statuten of van een besluit van de algemene vergadering geven de vereffenaar of vereffenaars aan het actief een bestemming die zoveel mogelijk overeenkomt met het doel waarvoor de vereniging is opgericht.

De leden, de schuldeisers en het openbaar ministerie kunnen bij de rechtbank beroep instellen tegen het besluit van de vereffenaar of vereffenaars. »

Verantwoording

Het ontworpen artikel 19 bevat twee paragrafen : § 1 regelt de klassieke vereffening, § 2 regelt de vereffening van de niet meer actieve VZW. Het verdient aanbeveling deze regelingen onder te brengen in twee verschillende artikelen, zoals dit overigens ook in het vennootschapsrecht het geval is. De gerechtelijke ontbinding van de zogenaamde « slapende » vennootschappen is daar het voorwerp van een afzonderlijk artikel 177sexies.

Op die wijze wordt vermeden dat aan sommige bepalingen van de gerechtelijke ontbinding van niet meer actieve VZW's een algemene draagwijdte wordt toegekend (bijvoorbeeld aan het derde lid : « De rechtbank spreekt de afsluiting van de vereffening uit », of aan het vierde lid inzake de consignatie).

Nr. 204 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 28bis (nieuw)

Een artikel 28bis invoegen, luidende :

« Art. 28bis. — In dezelfde wet wordt een artikel 19bis ingevoegd, luidende :

« Art. 19bis. — De vordering tot ontbinding op grond van artikel 18, eerste lid, 4º, kan slechts worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van dertien maanden te rekenen van de afsluiting van het derde boekjaar.

De rechtbank die de ontbinding uitspreekt, kan hetzij tot de onmiddellijke afsluiting van de vereffening beslissen, hetzij de vereffeningswijze bepalen en één of meer vereffenaars aanwijzen. Wanneer de vereffening is beëindigd, brengen de vereffenaar of de vereffenaars verslag uit aan de rechtbank, waarbij hij of zij, in voorkomend geval, aan de rechtbank een overzicht voorleggen van de waarden van de vereniging en van het gebruik ervan.

De rechtbank spreekt de afsluiting van de vereffening uit.

De Koning bepaalt welke procedure moet worden gevolgd voor de consignatie van de activa die de vereniging zouden toebehoren en wat er met die activa moet gebeuren ingeval nieuwe passiva aan het licht komen. »

Verantwoording

1. Algemeen : zie de verantwoording bij het amendement nr. 203 tot wijziging van artikel 28.

2. De termijn voor het instellen van de vordering wordt verlengd van zeven maanden tot dertien maanden.

De termijn van zeven maanden is wellicht overgenomen uit artikel 177sexies Venn.W. Volgens die regel kan iedere belanghebbende of het openbaar ministerie bij de rechtbank de ontbinding van een vennootschap vorderen vanaf de zevende maand die volgt op de datum van de afsluiting van het derde boekjaar. Die periode komt overeen met de maximumtermijn voor het neerleggen van de derde jaarrekening. De zaakvoerders moeten immers de jaarrekening binnen een termijn van zes maanden na afsluiting van het boekjaar voorleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders (artikel 201quater, 3º), en moeten de jaarrekeningen neerleggen binnen dertig dagen na de goedkeuring.

Deze termijn van zeven maanden kan niet zonder meer worden overgenomen in de regeling voor de VZW's. Volgens het ontworpen artikel 17, § 1, moet de raad van bestuur de jaarrekening jaarlijks ter goedkeuring voorleggen aan de algemene vergadering. De facto komt dit neer op een termijn van één jaar. De jaarrekening moet vervolgens, overeenkomstig het ontworpen artikel 26novies, binnen dertig dagen na goedkeuring ervan op de griffie van de rechtbank, van eerste aanleg worden neergelegd. De vordering tot ontbinding op grond van artikel 18, eerste lid, 4º, kan dan ook pas worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van dertien (12 + 1) maanden. Alleen indien de termijn waarin de jaarrekening ter goedkeuring wordt voorgelegd, wordt teruggebracht tot 6 maanden, kan de huidige tekst van het wetsontwerp onveranderd blijven.

3. Legistieke wijziging : er kunnen meerdere vereffenaars zijn.

Nr. 205 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 29

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 29. — Artikel 20 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 20. — De algemene vergadering kan de ontbinding van de vereniging alleen uitspreken indien aan de vereisten bepaald in artikel 8, tweede lid, is voldaan.

Artikel 8, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. »

Verantwoording

De enkele verwijzing naar « de vereisten voor wijziging van de statuten » is verwarrend. Er bestaan voortaan immers uiteenlopende procedures voor de algemene wijziging van de statuten en de wijziging die betrekking heeft op het doel waarvoor de vereniging is opgericht. Voor een ontbinding van de vereniging dient wellicht dezelfde procedure te gelden als voor de wijziging van het statutaire doel. Om die reden moet worden verwezen naar artikel 8, tweede en derde lid.

Nr. 206 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 30

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 30. — In artikel 21 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º In de Franse tekst van het tweede lid vervallen de woorden « ou sur l'homologation d'une décision de l'assemblée générale ».

2º De Nederlandse tekst wordt vervangen als volgt :

« Art. 21. — Tegen een vonnis waarbij de ontbinding van een vereniging of de nietigverklaring van een van haar handelingen wordt uitgesproken, kan hoger beroep worden ingesteld.

Hetzelfde geldt voor een vonnis dat uitspraak doet over het besluit van de vereffenaar of de vereffenaars. »

Verantwoording

Legistieke wijziging.

Nr. 207 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 31

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 31. — Artikel 22 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 22. — In geval van ontbinding van een vereniging door de algemene vergadering, wordt de bestemming van het actief vastgesteld, bij gebrek aan statutaire bepalingen, door de algemene vergadering of door de vereffenaars, overeenkomstig artikel 19, tweede lid.

In geval van ontbinding door de algemene vergadering geschiedt de vereffening door één of meer vereffenaars die hun opdracht vervullen hetzij overeenkomstig de statuten, hetzij krachtens een besluit van de algemene vergadering, hetzij, bij gebreke daarvan, krachtens een rechterlijke beslissing die door enige belanghebbende of door het openbaar ministerie kan worden gevorderd. »

Verantwoording

1. Artikel 22 regelt de vaststelling van de bestemming van de goederen en de aanwijzing van de vereffenaars in geval van ontbinding door de algemene vergadering, terwijl artikel 19 hetzelfde regelt in geval van ontbinding door de rechtbank. Om het toepassignsgebied van artikel 22 duidelijker af te bakenen ten opzichte van dat van artikel 19, is het raadzaam het artikel aan te vangen met de woorden : « In geval van ontbinding van een vereniging door de algemene vergadering » (vergelijk artikel 19 : « In geval van ontbinding van een vereniging door de rechtbank ... »).

