2-105

2-105

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 29 MARS 2001 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Ordre des travaux

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - Om 9.15 uur hebben de leden van de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden per fax de oproeping ontvangen voor de vergadering van 10 uur. Leden die niet in Brussel verblijven of hier deze ochtend niet aanwezig waren, konden die vergadering dus onmogelijk bijwonen.

Een dergelijke werkwijze is niet aanvaardbaar. De rechten van de parlementsleden moeten worden gerespecteerd. Ze moeten zich kunnen aanmelden op de commissievergaderingen waarvoor ze worden uitgenodigd. Tijd en afstand moeten daarbij in acht worden genomen.

Het ontwerp houdende het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten, dat een bicamerale materie is, is nog altijd niet goedgekeurd in de Kamer. Ik verneem dat het de bedoeling is dit ontwerp, dat 77 artikelen telt, na de stemming in de Kamer in de commissie te behandelen. Ik zou graag weten wanneer dat zal gebeuren en wanneer de openbare vergadering van de Senaat zich hierover zal uitspreken. Wij zouden graag duidelijkheid krijgen omtrent de bedoelingen van de meerderheid terzake.

Ik kan best begrijpen dat er vele ministers aanwezig waren tijdens de rouwhulde van daarnet. Deze ochtend echter werden de vragen om uitleg van de leden van de Senaat beantwoord door een `minister van dienst' en niet door de ministers aan wie de vragen werden gesteld. De wijze waarop de werkzaamheden hier sinds deze ochtend verlopen, is onaanvaardbaar.

M. René Thissen (PSC). - Le groupe PSC aurait voulu s'associer à l'hommage que le Sénat vient de rendre aux victimes de l'accident mais nous n'avons pas pu rejoindre l'hémicycle à temps. En fait, le laps de temps entre le moment où la sonnerie retentit dans les bureaux et l'ouverture de la séance est vraiment très court ; ne pourrait-on l'allonger de quelques minutes ?

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Vandenberghe. Sta mij echter toe ook te wijzen op een bijkomend probleem inzake de communicatie in dit huis.

Blijkbaar werd gisteren in het Bureau een beslissing genomen omtrent de ontvankelijkheid van een aantal actuele vragen, meer bepaald over de NMBS. Hiervan werd ik evenwel niet op de hoogte gebracht. Mijn fractie is niet vertegenwoordigd in het Bureau. Ik weet dat wij in zekere zin als de paria's van de Senaat worden aangezien. Als men echter onze aanwezigheid in het Bureau niet op prijs stelt, dan is het niet meer dan gepast dat men ons op de hoogte brengt van de genomen beslissingen.

M. le président. - Monsieur Vankrunkelsven, les chefs des groupes représentés dans les commissions permanentes siègent au Bureau du Sénat. Votre parti compte trop peu d'élus pour former un tel groupe.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Ik had een vraag ingediend die niet ontvankelijk werd verklaard, maar ik werd daarvan niet op de hoogte gebracht.

Als men niet wenst dat wij deel uitmaken van het Bureau, wat evenwel gerust zou kunnen, moet men ons toch op de hoogte brengen van beslissingen die een impact hebben op de werkzaamheden van de Senaat.

M. le président. - Les services du Sénat ont pris contact avec votre secrétariat mais n'ont pas obtenu de réponse.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Op mijn GSM-toestel ben ik dag en nacht bereikbaar.

M. le président. - Les services prennent toujours contact avec le groupe.

Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). - Ik wens te preciseren dat ik in het Bureau namens de CVP-fractie heb verklaard dat we wel voorstander zijn van een debat over het probleem van de spoorwegen, precies uit respect voor de slachtoffers van het treinongeluk. Wanneer er iets belangrijks gebeurt, moet het politieke debat daarover worden gevoerd en niet worden uitgesteld. Het Bureau was daarover echter verdeeld en ik stond alleen met die mening. Aangezien het debat daarover nu geopend is, wenste ik dat toch publiek te verklaren.

De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - Ik wil het niet over het tweede deel van deze discussie hebben - daarover heb ik in het Bureau mijn mening gezegd - maar wel over het eerste deel en de opmerkingen van collega Vandenberghe. Ik kan u verzekeren dat het bureau van de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden nog nooit is samengeroepen om zich te buigen over de chaotische manier van werken. Ook dat toont aan dat er chaos heerst bij de organisatie van de werkzaamheden en de doorstroming van de informatie tussen de commissies en de plenaire vergadering. Zeer waarschijnlijk is het niet samenroepen van het bureau van de commissie een van de belangrijkste oorzaken van deze chaos. Misschien kan de voorzitter zijn invloed aanwenden om een en ander opnieuw via de normen van wellevendheid te laten verlopen en kan hij er bijvoorbeeld voor zorgen dat het bureau van de bewuste commissie eens wordt samengeroepen.

M. le président. - Je dirai, tout d'abord, en ce qui concerne la SNCB, qu'à l'issue d'une longue discussion, une majorité s'est dégagée au Bureau pour estimer qu'il ne convenait pas de faire un débat dans le sillage de cette catastrophe. Toutefois, certains membres, Mme de Bethune en tête, étaient partisans de la thèse opposée, considérant que c'était peut-être une raison de plus pour le faire.

Au terme de cet échange de vues, il a été démocratiquement décidé d'organiser ce débat sur la SNCB le 19 avril, de façon à prendre un peu de recul par rapport à l'émotion. Une note précisant la répartition du temps de parole a été distribuée à ce propos.

Le deuxième point soulevé par M. Vandenberghe concernait le projet de loi visant à modifier la loi du 13 mai 1999 portant le statut disciplinaire des membres des services de police.