2. De verwijzing naar artikel 19, § 1, tweede lid, moet worden vervangen door een verwijzing naar artikel 19, tweede lid, indien de voorgestelde splitsing van artikel 19 wordt doorgevoerd.

3. Het tweede lid van het ontworpen artikel vangt aan met de woorden « In dat geval ». Dit tekst is overgenomen uit het huidge artikel 22, waarin de draagwijdte ervan duidelijk is. Het huidige eerste lid regelt immers slechts één hypothese, namelijk die van « de beslissing ». Het nieuwe eerste lid zal echter twee hypotheses regelen, namelijk die van de vaststelling door de vereffenaars. Daardoor wordt het onduidelijk waarop de woorden « In dat geval » betrekking hebben.

De woorden « In dat geval » worden om die reden best vervangen door de woorden « Na ontbinding door de algemene vergadering » of « In geval van ontbinding door de algemene vergadering. »

Nr. 208 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 32

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 32. — Artikel 23 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 23. — Elke beslissing van de rechter, van de algemene vergadering of van de vereffenaars betreffende de ontbinding of de nietigheid van de vereniging, de vereffeningsvoorwaarden, de benoeming en de ambtsbeëindiging van de vereffenaars, de afsluiting van de vereffening en de bestemming van het actief wordt binnen een maand na de dagtekening ervan neergelegd overeenkomstig artikel 26novies, § 1.

De akten betreffende de benoeming en de ambtsbeëindiging van de vereffenaars vermelden hun naam, voornamen en woonplaats, of, ingeval het rechtspersonen betreft, hun naam, rechtsvorm en zetel.

Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken die uitgaan van een vereniging in verband waarmee een beslissing tot ontbinding is genomen, vermelden de naam van de vereniging, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden « vereniging zonder winstoogmerk in vereffening » of door de initialen en de woorden « VZW in vereffening ».

Verantwoording

1. « De beslissingen van de algemene vergadering, de rechterlijke beslissingen betreffende de ontbinding of de nietigheid van de vereniging ... ».

Het gaat vermoedelijk niet over alle beslissingen van de algemene vergadering, doch alleen over de beslissingen betreffende de ontbinding, de nietigheid en de andere aangelegenheden opgesomd in artikel 23, eerste lid.

Om iedere verwarring te voorkomen, schrijve men :

« Elke beslissing van de algemene vergadering of van de rechter betreffende de ontbinding of de nietigheid van de vereniging ... »

2. De tekst van het ontwerp maakt geen melding van de beslissingen van de vereffenaars. Toch kunnen ook de vereffenaars beslissingen nemen betreffende, bijvoorbeeld, de bestemming van de goederen (artikel 19, § 1, tweede lid, en artikel 22, eerste lid). Moeten ook deze beslissingen niet worden neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg ? Indien wel, dan moeten de woorden « of van de vereffenaars » worden ingevoegd in het eerste lid. Die invoeging lijkt trouwens noodzakelijk voor de toepassing van artikel 25, derde lid. Luidens die bepaling verjaart de vordering van de schuldeisers door verloop van vijf jaar te rekenen van de bekendmaking van de beslissing betreffende de bestemming van de goederen. Als de beslissingen van de vereffenaars inzake de bestemming van de goederen niet ter griffie van de rechtbank moeten worden neergelegd, worden zij ook niet overeenkomstig artikel 26novies in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt en kan derhalve artikel 25, derde lid, op hen niet worden toegepast.

3. Bepalingen inzake « de rechterlijke beslissingen bedoeld in artikel 26octies, § 4 » horen niet thuis in dit artikel, maar wel in artikel 26octies zelf. Dit artikel is immers opgevat als een op zichzelf staand geheel, dat de volledige regeling inzake de buitenlandse VZW's bevat.

4. De bepalingen inzake de bewaring van de stukken worden gegroepeerd in artikel 26novies. Zij kunnen bijgevolg worden geschrapt in artikel 23.

5. In het ontworpen tweede en derde lid worden enkele legistieke wijzigingen aangebracht. Ook lijkt het nuttig dat de stukken die betrekking hebben op rechtspersonen, steeds hun rechtsvorm vermelden.

Nr. 209 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 33

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 33. — De Nederlandse tekst van artikel 24 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 24. — Het actief kan slechts worden aangewend na aanzuivering van het passief. »

Verantwoording

De bestemming van het actief kan reeds worden vastgesteld vóór de aanzuivering van het passief, bijvoorbeeld in de statuten. Het actief mag echter pas na de aanzuivering van het passief worden aangewend.

De Nederlandse tekst wordt aldus in overeenstemming gebracht met de Franse tekst, waarin sprake is van « procéder à l'affectation » en niet van « la détermination de l'affectation ».

Nr. 210 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 34

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 34. — In artikel 25 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º Het eerste lid wordt opgeheven;

2º In het tweede lid wordt het woord « Zij » vervangen door de woorden « De bestemming van het actief »;

3º In de Franse tekst van het derde lid worden de woorden « cette publication » vervangen door de woorden « la publication de la décision relative à l'affectation de l'actif »;

4º In de Nederlandse tekst wordt het derde lid vervangen als volgt :

« De vordering van de schuldeisers verjaart door verloop van vijf jaar te rekenen van de bekendmaking van de beslissing betreffende de bestemming van het actief. »

Verantwoording

Sommige artikelen maken gewag van « de bestemming van de goederen », andere van « de bestemming van het actief ». Het verdient aanbeveling een eenvormige terminologie te hanteren.

Nr. 211 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 35

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 35. — Artikel 26 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« Art. 26. — Elke vordering ingesteld door een vereniging die de formaliteiten omschreven in de artikelen 10, 23 en 26novies, § 1, tweede lid, 6º, niet in acht heeft genomen, wordt opgeschort. De rechter bepaalt een termijn waarbinnen de vereniging moet voldoen aan haar verplichtingen. Indien de vereniging niet binnen die termijn aan haar verplichtingen voldoet, is de vordering niet ontvankelijk. »

Verantwoording

1. Het verdient aanbeveling de bepalingen inzake de buitenlandse VZW's te groeperen in artikel 26octies.

2. De uitdrukking « tot de vereniging (...) deze toestand heeft geregulariseerd », is onduidelijk.

3. De ontworpen regeling draagt de vereniging op de toestand te regulariseren binnen de door de rechter toegestane termijn. Zij bepaalt evenwel niet wat er gebeurt indien de toestand niet wordt geregulariseerd binnen die termijn. De wet zou kunnen voorschrijven dat de vordering in dat geval niet ontvankelijk is.

Nr. 212 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 36

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Het woord « vennoten » wordt in de volledige wet van 27 juni 1921 vervangen door het woord « leden », maar dat lijkt in artikel 26sexies, § 2, niet aangewezen.

In § 2 wordt uitgegaan van de hypothese dat het netto-actief reeds in het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is opgenomen, en bijgevolg dat de vereniging reeds is omgezet in een vennootschap. In dat geval moet worden verboden dat het netto-actief wordt uitbetaald aan de vennoten.

Nr. 213 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 37

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 37. — In Titel I van dezelfde wet wordt, na artikel 26septies, een hoofdstuk II ingevoegd, luidende :

« Hoofdstuk II — Buitenlandse verenigingen zonder winstoogmerk

Art. 26octies. — § 1. Op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg wordt een dossier gehouden voor iedere vereniging zonder winstoogmerk die op geldige wijze in het buitenland is opgericht overeenkomstig de wet van de Staat waartoe zij behoort en die in België een centrum van werkzaamheden beoogt te openen in het ambtsgebied van de rechtbank. Ingeval een dergelijke vereniging in België verscheidene centra van werkzaamheden opent, wordt het dossier gehouden op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin een van die centra gevestigd is, zulks naar keuze van de vereniging. In dat geval vermeldt de vereniging in haar akten en in haar briefwisseling de plaats waar haar dossier wordt gehouden.

Dit dossier bevat :

1º de statuten van de vereniging;

2º het adres van de zetel van de vereniging, de opgave van de doeleinden en van de activiteiten, het adres van het centrum van werkzaamheden alsook de naam ervan ingeval die niet overeenstemt met de naam van de vereniging;

3º de akten betreffende de benoeming van de personen gemachtigd om de vereniging ten aanzien van derden te verbinden en haar in rechte te vertegenwoordigen voor de activiteiten van het centrum van werkzaamheden, alsook de akten betreffende de benoeming van de personen belast met het dagelijks bestuur; deze akten bevatten de gegevens bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid.

De wijzigingen in de stukken en gegevens bedoeld in het vorige lid worden eveneens neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg en bewaard in het dossier.

De stukken bedoeld in deze paragraaf moeten met het oog op de neerlegging ervan worden opgesteld of vertaald in de taal of in een van de officiële talen van de rechtbank van het rechtsgebied waar het dossier wordt gehouden.

§ 2. De personen bedoeld in § 1, eerste lid, 3º, dragen jegens derden dezelfde aansprakelijkelijkheid als degenen die een Belgische vereniging besturen. Zij zijn aansprakelijk voor het vervullen van de in dit artikel bepaalde formaliteiten inzake bedenkmaking.

§ 3. De artikelen 17, §§ 3 en 4, en 26novies, § 1, tweede lid, 6º, en § 2, zijn van toepassing op de centra van werkzaamheden bedoeld in § 1. Voor de toepassing van deze bepalingen worden alle Belgische centra van werkzaamheden samen van een zelfde buitenlandse vereniging beschouwd als een afzonderlijke vereniging zonder winstoogmerk voor de berekening van de drempels en worden de personen bedoeld in § 1, eerste lid, 3º, gelijkgesteld met de bestuurders.

Artikel 16 is van overeenkomstige toepassing op giften aan buitenlandse verenigingen zonder winstoogmerk.

§ 4. De rechtbank kan op verzoek van het openbaar ministerie of van enige belanghebbende de sluiting gelasten van een centrum van werkzaamheden waarvan de activiteiten op ernstige wijze strijdig zijn met de statuten van de vereniging waarvan het afhangt, of strijdig zijn met de wet of met de openbare orde. De beslissing tot sluiting van het centrum van werkzaamheden wordt door de vereniging binnen een maand neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg waar het dossier wordt gehouden.

§ 5. Alle akten, facturen aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken die uitgaan van een centrum voor werkzaamheden vermelden de naam en het adres ervan alsook de naam en het adres van de zetel van de vereniging waarvan het afhangt. Eenieder die in naam van een centrum van werkzaamheden meewerkt aan een akte waarop deze vermelding niet is aangebracht, kan persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of voor een gedeelte van de verbintenissen die het centrum van werkzaamheden krachtens die akte heeft aangegaan.

§ 6. Elke vordering ingesteld door een centrum van werkzaamheden of een vereniging waarvan dat centrum afhangt, wordt opgeschort indien het centrum of de vereniging de formaliteiten omschreven in dit artikel niet in acht heeft genomen. De rechter bepaalt een termijn waarbinnen aan de verplichtingen moet voldaan zijn. Indien het centrum of de vereniging binnen die termijn niet voldoet aan de verplichtingen is de vordering niet ontvankelijk. »

Nr. 214 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 38

In titel I van dezelfde wet wordt na artikel 26octies een hoofdstuk III ingevoegd, luidende :

« Hoofdstuk III. — Openbaarmakingsformaliteiten.

Art. 26novies. — § 1. Op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg wordt een dossier gehouden voor iedere vereniging die haar zetel heeft in het rechtsgebied van de rechtbank.

Dit dossier bevat :

1º de statuten van de vereniging;

2º de akten betreffende de benoeming of de ambtsbeëindiging van de bestuurders, van de personen aan wie het bestuur is opgedragen, van de personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen en van de commissarissen;

3º de akten betreffende de vestiging van de zetel van de vereniging;

4º een kopie van het register van de leden;

5º de beslissingen betreffende de nietigheid of de ontbinding van de vereniging, de vereffening ervan en de benoeming en de ambtsbeëindiging van de vereffenaars, bedoeld in artikel 23, eerste lid; de rechterlijke beslissingen moeten slechts bij het dossier worden gevoegd als zij in kracht van gewijsde zijn gegaan of uitvoerbaar zijn bij voorraad;

6º de rekeningen van de vereniging;

7º de wijzigingen in de in 1º, 2º, 3º, 5º en 6º bedoelde akten, stukken en beslissingen.

Wanneer wijzigingen optreden in de samenstelling van de vereniging wordt een bijgewerkte ledenlijst neergelegd binnen een maand te rekenen van de verjaardag van de neerlegging van de statuten.