Ce projet de loi a été discuté à la Chambre ce matin et il y sera voté tout à l'heure.

En principe, il doit être voté avant le 1er avril compte tenu de l'entrée en vigueur de la nouvelle loi sur la police intégrée.

La commission de l'Intérieur s'est réunie ce matin, à mon initiative et en accord avec Mme Lizin. Conformément au règlement, cette commission ne peut rien voter tant que la Chambre n'a pas adopté le projet. Celui-ci constitue le premier point de l'ordre du jour des votes de la Chambre pour cet après-midi.

Pour des raisons inhérentes au fonctionnement parfois compliqué de l'État, le texte est arrivé tardivement. Il doit être voté le plus rapidement possible. Cependant, nous prononcer aujourd'hui à son sujet serait contraire à toutes les règles de respect de la procédure. Si le Sénat en décidait ainsi, je suis tout à fait disposé de fixer une réunion la semaine prochaine.

Un compromis est aussi envisageable, à savoir voter ce projet demain : une communication du gouvernement doit avoir lieu dans l'après-midi devant la commission des Réformes institutionnelles et nous pourrions organiser les votes aux environs de 18 heures.

C'est aussi une possibilité. Je demande votre point de vue sur ces différentes possibilités.

M. Philippe Monfils (PRL-FDF-MCC). - En ce qui concerne le premier point, je regrette quelque peu que l'on organise un débat sur la décision du Bureau - très sage, selon moi - de reporter à quinzaine le débat sur la SNCB, d'une part, pour des raisons tenant au respect de la mémoire des victimes et, d'autre part, parce qu'il me semble qu'avant de formuler des conclusions politiques, il s'agit d'attendre les résultats des enquêtes en cours.

En ce qui concerne le second point, il n'est pas nouveau qu'un projet vienne devant notre assemblée tardivement, à quelques jours d'une date fatidique. Tous les gouvernements ont pratiqué cette technique. M. Vandenberghe sait parfaitement combien la bousculade de fin de session, avant Pâques ou avant les grandes vacances, est le lot des parlementaires.

Il conviendrait de trouver une formule acceptable, de sorte que l'opposition, comme la majorité, puisse prendre connaissance du texte et éventuellement, puisque nous sommes dans un régime bicaméral, proposer des amendements.

Pour ma part, je ne suis pas opposé à ce que le débat et le vote aient lieu la semaine prochaine. La commission pourrait examiner le rapport du projet ce soir ou demain matin et si tout le monde est d'accord sur l'urgence, l'on pourrait envisager une lecture en séance publique demain dans l'après-midi. Sinon, je ne verrais aucune objection, pas plus que mes collègues, à ce qu'une réunion se tienne dans les prochains jours : le métier de parlementaire passe avant les vacances !

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - Mag ik erop wijzen dat in 1985, twaalf uur na het Heizeldrama, in de Kamer een zeer groot debat is gehouden en dat in 1987, eveneens twaalf uur na het ongeval met de Herald of Free Enterprise in Zeebrugge, een groot parlementair debat heeft plaatsgehad. Het argument dat Kamer en Senaat vandaag niet kunnen debatteren uit respect voor de slachtoffers vind ik niet correct. Het kan even goed een blijk van medeleven zijn onmiddellijk een debat te organiseren, zonder dat er uiteraard misbruik wordt gemaakt van de omstandigheden. Wie vroeg er trouwens in 1985 en 1987 binnen het uur na de ongelukken het ontslag van de desbetreffende ministers van Binnenlandse Zaken? De CVP meent dat vandaag niet te moeten doen.

Wat het tweede punt betreft, vinden we dat het Parlement de tijd moet hebben om een dossier te onderzoeken. We beschikken niet over het verslag van de Kamer. Er zou in de Kamer om 18 uur worden gestemd over het ontwerp dat het tuchtstatuut van de personeelsleden van de politiediensten regelt. We moeten toch de gelegenheid krijgen de inhoud van het wetsontwerp te bekijken. Ik blijf erbij dat het niet aanvaardbaar is dat we om kwart over negen worden verwittigd dat er om tien uur een commissievergadering plaatsheeft.

M. le président. - Vous en avez été informé par fax, hier soir vers six heures.

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - Ik heb gisteravond in elk geval geen fax ontvangen. Toen ik vanmorgen om half acht vertrok was er nog altijd geen fax over de bijeenroeping van de commissie. Volgens een collega is het bericht om kwart over negen binnengelopen. Als ik mij vergis, dan wil ik me daarvoor verontschuldigen. We moeten in elk geval de gelegenheid krijgen het ontwerp te onderzoeken. Stelt u voor dat de commissie vanavond vergadert en dat morgen in plenaire vergadering eerst een mondeling verslag wordt uitgebracht en daarna het ontwerp wordt besproken, mijnheer de voorzitter?

M. le président. - Oui.

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - We zullen afwachten wanneer de bespreking in de commissie is afgerond.

De heer Guy Moens (SP). - De wet moet op 1 april van kracht worden. Als we ze in werking laten treden met terugwerkende kracht, dan kunnen we het ontwerp evengoed na de vakantie behandelen. We moeten ons houden aan de afspraken en de werkzaamheden in de commissie in de mate van het mogelijke vandaag beëindigen en morgen in openbare vergadering bijeenkomen. Ik steun het voorstel van de voorzitter.

M. le président. - Chers collègues, nous ne pouvons préjuger ni du résultat du vote qui interviendra tout à l'heure à la Chambre ni de celui qui aura lieu, ce soir, en commission du Sénat.

Je vous propose dès lors de nous réunir, demain après-midi, en séance publique, au terme de la réunion de la commission des Affaires institutionnelles, en vue d'un vote éventuel au sujet de ce projet. (Assentiment)