De Koning bepaalt de wijze waarop het dossier moet worden aangelegd en de vergoeding die daarvoor wordt aangerekend aan de vereniging en die niet hoger mag zijn dan de reële kostprijs. Hij kan erin voorzien dat de stukken bedoeld in het tweede lid kunnen worden neergelegd en gereproduceerd in de door Hem bepaalde vorm. Onder de voorwaarden bepaald door de Koning, hebben kopieën dezelfde bewijskracht als originele stukken en kunnen in de plaats ervan worden gesteld. De Koning kan eveneens toestaan dat de gegevens van het dossier die Hij bepaalt, op geautomatiseerde wijze worden verwerkt. Hij kan toestaan dat de gegevensbestanden met elkaar in verbinding worden gebracht. Hij stelt in voorkomende geval daarvoor de nadere regels vast.

Eenieder kan met betrekking tot een bepaalde vereniging kosteloos kennis nemen van de neergelegde stukken. Tegen betaling van de griffierechten kan, op mondelinge of schriftelijke aanvraag, een volledig of gedeeltelijk afschrift ervan worden verkregen. Deze afschriften worden eensluidend verklaard met het origneel, tenzij de aanvrager van deze formaliteit afziet.

§ 2. De akten, stukken en beslissingen bedoeld in § 1, tweede lid, 1º, 2º, 3º, 5º et 7º, worden, op kosten van de betrokkenen, bij uittreksel bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

Het uittreksel vermeldt :

1º voor de statuten of hun wijziging, de gegevens bedoeld in de artikelen 2, 1º tot 4º, 7º, 9º en 10º, en 3, § 1, tweede en derde lid, of de wijziging in deze gegevens;

2º voor de akten betreffende de benoeming en de ambtsbeëindiging van de bestuurders, de personen gemachtigd om de vereniging te vertegenwoordigen, de personen aan wie het dagelijks bestuur is opgedragen, de gegevens bedoeld in artikel 9bis;

3º voor de akten betreffende de zetel van de vereniging, de gegevens bedoeld in artikel 3, § 1, derde lid;

4º voor de rechterlijke beslissingen en de beslissingen van de algemene vergaderingen of de vereffenaars betreffende de nietigheid of de ontbinding van de vereniging of de vereffening, de auteur, de datum en het dispositief van de beslissing.

5º voor de akten en beslissingen betreffende de benoeming en de ambtsbeëindiging van de vereffenaars, de gegevens bedoeld in artikel 23, tweede lid;

De akten, de stukken en de beslissingen bedoeld in artikel 26octies, § 1, eerste lid, worden op kosten van de betrokkenen, bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.

De Koning wijst de ambtenaren aan die de akten, de stukken of beslissingen in ontvangst nemen en bepaalt de vorm waarin en de voorwaarden waaronder zij moeten worden neergelegd en bekendgemaakt. De bekendmaking moet binnen dertig dagen na de neerlegging plaatsvinden op straffe van schadevergoeding ten laste van de ambtenaren aan wie het verzuim of de vertraging te wijten is.

§ 3. De akten, de stukken en de beslissingen die krachtens deze wet moeten worden neergelegd, kunnen aan derden slechts worden tegengeworpen vanaf de dag van neerlegging ervan of, indien zij naar luid van deze wet ook moeten worden bekendgemaakt, vanaf de dag van bekendmaking ervan in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, behalve indien de vereniging aantoont dat die derden reeds kennis ervan hadden. Derden kunnen zich niettemin beroepen op akten, stukken en beslissingen die nog niet zijn neergelegd of bekendgemaakt. Die akten, stukken en beslissingen kunnen met betrekking tot handelingen verricht voor de eenendertigste dag volgend op de bekendmaking, niet worden tegengeworpen aan derden die aantonen dat zij onmogelijk kennis ervan hadden kunnen hebben.

In geval van tegenstrijdigheid tussen de neergelegde tekst en die bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, kan deze laatste niet aan derden worden tegengeworpen. Zij kunnen zich evenwel erop beroepen tenzij de vereniging aantoont dat zij van de neergelegde tekst kennis hadden. »

Nr. 215 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

HOOFDSTUK III

Andere wijzigingsbepalingen

Art. 41

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 140. — In artikel 140, eerste lid, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, gewijzigd bij de wet van 12 april 1957, de koninklijke besluiten van 12 september 1957 en 27 juli 1961 en de wetten van 22 juli 1970, 22 december 1989 en 20 juli 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

a) in het 1º worden de woorden « instellingen van openbaar nut » vervangen door de woorden « stichtingen van openbaar nut »;

b) het 2º wordt vervangen als volgt :

« 2º 8,80 % voor de schenkingen, met inbegrip van de inbrengsten om niet, gedaan aan aangenomen mutualiteitverenigingen en beroepsverenigingen, alsook aan verenigingen zonder winstoogmerk, private stichtingen en internationale verenigingen zonder winstoogmerk; »

c) in het 3º worden de woorden « instellingen van openbaar nut » en « instelling van openbaar nut » respectievelijk vervangen door de woorden « stichtingen van openbaar nut » en « stichting van openbaar nut ».

Verantwoording

1. Voorgesteld wordt om de opsomming van de begunstigden in het 2º te herschikken en de verwijzing naar het opschrift van de wet van 25 oktober 1919, wat de internationale verenigingen betreft, weg te laten.

De handhaving van deze verwijzing naar de wet van 1919 werd ingevoegd door amendement nr. 1 op artikel 41 (Stuk Senaat, nr. 2-283/2) en was ingegeven door de vrees dat zoniet het verminderde tarief van 8,80 % ook op die « internationale verenigingen » zou toepasselijk zijn aan wie de Koning geen rechtspersoonlijkheid heeft verleend.

Gelet op het feit dat de wet van 1919 evenwel in huidig ontwerp wordt opgenomen, lijkt een verwijzing naar de benaming « internationale verenigingen zonder winstoogmerk » op zich voldoende.

2. Tijdens een van de door de werkgroep gehouden hoorzittingen werd erop gewezen dat naast de « instellingen van openbaar nut », bedoeld in de wet van 27 juni 1921, er ook sprake is van « instellingen van openbaar nut » volgens hun onderscheiden categorieën (A-B-C-D), in de wet van 16 maart 1954, gemeenzaam bekend onder de naam « parastatalen » (als verzamelnaam voor allerlei regies, nationale maatschappijen, sociaalrechtelijke instellingen en openbare financiële instellingen). Slechts in de mate dat in de wijzigingsbepalingen van hoofdstuk III van huidig ontwerp met de « instellingen van openbaar nut » de instellingen (van privaat recht) in de zin van de wet op de VZW's van 1921 bedoeld worden, kan de terminologie worden gewijzigd in « stichtingen van openbaar nut ».

In het andere geval zouden met dergelijke aanpassing in onderhavig artikel 140, alsook in de volgende artikelen, de « instellingen van openbaar nut » in de zin van de wet van 1954 (de « parastatalen » van publiek recht) ten onrechte uit de betreffende fiscale bepalingen gelicht worden.

In zijn advies over de voorliggende artikelen heeft de Raad van State op dit punt evenwel geen opmerkingen gemaakt (zie Stuk Kamer, 1998-1999, nr. 1854/1, blz. 72 en 73, met betrekking tot het [oud] artikel 38).

Daarnaast kan worden opgemerkt dat, voor zover de betrokken term voorkomt in artikelen die dateren van voor de wet van 1954, deze uitsluitend op instellingen zoals bedoeld in de wet van 1921 lijkt te kunnen slaan. Zo is dit bijvoorbeeld alleszins het geval voor artikel 109, 4º, van het Wetboek der successierechten. Dit wetboek werd vastgesteld door het koninklijk besluit nr. 308 van 31 maart 1936, bekrachtigd bij wet van 4 mei 1936. Het artikel in kwestie onderging sindsdien geen wijzigingen.

Bovendien is het vooral zo dat in de Franse terminologie, als equivalent voor de Nederlandse term « instellingen van openbaar nut » wél een onderscheid wordt gemaakt tussen « établissements d'utilité publique » (wet van 1921) en « organismes d'intérêt public » (wet van 1954). In laatstgenoemde wet is overigens ook in het Nederlands alleen in het opschrift sprake van instellingen van openbaar nut. De tekst zelf heeft het over « de (in artikel 1 vermelde) organismen ».

Vermits in voorliggend artikel, alsook in de volgende artikelen van het ontwerp waarin de terminologie wordt aangepast, de Franse wettekst telkenmale gewag maakte van « établissements d'utilité publique » (en niet van « organismes d'intérêt public »), mag men er geredelijk van uitgaan dat deze term zich wel degelijk, behoudens vergissing of verkeerdelijk gebruik in het verleden, uitsluitend verhoudt tot de betekenis ervan gegeven in de wet van 27 juni 1921 (zie het verslag van de commissie-Van Dievoet, belast met de voorbereiding van een Nederlandse tekst van de Grondwet, de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten, Stuk Kamer, 1998-1999, nr. 1854-1, blz. 29 en 30, waarin erop gewezen wordt dat de term « stichting » (van openbaar nut) reeds in 1921 had moeten worden verkozen boven de term « instelling » (van openbaar nut) en er met deze nieuwe term in ieder geval een einde komt aan de tot nog toe heersende begripsverwarring in het Nederlands.

In dit verband kan nog worden aangestipt dat aan de werkgroep door een gastspreker werd voorgesteld om in het Frans de term « fondation reconnue d'utilité publique » (« stichting met een erkend openbaar nut ») in te stellen, wat beter het privaatrechtelijk karakter ervan tot uiting zou laten komen, in tegenstelling tot de publiekrechtelijke « instellingen van openbaar nut ».

Blijft dan nog de vraag of de « instellingen van openbaar nut » (de bestaande parastatale instellingen bedoeld in de wet van 1954) effectief door deze fiscale wetsartikels geviseerd werden en/of voor de toekomst (nog) worden, eventueel als behorende tot de categorie van de meestal telkenmale (1) eveneens vermelde « openbare instellingen » (« établissements publics »).

Indien het de bedoeling is om genoemde instellingen, zonder de minste interpretatieruimte, onder de toepassingssfeer van deze artikelen te doen vallen, verdient het de voorkeur om ze er ook uitdrukkelijk onder hun juiste wettelijke benaming (« instellingen van openbaar nut », « organismes d'intérêt public ») in op te nemen.

Nr. 216 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 41bis (nieuw)

Een artikel 41bis invoegen, luidende :

« Art. 41bis. — In artikel 183, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 13 augustus 1947, worden de woorden « instellingen van openbaar nut, alle vereenigingen of vennootschappen die in België haar hoofdinrichting » vervangen door de woorden « stichtingen van openbaar nut en private stichtingen, alle verenigingen en vennootschappen die in België hun hoofdinrichting. »

Verantwoording

1. Bedoeld artikel 183 bestaat uit drie leden. Men dient dus te schrijven : « In artikel 183, eerste lid, van hetzelfde Wetboek ... ».

2. Het lijkt aangewezen de twee types van stichtingen naast mekaar te vermelden en de opsomming aldus te herschikken.

Nr. 217 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 42

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 42. — In artikel 96, eerste lid, van het Wetboek der successierechten, vervangen bij de besluitwet van 4 mei 1940 en gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, worden de woorden « of instellingen van openbaar nut, alle vereenigingen » vervangen door de woorden « , de stichtingen van openbaar nut en de private stichtingen, alle verenigingen. »

Verantwoording

1. Bedoeld artikel 96 bestaat uit vier leden. Men dient dus te schrijven : « In artikel 96, eerste lid, van het Wetboek ... ».

2. Het lijkt aangewezen de twee types van stichtingen naast mekaar te vermelden en de opsomming aldus te herschikken.

Nr. 218 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 42bis (nieuw)

Een artikel 42bis invoegen, luidende :

« Art. 42bis. — In artikel 97, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de besluitwet van 4 mei 1940 en gewijzigd bij de wetten van 13 augustus 1947 en 22 december 1989, worden de woorden « of instellingen van openbaar nut, alle vereenigingen » vervangen door de woorden « , de stichtingen van openbaar nut en de private stichtingen, alle verenigingen. »

Verantwoording

1. Bedoeld artikel 97 bestaat uit drie leden. Men dient dus te schrijven : « In artikel 97, eerste lid, van het Wetboek ... ».

2. Het lijkt aangewezen de twee types van stichtingen naast mekaar te vermelden en de opsomming aldus te herschikken.

Nr. 219 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 42ter (nieuw)

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 42ter. — In artikel 100, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de besluitwet van 4 mei 1940 en gewijzigd bij de wetten van 13 augustus 1947 en 22 december 1989, worden de woorden « of instellingen van openbaar nut, alle vereenigingen » vervangen door de woorden « , de stichtingen van openbaar nut en de private stichtingen, alle verenigingen. »

Verantwoording

1. Bedoeld artikel 100 bestaat uit drie leden. Men dient dus te schrijven : « In artikel 100, eerste lid, van het Wetboek ... ».

2. Het lijkt aangewezen de twee types van stichtingen naast mekaar te vermelden en de opsomming aldus te herschikken.

Nr. 220 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 42quater (nieuw)

Een artikel 42quater invoegen, luidende :

« Art. 42quater. — In artikel 109, 4º, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden « gemeenten en openbare instellingen of instellingen van openbaar nut » vervangen door de woorden « gemeenten, openbare instellingen en stichtingen van openbaar nut. »

Verantwoording

1. Taalkundig-legistieke verbetering.

Nr. 221 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 44

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 44. — Artikel 148 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

« Art. 148. — Zijn aan de taks onderworpen :

1º de verenigingen zonder winstoogmerk na 10 juli 1921 opgericht;

2º de (inrichtingen en) verenigingen zonder winstoogmerk die rechtspersoonlijkheid verkregen hebben bij de wetten van 7 augustus 1919, van 12 maart en van 25 mei 1920;

3º de private stichtingen;

4º de internationale verenigingen zonder winstoogmerk. »

Verantwoording

1. Herschikking van de indeling van het artikel met een aantal taalkundige verbeteringen.

2. Zie de verantwoording onder punt 1 bij artikel 41 aangaande de internationale verenigingen.

3. Zie de verantwoording onder punt 1 bij artikel 46 over het al dan niet weglaten van de in het actuele artikel 148, 2º, vermelde « inrichtingen ».

Nr. 222 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 45

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 45. — Artikel 148bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1989, wordt vervangen als volgt :

« Art. 148bis. — De inrichtingen en verenigingen zonder winstoogmerk, de private stichtingen en de internationale verenigingen zonder winstoogmerk waarvan het geheel van de bezittingen bedoeld in artikel 150 een waarde heeft die een miljoen frank niet overschrijdt, zijn niet aan de taks onderworpen. »

Verantwoording

1. In het Nederlands ontbrak de muntaanduiding.

2. Het voorgestelde artikel 148, 4º (artikel 44) vermeldt uitdrukkelijk de internationale verenigingen als onderworpen aan de taks tot vergoeding der successierechten. In artikel 148bis worden ze echter niet meer vernoemd, hetgeen zou inhouden dat deze verenigingen geen beroep zouden kunnen doen op de vrijstelling en in elk geval aan de vergoedende taks onderworpen zijn, ook als het geheel van hun bezittingen minder dan 1 miljoen frank waard is. Als dit niet de bedoeling is, dienen ze ook in artikel 148bis te worden vermeld.

3. Met de notie « déterminé » in de Franse tekst wordt verwezen naar de bezittingen bedoeld in het tweede lid van artikel 150. Indien men ook rekening houdt met het derde lid van dit artikel blijkt nochtans dat het in wezen gaat om « l'ensemble des avoirs ». Men schrijve dus beter in de Franse tekst « déterminé » in het enkelvoud.

4. Zie de verantwoording onder punt 1 bij artikel 46 over het al dan niet weglaten van de in het actuele artikel 148bis vermelde « inrichtingen ».

Nr. 223 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 46

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 46. — Artikel van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :

« Art. 150. — De belasting is verschuldigd op het geheel van de bezittingen van de inrichting, de vereniging zonder winstoogmerk, private stichting of internationale vereniging zonder winstoogmerk.

Daaronder zijn evenwel niet begrepen :

1º de nog verschuldigde en niet gekapitaliseerde intresten, rentetermijnen, huur- en pachtgelden en, meer in het algemeen, burgerlijke vruchten van welke aard ook, alsmede jaarlijkse bijdragen en inschrijvingsgelden;

2º de al dan niet genoten natuurlijke vruchten;

3º de liquiditeiten en het bedrijfskapitaal bestemd om gedurende het jaar verbruikt te worden voor de activiteit van de vereniging of stichting;

4º de in het buitenland gelegen onroerende goederen;

5º de effecten uitgegeven door handelsvennootschappen waarvan de vereniging of stichting als bezitter-emittent wordt aangemerkt met toepassing van de wet van 15 juli 1998 betreffende de certificatie van effecten uitgegeven door handelsvennootschappen, op voorwaarde dat voor de toepassing van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de certificaten gelijkgesteld worden met de effecten waarop ze betrekking hebben.

Van het in het eerste lid bedoelde geheel van de bezittingen kunnen geen lasten in mindering worden gebracht, met uitzondering van :

1º de nog niet betaalde termijnen van hypothecaire leningen, mits de hypotheek is gevestigd op goederen van de vereniging of stichting en minstens 50 % van de hoofdsom van de lening waarborgt;

2º de door de vereniging of stichting als algemene legataris van een nalatenschap nog uit te voeren legaten van een geldsom.

De bepalingen van boek I betreffende de belastinggrondslag en de rechtsregeling van de voorwaardelijke en betwiste bezittingen zijn van overeenkomstige toepassing op de belasting ingesteld bij artikel 147. »

Verantwoording

1. Zowel in de bestaande tekst van de artikelen 148, 2º, en 149, 2º, als in deze van het nieuw ontworpen artikel 148bis is er sprake van « inrichtingen (en verenigingen) ». Met dit begrip wordt blijkbaar verwezen naar de « inrichtingen » van verenigingen die bij de formele wetten zijn erkend, bedoeld in artikel 148, 2º. Om redenen van uniformiteit kan de term in kwestie hier beter worden herhaald, zoniet overal worden weggelaten, met name in de genoemde artikelen 148, 2º (zie de verantwoording onder punt 1 bij artikel 46), 148bis en 149, 2º.

2. Zie de verantwoording onder punt 2 bij artikel 45 aangaande het ontbreken van de internationale verenigingen. Hoewel deze desgevallend als een bijzondere soort vereniging (zonder winstoogmerk) kunnen worden beschouwd, kan men ze toch beter apart vermelden.

3. In het 1º van het tweede lid kan de bijzin « die, nog verschuldigd zijnde, niet gekapitaliseerd zijn » aan het einde van de Nederlandse tekst aanleiding geven tot verwarring, in die zin dat het niet absoluut duidelijk is of bijzin alleen slaat op de net eraan voorafgaande activa (« de jaarlijkse bijdragen en inschrijvingen »), dan wel op alle voorafgaande onderdelen van het tekstgeheel (dus ook op « de rente, de rentetermijnen, de huur- en pachtgelden en, meer in het algemeen, de burgerlijke vruchten van welke aard ook »).

Uit de Franse tekst blijkt dat het om de tweede mogelijkheid gaat : « qui, restant dus, ne sont pas capitalisés ». Indien dit uitsluitend betrekking zou hebben op « les cotisations et souscriptions annuelles », moest er immers « restant dues », respectievelijk « capitalisées » staan.

Om dit voor het Nederlands beter te laten uitkomen, werd deze zin aldus herschreven.

4. In het 3º van het tweede lid kwam het Nederlandse « bestemd om » niet helemaal overeen met het Franse « affectés à », dat om die reden gewijzigd werd in « destinés à ».

5. Een inversie van de zinsbouw in het laatste lid leidt tot een welluidender tekst.

Nr. 224 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 46bis (nieuw)

Een artikel 46bis invoegen, luidende :

« Art. 46bis. — In artikel 151 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1960, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het eerste lid worden de woorden « verenigingen zonder winstoogmerken zijn ertoe gehouden » vervangen door de woorden « verenigingen zonder winstoogmerk, private stichtingen en internationale verenigingen zonder winstoogmerk zijn ertoe gehouden »;

2º in het tweede lid worden tussen de woorden « voormelde verenigingen » en « ertoe gehouden » de woorden « en stichtingen » ingevoegd. »

Verantwoording

Er wordt verwezen naar de verantwoording onder punt 2 bij artikel 45 aangaande het ontbreken van de internationale verenigingen.

Hoewel ze in de bestaande stand van zaken, in het huidige artikel 151, evenmin vernoemd worden, lijkt er geen reden voorhanden om ook deze verenigingen hier niet uitdrukkelijk te vermelden.

Nr. 225 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 46ter (nieuw)

Een artikel 46ter invoegen, luidende :

« Art. 46ter. — In artikel 156 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 14 augustus 1947 en 22 december 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het eerste lid worden de woorden « heeft de vereniging het vermogen » vervangen door de woorden « heeft de vereniging zonder winstoogmerk, de private stichting of de internationale vereniging zonder winstoogmerk de mogelijkheid »;

2º het tweede lid wordt vervangen als volgt :

« De in het eerste lid bedoelde verenigingen of stichtingen die van deze mogelijkheid gebruik maken zijn ervan ontheven een aangifte voor elk van de twee volgende jaren in te leveren. »;

3º in het derde lid wordt het woord « vereniging » telkens vervangen door de woorden « vereniging of stichting ». »

Verantwoording

1. Er wordt verwezen naar de verantwoording onder punt 2 bij artikel 45.

2. Een aantal wijzigingen van taalkundige en legistieke aard.

Nr. 226 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 46quater (nieuw)

Een artikel 46quater invoegen, luidende :

« Art. 46quater. — In artikel 157 van hetzelfde Wetboek wordt het woord « vereniging » vervangen door de woorden « vereniging zonder winstoogmerk, private stichting of internationale vereniging zonder winstoogmerk ». »

Verantwoording

Er wordt verwezen naar de verantwoording onder punt 2 bij artikel 45.

Nr. 227 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 46quinquies (nieuw)

Een artikel 46quinquies invoegen, luidende :

« Art. 46quinquies. — In artikel 158bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 14 augustus 1947 en 22 juli 1993, worden de woorden « Elke vereniging » vervangen door de woorden « Elke vereniging zonder winstoogmerk, private stichting of internationale vereniging zonder winstoogmerk ». »

Verantwoording

1. Bedoeld artikel 158bis bestaat uit twee leden. Men dient dus te schrijven : « In artikel 158bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek ... ».

2. Er wordt verwezen naar de verantwoording onder punt 2 bij artikel 45.

Nr. 228 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 46sexies (nieuw)

Een artikel 46sexies invoegen, luidende :

« Art. 46sexies. — In artikel 65, eerste lid, van het Wetboek der zegelrechten, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, worden de woorden « of instellingen van openbaar nut » vervangen door de woorden « , stichtingen van openbaar nut, private sitchting ». »

Verantwoording

1. Bedoeld artikel 65 bestaat uit twee leden. Men schrijve dus : « In artikel 65, eerste lid van het Wetboek ... »

2. Technisch-taalkundige wijziging.

Nr. 229 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 46septies (nieuw)

Een artikel 46septies invoegen, luidende :

« Art. 46septies. — In artikel 205-1, eerste lid, van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, gewijzigd bij de wet van 13 augustus 1947, het regentbesluit van 25 november 1947 en de wetten van 27 juli 1953 en 10 juli 1969, worden de woorden « de openbare inrichtingen of de inrichtingen van openbaar nut » vervangen door de woorden « de openbare instellingen, de stichting van openbaar nut, de private sitchtingen ». »

Verantwoording

1. In de Nederlandse wettekst van dit artikel wordt de term « openbare inrichtingen » vervangen door het meer aangewezen « openbare instellingen ».

2. Er zijn twee artikelen 205 : 205-1 en 205-2. De voorgestelde wijziging heeft betrekking op het eerste van de twee leden van artikel 205-1; men schrijve dus : « In artikel 205-1, eerste lid, van het Wetboek ... ».

Nr. 230 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 47

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 47. — In artikel 1, eerste lid, van de wet van 22 december 1989 betreffende de bescherming van de gezinswoning worden de woorden « een instelling van openbaar nut die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1921, waarbij aan de verenigingen zonder winstoogmerk en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend » vervangen door de woorden « een stichting van openbaar nut die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen ». »

Verantwoording

1. Bedoeld artikel 1 bestaat uit twee leden. Men schrijve dus : « In artikel 1, eerste lid, ... »

2. In hetzelfde artikel, zelfde gedachtestreepje (eerste lid, tweede streepje), wordt ook verwezen naar het huidig opschrift van de wet van 27 juni 1921. Er moet naar het nieuw opschrift worden verwezen.

Nr. 231 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 49

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 49. — In artikel 58 van de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en financiële bepalingen worden de woorden « instellingen van openbaar nut » vervangen door de woorden « stichtingen van openbaar nut ». »

Verantwoording

Artikel 58 van de wet van 4 april 1995 houdende fiscale en financiële bepalingen is een zelfstandig artikel, dat deel uitmaakt van Hoofdstuk XII van deze wet, betreffende de « Omvorming van de Koninklijke Munt van België in een Staatsbedrijf ».

Dit artikel bepaalt dat de opbrengst van bepaalde muntuitgaven « ... geheel of gedeeltelijk (kan) worden overgedragen aan door Hem (de Koning) aangewezen openbare instellingen of instellingen van openbaar nut ... » (« ... aux institutions publiques ou aux établissements d'utilité publique ... »).

Rekening houdend met de strekking van onderhavig ontwerp en met de te begunstigen rechtspersonen en mede gelet op de in acht te nemen gelijkvormigheid tussen de Nederlandse en de Franse tekst, lijkt het de bedoeling in het Nederlands het woord « instellingen » in dit artikel alleen bij zijn tweede vermelding (« van openbaar nut ») door het woord « stichtingen » te vervangen : « ... openbare instellingen » (te behouden) « en stichtingen van openbaar nut ... ».

Nr. 232 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 50

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 50. — De Belgische verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen van openbaar nut opgericht vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, en de buitenlandse verenigingen zonder winstoogmerk die in België een centrum van werkzaamheden hebben opgericht vóór die datum moeten de verplichtingen bepaald in deze wet naleven en, in voorkomend geval, de neerlegging bedoeld in de artikelen 9bis, 26octies, § 1, of 26novies van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, zoals gewijzigd door deze wet, verrichten binnen een of meer door de Koning te bepalen termijnen, die niet korter mogen zijn dan een jaar en niet langer dan vijf jaar te rekenen van de de datum van inwerkingtreding van deze wet.

De internationale verenigingen zonder winstoogmerk waaraan voor de datum van inwerkingtreding van deze wet rechtspersoonlijkheid is verleend, dan wel toestemming is gegeven om in België de rechten uit te oefenen welke voortvloeien uit hun nationaal statuut moeten de verplichtingen bepaald in deze wet naleven binnen een of meer door de Koning te bepalen termijn of termijnen, die niet korter mogen zijn dan een jaar en niet langer dan vijf jaar te rekenen van de datum van inwerkingtreding van deze wet. »

Verantwoording

De tekst van het artikel wordt gewijzigd met het oog op een grotere taalkundige uniformiteit tussen het eerste en het tweede lid.

Daarnaast worden een aantal legistieke verbeteringen aangebracht, waarbij de nieuwe terminologie van het wetsontwerp meteen wordt overgenomen.

Nr. 233 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 51

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 51. — De Koning kan de nummering en onderverdeling van de artikelen van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen wijzigen.

De Koning wordt tevens gemachtigd de in de andere wetten gebruikte terminologie in overeenstemming te brengen met de terminologie van deze wet. »

Verantwoording

Er zijn nog heel wat andere wetten waarin sprake is van instellingen van openbaar nut in de zin van de wet van 27 juni 1921. Bij wijze van voorbeeld :

— Burgerlijk Wetboek, artikel 1717 :

« Art. 1717. — De huurder mag onderverhuren en zelfs zijn huur aan anderen overdragen, indien dit recht hem niet is ontzegd. Onverminderd artikel 11bis van de afdeling IIbis van dit hoofdstuk, kan de huurder die het gehuurde goed niet tot zijn hoofdverblijfplaats bestemt, het goed niet geheel of gedeeltelijk onderverhuren opdat het voor de onderhuurder als hoofdverblijfplaats kan dienen. Indien de huurder echter een gemeente is, een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, een vereniging zonder winstoogmerk of een instelling van openbaar nut onderworpen aan de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, ofwel een vennootschap met een sociaal oogmerk, kan hij het goed aan een of meer natuurlijke personen geheel onderverhuren, op voorwaarde dat deze personen minder gegoed zijn of zich in een behartenswaardige sociale situatie bevinden en dat zij het goed uitsluitend tot hun hoofdverblijfplaats bestemmen, en voor zover de verhuurder ingestemd heeft met de mogelijkheid om het goed te dien einde onder te verhuren. »

— Wet van 24 november 1997 strekkende om het geweld tussen partners tegen te gaan :

« Art. 7. — Elke instelling van openbaar nut en elke vereniging die op de datum van de feiten sinds ten minste vijf jaar rechtspersoonlijkheid bezit en volgens haar statuten tot doel heeft geweld tussen partners te voorkomen door de verspreiding van informatie aan alle betrokken doelgroepen en hulp te bieden aan slachtoffers van geweld tussen partners en aan hun gezin, kan met instemming van het slachtoffer in rechte optreden in het geding waartoe de toepassing van artikel 410, derde lid, van het Strafwetboek aanleiding zou geven. Het slachtoffer mag op ieder ogenblik afzien van de bij het eerste lid van dit artikel bedoelde instemming, wat een einde maakt aan de mogelijkheid voor de instelling van openbaar nut of voor de betrokken vereniging om in rechte te blijven optreden in het geschil waartoe de toepassing van artikel 410, derde lid, van het Strafwetboek aanleiding zou geven. »

— Wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenophobie ingegeven daden :

« Art. 5. — De instellingen van openbaar nut en verenigingen die op de dag van de feiten sedert ten minste vijf jaar rechtspersoonlijkheid bezitten, met uitzondering van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding dat niet onder deze termijn valt, en zich statutair tot doel stellen de rechten van de mens te verdedigen of discriminatie te bestrijden, kunnen in rechte optreden in alle rechtsgeschillen waartoe de toepassing van deze wet aanleiding kan geven, wanneer afbreuk is gedaan aan hetgeen zij statutair nastreven.

(...)

Wanneer het echter gaat om een misdrijf bedoeld in de artikelen 1, 1º, 2, eerste lid, 2bis, en 4, eerste lid, en gepleegd tegen natuurlijke personen, is de vordering van de instelling van openbaar nut, van de vereniging of van de representatieve organisatie alleen ontvankelijk als deze aantoont dat zij de instemming van de personen heeft gekregen. »

Nr. 234 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 52

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 52. — Deze wet treedt in werking op de datum die de Koning vaststelt en ten laatste ... maanden na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. »

Verantwoording

Overeenkomstig het standpunt van de Raad van State ter zake, is de inlassing van een (nader te bepalen) uiterste datum aan te bevelen. Een volkomen onbepaalde inwerkingtreding is niet aangewezen.

Nr. 235 VAN MEVROUW TAELMAN EN DE HEER ISTASSE

Art. 53 (nieuw)

Een artikel 53 toe te voegen, luidende :

« Art. 53. — De wet van 25 oktober 1919 tot verlening van rechtspersoonlijkheid aan de internationale verenigingen met menslievend, godsdienstig, wetenschappelijk, artistiek of pedagogisch doel wordt opgeheven. »

Verantwoording

De nog geldende wijzigingen van artikelen die worden gewijzigd, vervangen of opgeheven, moeten volgens de Raad van State worden vermeld. Dit lijkt echter niet het geval wanneer het om de opheffing van een volledige wet gaat.

Martine TAELMAN.
Jean-François ISTASSE.

(1) Dit is echter niet het geval voor huidig artikel 140 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten dat, naast de « instellingen van openbaar nut » (nu stichtingen), slechts gewag maakt van provinciale en gemeentelijke openbare instellingen.